Ouwe aap
(Zeist) Met zijn twintig jaren is hij in juni 1969 de jongste Yogaleraar in Nederland, maar hij geeft er niet zoveel om. Al die lichaamshoudingen en andere oefeningen van de Hatha Yoga vindt hij niet zo interessant. Ze kosten hem ook geen enkele moeite. Zijn hart gaat meer uit naar de spirituele aspecten van Yoga, met name naar het onbaatzuchtig handelen van Karma Yoga; de op God gerichte Liefde – uiteraard met een hoofdletter L geschreven – van Bhakti Yoga; en het zuiver rationeel analytisch zoeken naar de diepste werkelijkheid van Jnana Yoga. Maar hij kan niemand vinden die hem daarin kan of wil begeleiden. Er zijn daarentegen genoeg mensen die hem alle Yoga uit het hoofd willen praten, omdat het in strijd met de Bijbel zou zijn, en dus onchristelijk en mogelijk zelfs des Duivels.
Na behalen van zijn ‘diploma’ valt hij in een gat. Zo voelt het echt. Hij heeft voldaan aan de exameneisen; weet hoe hij een les moet opbouwen en waar hij allemaal op dient te letten; kent de belangrijkste boeken en kan over de inhoud meepraten … maar voelt zich allesbehalve tevreden met wat hij heeft bereikt. Hij houdt een papiertje in zijn handen. Is dat het dan? Zijn teleurstelling houdt hij verborgen. Zijn ouders en zijn vrouw verwachten hem trots te zien. Wel, dat kan. Hij toont zich trots als een ouwe aap, en voelt zich navenant: een aap.
(later) Iedereen vindt het volkomen logisch dat Menno ná de A (Algemene Verpleegkunde, het witte kruis) de B zal doen (Psychiatrische Verpleegkunde, het zwarte kruis).
“Wie A zegt, moet B zeggen,” houden zij hem het afgezaagde gezegde voor. Om een of andere reden lijkt dat vaker voor de broeders op te gaan, dan voor de zusters. De laatsten kiezen eerder voor het ‘ooievaartje’ (kraamaantekening), de puntjes (kinderaantekening) of de hoekjes (wijkaantekening). De B is echt een aparte opleiding waarvoor hij als gediplomeerd A verpleegkundige één jaar korting krijgt en dus als tweedejaars instroomt. Zijn ouders zijn trots én zeer verheugd. Hun zoon heeft eindelijk een diploma. Jannigje laat zich nergens over uit. Zij is fulltime huisvrouw geworden, met een baby om voor te zorgen. Voor haar geldt, wat voor alle verpleegsters in die tijd waarheid is: “als een zuster bevalt, moet ze uit dienst, en als ze niet bevalt ook.”
Geef een reactie