In mijn praktijk valt me regelmatig op dat mensen zich wel graag willen ontwikkelen – of ergens van af willen – maar weinig zicht hebben op de weg die ze zullen gaan. Ik doel hier op de ontwikkeling van ons bewustzijn, ofwel hoe we de kwaliteit ervan kunnen verhogen. Onze hele gerichte bewustzijnsontwikkeling – vanaf onze volwassenwording tot aan de volledige realisatie van ons potentieel – noemen we, naar het einddoel, het Spirituele Pad. Het Pad naar spirituele realisatie.
Terwijl ons specifieke Spirituele Pad individueel is (ze is voor niemand hetzelfde) kunnen we wel iets zeggen over de fasen die we doorlopen op die weg. Een praktische indeling van het Pad zijn deze drie fasen: de psychologische-, de existentiële- en de spirituele fase. In alle drie staat in essentie onze perceptie centraal.
Hoewel ontwikkelingsmodellen een lineaire en chronologische volgorde suggereren is het leven zelf heel wat onvoorspelbaarder. In ons leven zullen we aspecten van de drie fasen redelijk willekeurig tegenkomen en engageren. Dat kan een goede reden zijn om je te verbinden met een spirituele discipline, dat geeft structuur door een duidelijke visie en beoefeningsinstructies.
De Psychologische Fase
De eerste fase is het gebied waarin we zelfonderzoek doen naar de patronen van denken en doen die we ontwikkeld hebben in ons leven tot nu toe. We onderscheiden welke patronen productief zijn (brengen ons wat we willen), en welke contraproductief (brengen ons wat we niet willen). In dit psychologische gebied richten we ons in onze perceptie op hetgeen we inhoudelijk kunnen veranderen.
De psychologische fase van persoonlijke ontwikkeling bestaat uit het vergroten van onze zelfkennis, en van vaardigheden als communicatie, assertiviteit, zelfvertrouwen, en omgaan met angst, schuld en schaamte. Wat betreft onze perceptie kun je zeggen dat we in deze fase vooral onze identificaties veranderen.
De technieken die hier gebruikt kunnen worden komen voort uit de verschillende psychotherapeutische scholen, van cognitieve gedragstherapie tot gestalttherapie (1).
De Existentiële Fase
In onze existentie komen twee essentiële aspecten van ons bestaan samen. We hebben ons uiteen te zetten met ons concrete en unieke menselijke bestaan. Het concrete is de directe ervaarbare realiteit van onszelf als mens in veranderende omgeving. In deze wisselwerking moeten we overleven en ons ontwikkelen. Tegelijkertijd is onze existentie ook inherent beperkt, we zijn geboren en zullen ook weer sterven.
We hebben potentie, maar geen grenzeloze mogelijkheden. De existentiële fase kenmerkt zich door het onder ogen zien van ‘hoe het is.’ Anders dan in de psychologische fase richten we ons hier niet zozeer op de verandering van onze identificaties (inhoud), maar op de directe perceptie van ons hier-en-nu bestaan (proces). Ons bestaan wat zich manifesteert in zintuiglijk waarneembare sensaties, gevoelens, emoties, gedachten en beelden.
De technieken die we hier gebruiken om ons los te maken van onze automatische identificaties komen voort uit meditatieve tradities, van concentratie-meditatie (shamata) tot helderheid-meditatie (vipashana), maar ook het compassie onderricht voor het trainen van de geest (Tib. Lojong).
De Spirituele Fase
Als we deze fasen benaderen als niveaus van bewustzijn dan is deze laatste de hoogste. Hier richten we ons niet meer op enige inhoud van ons bewustzijn, of het proces van perceptie maar direct op het bewustzijn zélf. Wanneer we (in staat zijn om) al onze denkbeelden, overtuigingen en meningen los (te) laten op het moment dat ze opkomen, en te zijn in ons bewustzijn zélf, dan is dat het van nature aanwezige tijdloze Gewaarzijn.
Waar we ons in de eerdere fasen nog bedienden van een virtuele ‘waarnemer’ om ons te verlossen van onnodige, routinematige identificaties, zijn hier de waarnemer en het waargenomene een en hetzelfde. Het is de realisatie van de non-duale (2) essentie van de werkelijkheid. Daardoor is er een steeds grotere mate van helderheid (aandachtige aanwezigheid) die in zichzelf de bevrijding is van onze beperkende identificatie met de inhoud van de eerste twee fasen.
Anders gezegd, hier engageren we ons niet meer met enige inhoud maar omvatten én overstijgen deze onmiddellijk. Overigens blijven we natuurlijk ‘gewoon’ functioneren in ons dagelijks leven, maar op een stabiel, hoog en reactiviteit vrij niveau.
In deze fase worden technieken ‘gebruikt’ als direct doorsnijden en non-meditatie – een direct en helder aanwezig zijn zonder object om op te mediteren, en zonder iemand die mediteert.
Heb een goed hart.
(2) ‘Non-dualiteit’ is een vertaling van het Sanskriet ‘advaita’ = niet-twee.
Piet Nusteleijn zegt
Een mooie en vrij heldere beschrijving van het proces
van menswording. Alsof het zo kan gaan. Je krijgt zelfs de neiging het verhaal over te schrijven om aan jezelf
uit te leggen hoe het in zijn werk gaat. Je was één, je
valt uiteen tijdens het grootgroeien en uiteindelijk besef je dat alles voorbij gaat en je één bent gebleven.
Ook dit is een zeer aardige beschrijving. Het blijft echter een simpele beschrijving. De werkelijkheid is veel
versplinterender. Je moet veel doen om jezelf bij elkaar te harken.
Ramo de Boer zegt
Beste Piet,
Of we in den beginne een waren weet ik niet, ook niet trouwens of dat iets zou bijdragen aan onze ontwikkeling.
Je benoemt terecht de weerbarstigheid van het pad, wat op papier ogenschijnlijk zo helder en simpel weer te geven is.
Het leuke van dit soort modellen vind ik dat als de omschrijving inderdaad helder is je meteen kunt vaststellen vanuit welke fase je reageert.
Zo heeft deze representatie van de werkelijkheid een praktische toepassing. Niet de definitieve realisatie – hoewel die natuurlijk ieder moment kan plaatsvinden, dus waarom nu niet – en wel een zinvolle oefening om vast te stellen waar je je ergens bevind op het padloze pad.
Piet Nusteleijn zegt
De waarnemer en het waargenomene zijn een en hetzelfde. Dit heeft Krishnamurti vaak gezegd. Heel lang heb ik nagedacht wat hij daar nu precies mee bedoelt. Ramo, jij noemt deze twee begrippen in jouw stuk tekst en dat was voor mij een soort thuiskomen. Dank voor je reactie. Overigens was “in den beginne” niet “het woord” maar de stilte. Maar laten we het allemaal niet benoemen. Wanneer je tegen een roos “koe” zegt, gaat de roos er niet minder om geuren. De roos behoudt dezelfde geur. Bij mensen heeft benoemen en classificeren heel veel invloed. Wellicht is het nog het beste om te blijven puzzelen op “de waarnemer en het waargenomene zijn één”. Soms is het namelijk zó. Dan weet je het. En soms ben je aan het harken en ben je hèt kwijt….Groet!
Ramo de Boer zegt
Niet meer harken dan maar :-)