In gesprekken die over de dood gaan kan ik zo uit de losse pols opmerken dat ik eigenaar/beheerder ben van zes graven, in een verstild bos in Beekbergen. Drie ervan zijn al bezet. Zo zo, nou nou, goh, goh, het is niet waar, dat is interessant, zeggen mijn toehoorders.
Ik beschrijf dan de eeuwenoude begraafplaats met de prachtige bomen en de rust die er heerst. Daar word ik later na mijn dood begraven, zeg ik dan. Eigenlijk is dat een rare opmerking. Ze knikken en een enkeling informeert of hij/zij daar ook kan komen liggen. Ik wil je er wel een verhuren, zeg ik dan. Toch mooi meegenomen, zo’n extraatje. Het is altijd een leuk onderwerp, ook als binnenkomertje op een feestje. De Man-Van-De- Zes-Graven, zie je ze denken.
Deze week, tijdens een redactieoverleg, voelde ik me ineens zo super burgertruttig met mijn graven-in-Beekbergen. Mijn gesprekspartners waren twee leuke en ook erg stoere vrouwen. De een kruipt onder auto’s om effe wat dingen te repareren en staat ook verder niet snel met lege handen. De ander is ook zo’n type van niet lullen maar poetsen, zingt rare sutta’s met een oudhollands tekstje. Ze zijn ook erg intelligent en ad rem. Mooie types waar je goed tegenaan kunt leunen omdat ze de hele wereld in hun zak lijken te hebben.
Die dag was ik niet erg gemotiveerd om maar iets te doen. Waarschuw me maar als het interessant wordt, zei ik hooghartig tegen de vrouwen. De een (de monteur) keek me bestraffend aan en lachte een beetje meesmuilend. De ander gaf geen sjoege.
En toen overviel me ineens dat burgertruttig gevoel toen ik een van de vrouwen hoorde zeggen dat ze in contact was getreden met Artis om na haar dood haar lichaam aan te bieden als hapje voor de leeuwen. Op de momenten dat er geen bezoekers waren. De harde delen, goed voor de tanden van de dieren, de weke delen als toetje. Daar zat ik dan, De-Man-Met-De-Zes-Graven, waarom ben ik niet op dat prachtige idee gekomen?
De vrouw vertelde dat ze als student bij Artis in Amsterdam had gewerkt. Als kind was ze al heel erg onder de indruk geraakt van indianen en andere ‘wilden’ die gewoon een plek zochten in de natuur om te sterven. Haar huiskatten deden dat overigens ook. Die liepen gewoon weg en kwamen nooit meer terug.
Op een dag moest zij naar de verzorgers van de roofdieren. Twee kids hadden net een paar levende duiven gebracht. Dat gebeurde wel vaker bij Artis. Mensen die dieren brengen en hopen dat de dierentuin er voor zorgt. De duiven werden aan de kleine roofdieren gevoerd. Vonden ze heerlijk. Toen zij binnenkwam in de voerkeuken was de verzorger net de karkassen van de slachtpaarden aan het versnijden. Prachtig vond ze dat, die vluchtdieren die door een raadselachtige speling van het lot en de tijd door Hans, de leeuw verorberd zouden worden.
Toen vroeg ze Het, of ze na haar dood Hans voor korte tijd gezelschap mocht houden . Het leek volgens haar zo normaal! Maar het bleek geen normaal verzoek te zijn. De verzorger reageerde verontwaardigd. Onduidelijk waarom. Het bleek dat er vaker mensen vroegen om gevoerd te mogen worden. Misschien was het mijn jeugdigheid en schokte het hem dat ik al zo jong met mijn gestorven lichaam bezig was, zei ze. Onlangs belde ze nog eens met Artis, maar daar wilden ze nog steeds niks van haar aanbod weten.
De andere vrouw kwam meteen met een oplossing. Ze zei: Als je niet in Amsterdam bij Artis terecht kan, breng ik je lichaam met de KLM naar Tibet. Daar hakken ze je lichaam in stukken en voeren dat aan de gieren. Ze noemen dat een luchtbegrafenis. Ze raakte op dreef. Ik begin een reisbureau, zei ze, One Way Ticket to the Roof of the World (OWTRW). Ik ging rechtop zitten, dit was interessant. Ik zag de vrouw al met een busje door de stad rijden om klanten op te halen die van tevoren haar hadden laten weten de laatste reis naar Tibet te willen maken. En niet Hans blij zouden maken, maar opa De Gier. Wat een fantastisch en metta en dana-achtig idee. Of het echt uitvoerbaar is, moet nog blijken. In India, waar ze ook aan luchtbegrafenissen doen, zijn al hele kolonies gieren uitgestorven omdat hun hapjes vol zaten met diclofenac, een pijnstillend middel. Het zal niet eens een keertje meezitten.
Moge iedereen gelukkig, gezond en vrij zijn, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

Geef een reactie