Hoe kan iemand ontradicaliseren? Heel simpel, door weer te gaan spelen! Spel is de levenskunst van het alternatief.
Spel leent zich prima voor praktische toepassingen. Zo probeer ik met mijn boekje ‘God 3.0′ gelovigen een manier aan de hand te doen om creatief met hun twijfels om te gaan. ‘Als er zoveel religies zijn, is de mijne dan wel waar?’
Oplossing: Speel je eigen zingevingspel, neem dat serieus, maar doe af en toe het spiegelritueel. Knipoog naar jezelf voor de spiegel en zeg: ‘Ik speel mijn spel in volle ernst, maar ik weet dat er anderen zijn die even serieus een ander zingevingspel spelen. Dat belet me niet mijn eigen spel te spelen, maar het maakt me wel tolerant. En wantrouwig, als mijn geestelijke leiders hun macht gebruiken om me te laten geloven dat ons spel het enige ware is. Amen.’
Bij religieuze radicalisering gaat het niet om gelovigen die twijfelen, maar die juist superzeker zijn van hun zaak. Andersgelovigen hebben het helemaal mis. Die radicale keuze wordt een maatschappelijk probleem zodra de eigen boodschap alle middelen heiligt. Als geweld een van die middelen is, wordt het echt link.
Wat heet geweld? Geweld noem ik het gebruik van fysieke, verbale en psychologische machtsmiddelen om personen in hun fysieke, verbale en psychologische welzijn aan te tasten. Ik beperk me met deze omschrijving niet tot het fysieke geweld dat doodt, ook al is dat nu bijna dagelijks breaking news. Ook woorden kunnen doden, net zoals mensen met psychologische trucs monddood gemaakt kunnen worden.
Het typerende van religieus geweld is dat gelovigen ideeën en gedrag uit hun religie gebruiken om geweld op te roepen en te rechtvaardigen. Elke ketter zijn letter. Het gebektst met eigen tekst.
Maar hoe kan een religie geweld rechtvaardigen, terwijl ze toch meestal ook een menslievende kant heeft. Leven en welzijn zijn doorgaans kernwaarden. Verdwijnt de compassie als de passie gaat woeden?
Als dat het geval is, stelt de buitenwacht een religie al snel als geheel verantwoordelijk. Minder radicale gelovigen worden dan gemaand hun broeders en zusters op te roepen tot menslievender gedrag. Of een verbod op de hele religie wordt per spandoek, T-shirt of partijprogramma gepropageerd.
Terug naar spel. Alle gelovigen zijn mensen. Mensen spelen met hun betekenisrepertoires. Dat zijn de voorraadschuren waarin betekenissen bewaard worden. Er zit veel meer in dan een mens nodig heeft. In opvoeding en onderwijs leer je je weg te vinden door die schuren. Gelovigen spelen met de voorraad religieuze betekenissen.
Tijden veranderen, en betekenisrepertoires veranderen mee, ook religieuze. Mensen danken betekenissen af en omarmen nieuwe betekenissen. Jezus was Verlosser, werd een Goed Mens, en heeft uiteindelijk misschien niet bestaan.
De repertoireschuren zitten zo vol dat elk mens er wel iets kan vinden dat past. Omdat iedereen zijn eigen keuze maakt, ontstaan verschillen. Wereldreligies bieden een keuzepakket. Daar wordt door de verschillende stromingen binnen de wereldreligie weer over geheggeld en gesteggeld. Radicalisering ontstaat als gelovigen vergeten dat er meer in de voorraadschuur zat dan hun eigen selectie.
De kernvraag bij radicaliseringsgeweld wordt dan: Wat beweegt iemand om op een bepaald moment en in een bepaalde context juist die specifieke betekenissen uit de repertoireschuur tevoorschijn te halen die geweld tegen andersgelovigen acceptabel maken? Sommigen zoeken het antwoord in de opvoeding, de cultuur of de groep. Of ze wijzen op iemands levensgeschiedenis. Of op de minderheidspositie. Of op die ene gebeurtenis die als trigger werkte. Of op die ene geestelijke leider met zijn overtuigende verhaal. Of op al die dingen en nog een paar. Ik denk dat men heeft verleerd te spelen met de repertoires.
Hoe kan spel dan remedie zijn? Doordat iedereen het spiegelritueel uitvoert, toleranter wordt en macht gaat wantrouwen. En dus meer mens wordt. Zo simpel.