Sinds 2013 schreef ik tweewekelijks stukje met een recept, met tussenpauzes van weken, maanden of zelfs jaren. Sinds maart 2023 heb ik bijna wekelijks een stukje gemaakt, zie https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhistisch-leven/recepten/199402-jana-terug-van-weggeweest-en-oproep-aan-lezers/, het stukje waarmee ik begon: een oproep aan lezers om hun vegetarische of veganistische recepten van vroeger met mij te delen. Ik schreef:
“Weliswaar staan de kranten en tijdschriften tegenwoordig vol met vegan recepten, maar die zitten vaak vol exotische, uitheemse ingrediënten als chiazaad, jackfruit en kokosmelk. Ook is de industrie druk bezig met vegan vervangers voor bekende producten, zoals speckreepjes (met ck), bitterballen en Magnum ijsjes. Allemaal prima ontwikkelingen, maar het roept bij mij de vraag op: wat aten de mensen vroeger, toen vlees nog een luxe product was dat hooguit op zondag op tafel kwam? In het Midden-Oosten heeft men falafel, hummus, tabouleh, shakshuka, baba ganoush. In India heeft men dahls en curry’s. In Indonesië tempeh, tofu, gado gado. Heerlijke vegetarische en vegan gerechten waar geen vleeseter de neus voor ophaalt. Wat hebben wij in Nederland/Noordwest Europa als vega-klassiekers? Hebben wij die wel?” (zie https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhistisch-leven/recepten/199402-jana-terug-van-weggeweest-en-oproep-aan-lezers/).
Nu, twee jaar en drie maanden later, blik ik terug en maak ik de balans op. Mijn oproep heeft een handjevol recepten opgeleverd, maar niet genoeg om de rubriek mee te vullen. Mijn interviews met ouderen in mijn omgeving leverden niet op wat ik gehoopt had, en op een gegeven moment waren de ouderen in mijn naaste omgeving ‘op’. Nou wil een mens toch elke dag eten, en kon ik gewoon schrijven over wat ik zelf bedacht of gevonden had aan recepten, maar het toeval wilde – of misschien is het mijn leeftijd? – dat ik vaak weinig tijd en energie over had om te koken, laat staan om nieuwe dingen te proberen. Gelukkig namen mijn partner en dochter het koken grotendeels over, zodat ik, als ik om half zeven na een drukke werkdag thuiskwam, kon aanschuiven aan een voedzame en lekkere maal. Sommige van die recepten bevielen zo goed, dat ik ze ook zelf ging maken, al dan niet aangepast. Ik bleef natuurlijk wel koken, en vooral bakken, maar de recepten die ik gebruikte heb ik al lang en breed gedeeld in deze rubriek. Ik wilde de lezer niet vermoeien met wéér een bessentaart (met mindful geplukte bessen) of wéér een dadelwalnoot cake. Ik werd bang dat mijn stukjes ‘niet goed genoeg’ zouden zijn en dat lezers zouden afhaken of slecht over mij zouden denken. Die gedachten zijn natuurlijk onzin; er bestaat niet zoiets als ‘beter’ of ‘slechter’ of zelfs maar ‘even goed’ volgens de boeddha. Toch voelde het niet helemaal lekker, iets in mij wil toch graag een beetje trots zijn op wat ik schrijf. Mijn ego? De balans opmakend merk ik dus dat ik even ben ‘uitgekookt’ en ‘uitgeschreven’, en ik heb besloten om twee maanden pauze te nemen. Twee maanden, waarin de redactie oude recepten zal herplaatsen. Hierbij dus voorlopig mijn laatste recept: pesto van hertshoornweegbree oftewel landkraal.
Landkraal (plantkundigen kennen het als hertshoornweegbree) is een wilde plant die veel langs de kust voorkomt, je kunt deze dus in het wild plukken. Maar onze landkraal komt van onze favoriete biologische tuinderij, waar wij zo mogelijk elke week een groentepakket bestellen. Op fietsafstand, biologisch, en we steunen er ook nog twee jonge idealisten mee die hun baan hebben opgezegd om een kleinschalige, natuur-inclusieve, agro-ecologische tuinderij te beginnen. “Real farmers, real food”! (als variant op de bekende slogan ‘no farmers no food’ van de agro-industrie).
Landkraal dus (https://steefeneef.com/products/landkraal-40g), een ‘vergeten groente’. Nog nooit eerder klaargemaakt. Ik wilde er een salade mee maken, maar we proefden het rauw en vonden het daar toch te taai en te vezelig voor. Even dacht ik aan roerbakken, maar het werd uiteindelijk verwerkt tot pesto, want dat paste beter bij de groenten die ik aan het grillen was. Hier volgt het recept.
Ingrediënten:
- 75 gram landkraal; rucola of peterselie kan ook, of basilicum – maar dan krijg je klassieke pesto.
- 50 gram gebrande of ongebrande noten. Ik had deels hazelnoten en deels walnoten (ongebrand). Pijnboompitten kan ook, maar dan krijg je, als je het met basilicum combineert, klassieke pesto
- 1 teentje knoflook, in stukjes
- Sap van ½ citroen
- Flinke scheut olijfolie
- Flinke snuf zout
Snijd de landkraal in stukjes. Doe alle ingrediënten in een kom en pureer met een staafmixer, of in een blender of keukenmachine. Voeg wat extra olijfolie toe als het mengsel te droog is. Klaar.
Wij serveerden de landkraalpesto met plakjes gegrilde courgette, gegrilde aubergine (gegrild in de oven met olijfolie en zout), plantaardige kipstukjes, rauwkostsalade, en Libanees plat brood. Lekker. En voortaan ga ik landkraal ook in het wild plukken, nu ik de soort wat beter heb leren kennen. Jonge blaadjes! Wildplukken: ik wil er een vast onderdeel van maken van mijn milieubewuste leefstijl. Het is in alles het tegenovergestelde van reguliere (met kunstmest en pesticiden geproduceerde) groente en fruit die soms onder erbarmelijke omstandigheden zijn geplukt en een lange reis hebben afgelegd. Lang leve de brandnetel en de wilde bosbessen. Van harte aanbevolen!
Tot in september!
Geef een reactie