De geluiden dat er links bestaan tussen psychische kwetsbaarheden (vroeger stoornissen genoemd) en genen, zwellen aan. Niet tot mijn ongenoegen.
Nadat ik alle boeken van de bipolaire psychiater Kay Redfield Jamison had verslonden, werd ik in mijn vermoeden gesterkt dat mijn stuiterende stemmingsbeeld een boel met mijn genoom te maken had. Het genoom is de volledige set van genetische instructies van een organisme.
Ook de nog hardere wetenschap laat zich niet onbetuigd. Na een massief onderzoek wist professor Jim van Os te melden dat schizofrenie als ziekte helemaal niet bestaat. Er is hoogstens sprake van psychosegevoeligheid. Niet zelden net zo hard uitgelokt door jeugdtrauma´s als door een genetische component.
Nog een eyeopener waar sommige wat meer behoudende psychiaters, de jongens en meisjes van het biochemische pillenmodel, nog van moeten bijkomen.
Afgelopen nacht stuitte ik op een mij onbekend onderzoek uit 2019 van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Wetenschappers vonden nieuwe genen die samenhangen met depressie.
Voor het eerst in tien 10 jaar werd een link gevonden tussen het menselijk genoom en depressie.
De onderzoekers van het UMCG richtten zich in hun aanpak op het combineren van studies over depressie met twee andere psychiatrische aandoeningen: schizofrenie en ziekelijke stemmingsgevoeligheid (voorheen bipolair genoemd).
‘Schizofrenie’ en de ‘bipolaire stoornis’ hebben een gedeelde genetische achtergrond met depressie. De erfelijke overlap met schizofrenie en bipolaire stoornis gebruikten de UMCG-onderzoekers om nieuwe genetische markers voor depressie te vinden. In totaal leverde deze aanpak twintig nieuwe genetische markers op.
Genetische markers zijn korte DNA-segmenten waarvan de plaats binnen het genoom bekend is. Ze worden samen met een bepaalde eigenschap (bijvoorbeeld een gen) geërfd.
Dit onderzoek past in een recente serie van internationale studies die laten zien dat het, na jarenlange vruchteloze pogingen, toch mogelijk is om de genetische achtergrond van psychiatrische ziekten te achterhalen. Het wetenschappelijke vakblad Molecular Psychiatry publiceerde de uitkomsten.
Ook afgelopen nacht las ik over een soortgelijk onderzoek van de Vanderbilt University en de Virginia Commonwealth University. Daaruit bleek dat symptomen van ‘schizofrenie’ of psychosegevoeligheid en de bipolaire kwetsbaarheid type 1 (die van mij) zowel gedeelde als onderscheidende genetische kenmerken hebben.
Na een zeer uitgebreid onderzoek onder tienduizenden proefpersonen met en zonder eerdergenoemde psychische kwetsbaarheden, zagen de wetenschappers grote overeenkomsten, maar ook verschillen tussen ´schizofrene´ en ´bipolaire´ mensen.
Meer onderzoek is nodig, benadrukken de betrokken onderzoekers. Voor mij en vele anderen begint mogelijk het perspectief te lonken van een pil die minder dodelijk is dan de huidige tabletten, mocht ik ooit weer psychiatrische medicatie nodig hebben.
Hopelijk komt het niet zover dat al tijdens de zwangerschap genetisch gezien kan worden of de foetus een bipolaire aanleg heeft. Aborteren kan dan een vrijwillige keuze van de ouders zijn, of een gesuggereerde: door psychiaters en de publieke moraal bijvoorbeeld.
Zie het lot van embryo´s met aanleg voor Down. Ze worden massaal geaborteerd. Gelukkig zijn er genoeg ouders die toch aanleiding zien hun Mongooltje ter wereld te laten komen. Meestal niet met wroeging achteraf, heb ik begrepen.


Geef een reactie