Schreeuwers tegen de komst van vluchtelingen ontlenen hun gelijk aan hun stemvolume en hun spreekkoren. Maar dat is niet eens het voornaamste probleem. Wat het meest schokt, is de manier waarop kernwaarden als gastvrijheid en medemenselijkheid ontkend worden. De vluchtelingencrisis is een waardecrisis.
Bas Heijne wijst in een column in De Gids op twee botsende waardespelen. De Verlichting bracht universele waarden: gedeelde menselijkheid en gelijkwaardigheid. ‘Wij samen!’. De Contra-Verlichting benadrukte eigenheid, verschil, nationaliteit, groepscultuur en ‘Eigen volk eerst’. ‘Wij tegenover zij!’. Populisme is de onderbuikversie van de Contra-Verlichting. Die tweedeling vond ik verhelderend. En natuurijk kies ik dan voor het Verlichtingsideaal.
Maar toch zit er een probleem. Als antropoloog heb ik me een leven lang beziggehouden met wat mensen gemeen hebben èn met wat hen onderscheidt. Cultuurverschillen zijn er, ook al heb ik het vaak over ‘de mens’. De vraag is hoe je met die verschillen omgaat. En met je eigen culturele bepaaldheid.
De antropologie heeft een tijd gevaren onder de vlag van het cultuurrelativisme. Elke cultuur heeft haar eigen waarden en het is een doodzonde de ene cultuur te beoordelen met de waarden van de andere. Cultuurrelativisme bevordert goede omgangsvormen.
Maar de Holocaust maakte duidelijk dat je de cultuur van Nazi-Duitsland juist wel moest beoordelen. Zo ook de Apartheid. Of repressie, geweld, marteling, onthoofding en dictatuur.
Bovendien globaliseert de wereld in hoog tempo, waardoor iedereen met iedereen te maken heeft. Ook daarom is er behoefte aan een gemeenschappelijk waardepakket. Zo gezien namen de Verlichtingswaarden een interessant voorschot op de schaalvergroting die ging komen.
Maar wat is dan nu het morele kompas voor wereldwijd gebruik? De Universele Verklaring van de Mensenrechten doet een – nog lang niet altijd gerespecteerde – poging. Amnesty fungeert als wereldgeweten, maar vecht tegen de bierkaai.
De recente geschiedenis is vol gebeurtenissen die evenzovele aanleidingen zijn om met vallen en opstaan een nieuw waardekader te vinden. De vluchtelingenstroom is de meest recente in de serie. Het dilemma dat Heijne schetst vergezelt ons voorlopig nog wel.
Dan helpt elke suggestie. Als we nu eens dit waardedilemma opnieuw doordenken in het licht van macht en spel?
Ik kom uit bij ludocratie als overkoepelend waardespel. Hoofdrolspeler: Homo Ludens, de spelende mens. Voordeel: die is zowel universeel aanwezig als cultureel bepaald. Het is een speler die stoeit met alternatieven zoals Pro- en Contra-Verlichting, menselijkheid en eigenbelang, globaal en lokaal, en nog een hele serie andere dilemma’s. Spel is namelijk het menselijk vermogen tegelijk meer indelingen van de werkelijkheid te hanteren.
Wat schieten we daarmee op? Ludocratie wordt wel in volle ernst gespeeld, maar is ook zelfrelativerend. Dat zorgt voor een zachte versie van de onvermijdelijke macht. Besluiten sluiten nooit mensen uit. Homo Ludens speelt op een serieuze manier met werkelijkheidsdefinities, maar dat gebeurt met de knipoog van de bescheiden betekenisgever: ‘Ik ben ook maar een mens, ik probeer alleen maar iets uit. Ik ben nu eenmaal een knappe knoeier!’. Homo Ludens schreeuwt alleen van spelplezier.
Kortom: leve de ludocratie! Nu met vluchtelingen als nieuwe spelers!
G.J. Smeets zegt
Andre Droogers,
je stelt:
“De Universele Verklaring van de Mensenrechten doet een – nog lang niet altijd gerespecteerde – poging [tot globaal moreel kompas].”
Een beter moreel kompas dan die Universele Verklaring is er m.i. niet. Dan is het dus zaak dat die Verklaring wél altijd gerespecteerd wordt. Je suggestie ‘ludocratie’ zie ik dan ook niet als vervanger van die Verklaring maar als strategie om die Verklaring door te douwen met het spel van de macht en de macht van het goed gespeeld spel.
Jan D zegt
Mij is geleerd, “Hoe harder de mens schreeuwt, hoe banger hij/zij is” Er zijn dus heel veel bange mensen.
Léon zegt
Juist!
Marijke van Geest zegt
Interessant vraagstuk. De inhoud voegt zich doorgaans naar de vorm waarin het gegoten wordt. Alleen door het spel te spelen kan er iets veranderen. Er is een bepaalde mate van psychologische flexibiliteit benodigd om met waarden (die intrinsiek zijn en per definitie niet goed of fout) te spelen.