Op het balkon van de Kloosterbunker staan kuipen met behoorlijk grote struiken. Een ervan is een cornus die de mezen op het balkon gebruiken als landingsplaats om even later op te kunnen stijgen naar de netjes met pinda’s.
De struiken krijgen om de twee dagen water uit een grote, gele gieter. Wind droogt de wortelkluit snel uit.
Er vliegen pasgeboren meesjes met de ouders mee naar het balkon om van een pindamaaltijd te genieten. De ouders hakken de pinda’s in stukjes zodat ze niet stikken.
Gisteren gaf ik de planten weer water, ik zag een groot blad in het water in de gieter drijven, maar het bleek een verdronken jonge mees te zijn.
Ik voelde me zo schuldig dat ik op het balkon in de gieter een laag water had laten staan, zodat de verdrinking plaats kon vinden. Het is ook zo tegenstrijdig: water dat leven schenkt maar ook doodt.
De dode mees ligt tijdelijk op het balkon, zodat andere mezen afscheid kunnen nemen. Daarna begraaf ik de vogel in de aarde van een plantsoen.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Vrede en alle goeds!

Geef een reactie