Chef is altijd een week overstuur na het vooruitzetten van de wijzers van de klok bij aanvang van de zomertijd. En in november -wintertijd- gebeurt hetzelfde. Hij is de kluts kwijt, wat dat ook is. Tijd is toch al een illusie maar Chef, die de stand van de wijzers eigenhandig verandert- bij de Friese stoeltjesklok is dat een echt handmatige bezigheid, weet dat zomertijd een nog grotere illusie is. Een stemmetje fluistert: het is nep, de eigenlijke tijd is anders. Anders, anders, anders. Je bent een uur jonger.
Zo staat Chef ’s morgens anders op en gaat hij ’s avonds anders naar bed. Hij luncht om half twee = eigenlijk half één. Zet een artikel klaar om half drie = eigenlijk half twee. Chef weet uit ervaring dat het stemmetje na een week zwijgt over de tijd. En hij dan weer rustig wordt.
Zondag logeerde zijn kleine kleinzoon bij Chef. Ze spraken beiden over de dood, het onderwerp kwam zo ter sprake. Dood vindt de kleine man een naar woord, hij zegt: je kunt beter overgaan zeggen, opa. In de Kloosterbunker staat een houten bakje met zilverzand. Er in drie kleine keien en een houten harkje: een miniatuur zentuin.
Lulu, de kleine hond van de Lego brandweerkazerne is dood en begraven in het zilverzand onder een kei. De tuin- nu een begraafplaats, wordt aangeharkt en de kleinzoon van de Chef zei iets wat Chef niet verstond. Dat is ook niet de bedoeling want het is voor niemand bestemd, behalve voor de kleine jongen zelf. En voor Lulu, de brandweerhond. Het was zo gezellig dat de kleinzoon pas om 23.00 uur naar bed ging. Maar eigenlijk om 22.00 uur, dus dat viel weer mee.
Vlak voor de kleine man ging slapen zei hij tegen de Chef: Opa, als jij dood bent gaan mijn broertje en ik heel hard om jou huilen.