Afgoderij!
In september krijgt Menno te horen dat hij zal worden overgeplaatst naar KNO, om daar zijn opleiding tot verpleger te vervolgen. Met gemengde gevoelens neemt hij afscheid van zuster Wegink en de collega’s op afdeling V en W. Enerzijds is het fijn om een volgende stap te zetten, in de wetenschap dat hij nieuwe indrukken op zal gaan doen, anderzijds valt het hem zwaar om juist naar KNO te gaan, waar hij nog maar zo kortgeleden als patiënt heeft gelegen. Vol goede moed, en gesterkt door een goede beoordeling voor praktijk door zuster Wegink, meldt hij zich bij zijn nieuwe afdelingshoofd.
De ontvangst is koel. De verpleegster tegenover hem blijkt een oude, uiterst vormelijke en strenge dame te zijn. Zuster Harbers.
Hoe streng zuster Harbers werkelijk is, blijkt al snel als zij een derdejaars leerling-verpleegster op staande voet ontslaat, nadat deze ‘s morgens vroeg aan het einde van haar nachtdienst is betrapt op het eten van een bord havermout dat ze voor zichzelf heeft opgeschept uit een volle tweeliterpan. De havermout is bestemd voor de patiënten, en niet voor personeel. Dat geen enkele patiënt die ochtend trek heeft in havemout, doet niet ter zake. Dat de zuster het de nacht daarvoor bijzonder druk heeft gehad en zich een beetje gammel voelt, wordt evenmin als excuus aanvaard. Eten van voedsel dat voor patiënten is bestemd, is diefstal. En op diefstal staat nu eenmaal straf.
De havermout gaat naar de varkens. Wat er van de onfortuinlijke zuster terecht is gekomen, komt Menno nooit te weten, maar hij is gewaarschuwd.
In september begint Menno met de kadercursus van Stichting Yoga Nederland. Als alles goed gaat, zal hij in het voorjaar van 1969 afstuderen als Yogaleraar, maar dat vindt hij niet zo belangrijk. Het gaat hem meer om de zaterdagmiddagen waarop hij les zal krijgen van dokter Rama Polderman, en om de verschillende avonden door het jaar waarop andere docenten lesgeven in oosterse filosofie. Inmiddels weet hij daar al veel van, vindt hij zelf, al kost het hem veel moeite om alles in praktijk te brengen.
“Afgoderij, dat is het,” zegt zuster Harbers met schelle stem, als zij de reden verneemt waarom Menno een bepaalde zaterdag vrij wil houden. “Ik zal je alle zaterdagen inplannen om je daarvan af te houden.”
Geef een reactie