De verkiezingen van de Eerste Kamer zijn achter de rug en Nederland blijkt nog moeilijker bestuurbaar te zijn geworden. De onderlinge strijd van de politieke partijen is verscherpt door hun EGOcratie. Deskundigheid schijnt minder belangrijk te zijn. Het voorbeeld van de miljoenenverliezen bij de hogesnelheidslijn spreekt duidelijke taal.
Democratie is het bestuur van het volk voor het volk, gericht op het welzijn van het volk. Democratie gaat niet om de macht van politieke partijen, die zich verschuilen achter bestuurlijke regelingen. Die zijn zeker nodig om het beleid in goede banen te leiden. Maar ze behoren gericht te zijn op het welzijn van de mensen. In de praktijk blijkt het vaak anders uit te pakken. Het welzijn van de mensen wordt verstikt door de bureaucratie, waarmee de politieke partijen sterk zijn verweven.
Gelukkig zijn er ook mensen die zich verantwoordelijk voelen voor mensen die het moeilijk hebben en die bereid zijn om te helpen. Helaas maakt de overheid het hen vaak heel lastig om iets te doen. Als een moeder haar verarmde zoon in huis wil nemen gaat dat ten koste van haar inkomen. Mensen zijn niet meer in staat elkaar te helpen omdat het altijd geld kost. Dat wordt bepaald door het beleid van de politieke partijen die samen de meerderheid hebben.
Hoe is het mogelijk dat in een rijk land als Nederland de voedselbanken steeds meer klanten krijgen? Een goed beleid wordt onmogelijk gemaakt door de verdeeldheid van de politieke partijen. Hulp aan de armen wordt jammer genoeg ook steeds meer gebureaucratiseerd, zodat hulp aan de echte armen vastloopt op de formaliteiten waaraan men moet voldoen.
Het zijn de mensen met een democratische gezindheid en een spirituele bezieling die bereid zijn iets te doen voor mensen die het moeilijk hebben. Deze hulpverleners, hoe kleinschalig ook, beseffen dat het om het menselijk welzijn gaat. Jammer genoeg halen ze de media niet en ze krijgen ook weinig bekendheid. Elke hulp aan iemand in nood is een democratisch gebaar, het is een zegen.
Lammert Huizinga zegt
Beste heer De Blot,
Bent u werkelijk van mening dat ‘democratie’ staat voor: “Het bestuur van het volk voor het volk, gericht op het welzijn van het volk”, of is dat een door u gekoesterde wens? Of bovenstaande definiëring ooit van toepassing is geweest, weet ik niet, maar ik vrees dat die nu in elk geval geen opgeld meer doet.
In mijn optiek is de democratie niets meer dan een elite die de dienst uitmaakt, en het volk fopt door ze te laten denken dat er gestemd mag worden. Het volk mag nu kiezen, maar niet stemmen, kiezen uit een aantal clubjes die beloftes doen die zelden uit worden gevoerd.
Dat er voedselbanken zijn is, alweer in mijn optiek, het gevolg van het feit dat we meer en meer schaamteloos durven te weigeren om anderen te laten delen in onze eigen rijkdom. Ik denk dat het zeker zo is dat politici daar een verantwoordelijkheid in hebben, maar niet dragen. Politici dragen aan, en het volk mag kiezen. Het volk heeft minder en minder interesse in wat politici aandragen. Het raakt ze niet, de politici die de dienst uitmaken in de democratie, staan verder en verder af van de mensen die ze zeggen te vertegenwoordigen. Ze prediken en doen alsof ze luisteren. Ze, en ook we, praten niet meer met, maar hoofdzakelijk alleen nog maar tegen elkaar.
Ik ben me ervan bewust dat ik hier een negatieve boodschap verkondig waar positiviteit de remedie is.
Ik denk, ik hoop, ik ben ervan overtuigd dat het tij te keren is, we zùllen het keren, nadat we de handen ineen hebben geslagen.
Ik besluit met mijn eigen variant van de eerste regel van de Gelofte van de Bodhisattva: Hoe talrijk en verschillend de voelende wezens ook zijn, ik neem me voor om iedereen bij te staan …
Lammert Huizinga