Toen ik een kleine jongen was woonde ik met mijn ouders, broers en zussen in het Oude Noorden van Rotterdam. Een (w)arme arbeidersbuurt.
Op oudejaarsavond vertelde mijn moeder ons dat het oude jaar in de persoon van een grijsaard was afgelopen en dat het nieuwe jaar als baby eraan zat te komen. We vonden dat reuze spannend en ook lief.
We mochten die avond niet opblijven maar werden tegen middennacht wakker gemaakt. Precies om twaalf uur hoorden wij vanuit de havens minutenlang het loeien van de scheepstoeters van zeeschepen uit dichtbije en verre landen die het nieuwe jaar verwelkomden.
De oude man was vertrokken, de baby gearriveerd. Op oudejaarsavond waren mijn grootouders van moeders kant bij ons. Mijn andere grootouders waren reeds overleden. Mijn moeder kocht dan bij een plaatselijke distilleerderij wat drank in. Maar ook zonder drank was het een warme ontmoeting tussen lieve familieleden. Ik denk nog vaak met veel plezier aan die oudejaarsavonden terug. Nu ik zelf een grijsaard ben.
Moge iedereen een gezond, lang en gelukkig leven hebben, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.


Geef een reactie