“De herfst is overgegaan in de winter en ik voel het in mijn hele lijf. Ik ben moe, lusteloos en heb nergens meer zin in. Ik sleep mezelf ’s ochtends uit bed maar ben vervolgens de rest van de dag nauwelijks vooruit te branden. Ik heb geen zin om iets te ondernemen of om vrienden te ontmoeten. Op dit moment is het meer overleven dan werkelijk leven en wat er allemaal om me heen gebeurt boeit me eigenlijk niet zoveel. Ik wil gewoon weer lekker in mijn warme holletje kruipen en wachten tot het allemaal over is. Hoe moet ik hiermee omgaan?”
~ Rianne Pelleboer ~
In de rubriek Shoot! geeft zencoach Tom Hannes antwoord op al je levensvragen. Samen met Rianne bezoekt hij de “zes rijken’‘, in deze zesdelige Shoot!-special.
Antwoord van Tom Hannes:
Ah, heb jij dat ook? Vervelend, niet? Mij treft deze mokerslag vooral in de periode rond het jaareinde. Elk jaar opnieuw. Ik laat me er telkens weer door verrassen. Tot grote ergernis van mezelf, en van mijn huisgenoten. Toch is het elke keer opnieuw ook een interessante periode. Achteraf gezien toch. Want op het moment zelf is het natuurlijk vooral balen.
Allemaal beestjes
Welke wijsheid valt er te rapen in deze treurige toestand? Is hier überhaupt iets van waarde te vinden? We zouden geen boeddhisten zijn als we ook hier niet volmondig ‘jazeker’ op antwoordden. In termen van de zes rijken zijn we in het dierenrijk beland. Een toestand waarin we leven in de dofheid van de automatische piloot. Het voelt allemaal te klein en benauwd aan, en tegelijkertijd is het vermoeiend en te veel. Van vervulling is geen sprake. Een geïrriteerde verveling slaat toe. Zin om wat te ondernemen krijgen we daar niet van. En zinvol voelt het al allemaal niet.
Iemand die het goed met ons meent, vertelt ons misschien: ‘Kom op zeg! Get a life! Het leven is te rijk en te boeiend om je te zitten vervelen!’ Dat werkt misschien voor wie niet in het dierenrijk woont. Wie wel in het dierenrijk verzeild is, heeft hier geen enkele boodschap aan. In het dierenrijk leven = niets anders kunnen bedenken dan in een veilig holletje wachten tot het beter gaat.
Tekening: Tom Hannes, uit: Zen of het konijn in ons brein, uitgeverij Witsand |
Bugs Buddha
Toch is ook dit droeve rijk niet keuzeloos. De keuze die het verschil kan maken ligt in de manier waarop we wachten: als een drama-konijntje of als een Boeddha.
Als drama-konijntjes hullen we ons wachten in zelfbeklag. Zoals: “Zie mij hier nu in mijn holletje! Dit is toch geen léven? Help mij! Iemand! Of neen, help mij niet! Laat mij maar alleen. Of neen, help mij toch maar, want ik ben zo eenzaam. Maar laat mij ook met rust hoor, want daar ben ik nu wel aan toe!…” Dat aantrekken en afstoten zorgt ervoor dat ons verblijf in het dierenrijk nog ellendiger, langer en ingewikkelder wordt dan nodig.
Het drama in jouw vraag is minder expliciet. Het ligt eerder stilletjes vervat in je conclusie dat deze toestand ‘meer overleven dan werkelijk leven’ is. In zekere zin klopt dat: dit is geen leven. Maar toch moeten we erkennen dat deze toestand op dit moment wel jouw leven is. Ten voeten uit. Precies door die erkenning kan het drama-gehalte tot rust komen. In plaats van onszelf te verblinden met de jammerkreet dat dit ‘maar’ overleven is, kunnen we beginnen voelen dat ons iets gevraagd wordt: ‘Neem a.u.b. contact op met de signaalfunctie van je ongenoegen.’ Het signaal in het dierenrijk is echter zwak en vaag. Daarom hebben we een ondramatisch soort van wachten nodig om helderheid te scheppen. Boeddhawachten.
Terwijl het drama-konijn in zijn holletje zit te bibberen, lijkt Boeddhawachten meer op wat een wachter aan de poort van een middeleeuwse stad doet. Hij staat rustig en rechtop. Ontspannen en alert. Hij doet niets, want hij kan niets doen. Hij verdwijnt daarom nog niet in drama, verveling of irritatie. Hij kijkt. Naar eender wat er gebeurt. Naar eender welk signaal. Dat is wat hij die dag te doen heeft. Misschien komt er die dag helemaal niets opdagen. Maar als de poortwachter helemaal poortwachter is, weet hij dat, als er ooit beweging komt, hij het meteen gezien zal hebben. Daarin vindt hij zijn waardigheid. Zijn cool. Zijn interesse. Zelfs zijn lichtheid en zijn vreugde.
Wat jij in je vraag afdoet als ‘overleven’ is potentieel nobeler dan je op dat moment gelooft. Je kunt je oor te luister leggen bij een signaal dat nog geen manier heeft gevonden om zich duidelijk te maken. Bewaar je cool. Betrap jezelf op je drama en lach er hartelijk om. En blijf kijken. Hoed je voor al te snelle conclusies, want het drama-konijn staat altijd paraat om ronkende conclusies te leveren. Hoed je ook voor het besluit dat er niets aan de hand is. Wees geduldig. Zie welk signaal zich aandient. Misschien word je wel flink verrast.
Lof der verveling
Verveling wordt vandaag zwaar onderschat als voedingsbodem voor levenswijsheid. We zijn geneigd om ons leven vol te proppen met interessante of prikkelende dingen. Maar ook dat is geen leven. Dat is razen. Hoezeer dat geraas ook gepromoot wordt in onze maatschappij – die om economisch-ideologische redenen mensen herleidt tot producenten en consumenten – voor onze levenswijsheid en -vreugde is het nefast.
De lastige momenten in het dierenrijk kunnen daarom mooie momenten worden. Laat de siddering van de verveling je maar eventjes helemaal vervullen. Wat klinkt er in je verveelde irritatie? Misschien werk je te hard en moet je meer rusten. Of voelen de dingen die je nastreeft toch niet zo vervullend als als je verwacht had. Misschien eis je iets van jezelf of van anderen waar je je niet eens bewust van bent. Misschien voel je dat je leven zo vol is dat er geen ruimte is om je aan een diepe wijsheidsweg te wijden. Het kan echt alles zijn. Je weet het nooit op voorhand. Maar achteraf denk je vaak: ‘Ik wist het wel. Alleen leek ik vreemd genoeg niet te weten dat ik het wist.’
Hou je dus haaks daar in je wachtpost. Be cool. Kijk. Voel. Ervaar de waardigheid van je werk op dit moment in het dierenrijk. Ik probeer hetzelfde te doen. Zo licht als ik kan. Van harte. Tom.
———
De zes rijken
De ‘zes rijken’ maken deel uit van de klassieke boeddhistische mythologie. Het zijn de zes domeinen waar je terecht kunt komen in de eindeloze cyclus van wedergeboorte. Afhankelijk van het karma dat je tijdens je leven opbouwt, word je in een volgend leven herboren in de hemel van de gelukzalige goden (deva’s), de hemel van de strijdende goden (asura’s), de wereld van de hongerige geesten (gaki’s), als dier, als mens, of in de hel. Sommige van die rijken zijn aangenaam, andere zijn pure ellende. Maar wat ze allemaal gemeen hebben is dat ze tijdelijk zijn. Zodra je karma opgebruikt is, kom je na je dood terecht in een nieuw rijk. Welk rijk dat is, hangt af van de manier waarop je gereageerd hebt op wat je overkwam in het vorige rijk.
Dat is de mythologische verbeelding van het hele karma-idee. De zes rijken kunnen we ook op een psychologische wijze lezen: we worden van moment op moment onophoudelijk herboren in een nieuwe geestesgesteldheid. Die heeft een gigantisch grote invloed op onze interactie met de wereld. De zes rijken kunnen dan gezien worden als: de roes van succes (deva), energetische daadkracht (asura), sluimerende frustratie (gaki), opgesloten zijn in routine (dier), de wereld van het sociale ik (mens) en angst en boosheid (de hel).
Ik gebruik de zes rijken graag als mental map. Het is zo’n beetje mijn kader geworden om concreet vorm en richting te geven aan wat het zou kunnen betekenen om een boeddhist te zijn in ons huidige verwarrende dagelijkse leven.
Annemiek Deerenberg zegt
Dank je wel, Tom. Een mooie manier om met zo’n periode – ik ken ze – om te gaan. Als het lukt, natuurlijk.