Houden van, als verzet. Dat was wat er door m’n hoofd flitste wanneer de man die ik net een aalmoes had toegestopt nog even naar me omkeek als om mij te bedanken. Zijn blik was vele boeken.
Het was op een druk verkeerspunt in Gent. Hij ging de rij wachtende auto’s af. Zijn smekende blik enkel ondersteund door een wit papier met wat uitleg op. En terwijl de meeste ramen nog ’s extra werden dichtgemaakt, joeg ik de mijne wijd open, als teken van minimale menselijkheid.
Het moet de man, een dertiger vermoed ik, die het hele rijtje wachtende auto’s afliep met een nederige vraag -voor hulp, voor iets, voor een kleinigheid- deugd hebben gedaan. Dat er toch iemand even naar hem wilde luisteren. Of tenminste de autoruit opende. Systeem-denkers orakelen nu vast dat ik dan wel evengoed een plak in mijn gezicht had kunnen krijgen. Maar dat is dan maar zo -dat zij dat denken.
Ik stak mijn hoofd zelfs een beetje uit het raam met ‘Que puis-je faire pour vous?’. De man die naar een leven bedelde zag er moe en verslagen uit, hopend ook. Gelaten is het juiste woord. Ik weet niet welke taal hij sprak. Maar dit minieme gebaar liet hem even op adem komen. Ik beantwoordde zijn uitgestoken, vragende hand met enkele euromunten die ik al klaar had. Hij boog zwijgend het hoofd en vervolgde zijn weg, naar een volgende afgesloten auto.
Bij het wegrijden van het kruispunt, op het moment dat hij me aankeek terwijl de dieselkolonne zich op gang trok, besefte ik het. Dat dit het enige teken is dat we kunnen geven. Om onze verwrongen wereld een hak te zetten tonen we het best, dat we van elkaar houden, ondanks alles, als teken van verzet.
Verzet tegen de polariserende, solidariteitsarme, segregatieve, bange, racistische, uitsluitende en vernietigende politiek die ons het leven wil uitknijpen.
Houden van, enkel dat.
Fidel, hasta la victoria!
Ann lanckriet zegt
Houden van… helemaal mee eens Wim!