Op de middelbare school was ik bevriend met een inmiddels uitgetreden Jehova’s Getuige. In Venray onderzoek ik sinds 10 jaar de banden tussen (ex-)Jehova’s, de politie en de zorg.
Met Christel had ik het vaak over de bijbel, literatuur en onze privé-besognes. We hadden een vertrouwensband. Ik kwam bij haar thuis. We zagen een film.
Ik vermoed dat (ex)-Jehova’s al jaren de politie, de zorg, het OM en de Universiteit Maastricht infiltreren. Er is, denk ik, een relatie met corona, #MeToo en zekere Venrayse families.
De wijkagent die zich door een thuiszorgorganisatie voor het karretje liet spannen om mij als #MeToo-slachtoffer en – insider de mond te snoeren geeft impliciet toe is dat hij één van de moordenaars is van Ashley, 10 jaar geleden een verzorgende met wie ik een liefdesband had. Ze zou later verpleegkundige worden. Ik vermoedde dat ze uit een niet-Limburgs gezin van Jehova’s Getuigen kwam. Zo denk ik er nog steeds over.
Ook zij wist blijkbaar te veel. De agent in dienst van de verpleegkundigen die mij misbruikten ook.
Vanmiddag zal het appartementencomplex Jeruzalem aan de Raadhuisstraat in Venray opnieuw mijn vragen over haar verder beantwoorden. Ik woon maar 50 meter verder. Ik ken mensen die daar resideren. Één van hen is een lotgenoot. Onze schaarse ontmoetingen op straat werden ten onrechte legendes in kringen van voorheen nette mensen.
Een stem in mijn hoofd beweert: hij leg nou al te rukke.
Geef een reactie