Geloof het of niet, maar er is een wereld van verschil tussen (met) iets stoppen of ergens mee ophouden. Het een kost energie, het ander kost hoegenaamd nul energie. Noppes. Nada, Niks. En dat is precies de reden waarom stoppen vaak niet lukt, terwijl ophouden met – wel succesvol is. Dat zit zo:
Neem een bromtol. Dat is zo’n ding waar kinderen wel eens mee spelen. Ik had er ook een. Het is een klassiek mechanisch ding dat op een dikke draaitol lijkt. Hij staat op een stevige voet, is meestal van metaal en is vaak beschildert met gekleurde figuurtjes. Bovenop zit in het midden een knop aan een gedraaide stang die je op en meer moet pompen om het ding te laten draaien. Doordat er gaatjes in de tol zitten gaat de bromtol brommen en zoemen wanneer ie omwentelingen maakt. Je moet er dus energie in pompen om er geluid uit te krijgen. En hier komt nu het verschil tussen stoppen en ophouden: om de tol te stoppen moet je er opnieuw energie in stoppen, bijvoorbeeld door hem beet te pakken aan de buitenkant. Dat kan link zijn, want die gaatjes in de tol kunnen plakjes huid van je vingers afschrapen. Je kunt ook gewoon niks doen. Je houdt dan op met pompen, en wacht daarna geduldig tot het ding niet langer meer ronddraait.
Stoppen kost energie. Stoppen gaat namelijk niet vanzelf. Je moet iets doen. Remmen, blokkeren, tegenhouden, vertragen, … er zijn allerlei woorden voor, maar ze hebben allemaal hetzelfde gemeen: je moet iets DOEN. Het gaat niet vanzelf.
Ophouden met – kost geen energie. Wanneer je ophoudt ergens energie in te pompen, kan het zijn dat je in eerste instantie weinig merkt, maar op den duur houdt er iets op. Wat houdt er op? Dat waar energie voor nodig is om het in gang te houden. Dat, en niks anders. Bij een bromtol houdt het brommen eerder op dan het draaien, maar ook dat draaien houdt vanzelf op. Een mammoetschip waarvan de stuurman de motoren stil zet houdt vroeg of laat ook op met varen, maar daar heb je wat meer geduld voor nodig om het te merken. Maar het gebeurt. Alles waar geen energie meer aan wordt besteed,, houdt vanzelf een keer op.
Hoe relevant is dit voor ons dagelijks leven? Ik zou zeggen: bijzonder relevant! Ophouden met – is naar mijn inschatting een door velen ondergewaardeerde vorm van ontspannen. En het is ook essentieel voor allerlei vormen van meditatie.
Eerst maar eens ontspannen. Daar hoef je niets voor te doen. Het enige dat ervoor nodig is ophouden met je in te spannen. Klaar. Wat zien we echter? We leven in een maatschappij waarin veel mensen van alles doen om zich te ontspannen. Heerlijk tegenstrijdig: je inspannen om te ontspannen. Dat klinkt als vechten voor vrede of ‘fucking for virginity’.
Wanneer je je gaat inspannen om je te ontspannen, kom je op gebied van ontspannen geen stap verder. Het lijkt op de volgende mop: “Er komt een man bij een adviseur met de klacht: “Wij wonen te krap. Wat moet ik doen? De adviseur adviseert de man om zijn schoonmoeder in huis te halen. De man protesteert… maar doet het. Na een week klaagt hij dat het nu nog krapper is. Het advies: neem ook je oom en tante in huis… Na drie dagen jammert de man dat het niet uit te houden is zo krap als het nu is. Het advies: neem ook een paar neven en nichten in huis. De volgende dag zegt de man dat het echt niet verder kan zo. Advies: stuur nu iedereen weer weg… De man komt thuis en roept: wat een ruimte! Wat een ruimte!” Het is duidelijk: er is geen vierkante centimeter ruimte bij gekomen, maar de ervaring is veranderd. Dit is precies wat er gebeurt als je je inspant om je te ontspannen. Er verandert helemaal niets, behalve de ervaring.
Iedere vergelijking gaat ergens mank, zo ook de vorige ‘mop’. Kortom: zie vooral de humor, maar maak er geen voor alles geldende stelling van.
Ophouden met – (wat dan ook) is echt wat anders dan niets doen in de zin van lui worden of lui zijn. Integendeel zelfs. Vroeger werd luiheid ook wel ‘ledigheid’ genoemd. In het gezegde ‘ledigheid is des duivels oorkussen’ heeft ledigheid de betekenis van ‘neiging om je vooral niet in te spannen want je zou eens moe kunnen worden.’ Dat soort ledigheid is niet te vergelijken met het boeddhistische begrip ‘ sunyata’. Sunyata heeft de betekenis van ‘het ontbreken van een zelf’, anders gezegd: ‘de afwezigheid van zelfs maar een vermoeden van zelfstandig bestaan’.
Wanneer je ergens mee ophoudt, houdt je automatisch energie over om ergens anders aan te besteden. Stoppen met roken kost energie, maar wanneer je ophoudt met roken kun je de energie die je niet langer aan het roken besteedt aanwenden voor iets anders. Waarschijnlijk houd je ook geld over, maar dat is (een prettige) bijzaak. Stoppen met alcohol drinken is vaak een worsteling. Ophouden met alcohol drinken biedt mogelijkheden iets anders te gaan doen.
Ja, ja… maar wat?
Roken, alcohol drinken, drugs gebruiken, gokken, rokken jagen… allemaal energie vretende activiteiten, zelfs wanneer je in een luie stoel zit, want de energie gaat niet alleen naar spieren die iets doen, maar ook naar het immuunsysteem, ontgiftende organen, hersenen, ofwel…naar allerlei zaken die er met elkaar voor moeten zorgen dat de rook, de alcohol, de drugs, het gegok, het najagen van … geen directe schade opleveren. Die energie is niet langer beschikbaar voor iets anders. Ermee stoppen? Dat betekent er nog meer energie in steken. Zoiets als harder schreeuwen dan de stem die nare dingen zegt. Harder slaan dan de klappen die je krijgt of hebt gekregen. Verdwaasder worden dan de verwarring die er is. Eenzamer worden dan de verlatenheid die je voelt.
Het is mijn overtuiging dat alle programma’s die mensen ergens mee willen laten stoppen, het paard achter de wagen spannen. Natuurlijk kan zo’n knol de kar gaan duwen, maar trekken lijkt me zinvoller. Ga de kar trekken! Houd op met duwen…
Terug naar de vraag: wat kun je doen met overblijvende energie wanneer je ergens mee ophoudt? Daar wringt volgens mij de schoen. Wanneer je geen enkel idee hebt wat je ermee kunt, is overhouden van energie eerder een probleem dan een oplossing. Overblijvende energie kan zich gaan ophopen, waarna je er bijkans van gaat stuiteren! Hier komt het gezegde ‘ledigheid is des duivels oorkussen’ weer om de hoek kijken. Veel energie hebben of krijgen in combinatie met niet weten wat ermee aan te vangen, kan leiden tot het ondernemen van onbezonnen acties. Laat ik het zo zeggen: de duivel weet wel wat je er allemaal mee zou kunnen doen! En dat zijn niet altijd de maatschappelijk meest gewaardeerde acties.
Ook zomaar ergens mee ophouden brengt dus risico’s met zich mee. Het is belangrijk overblijvende of extra toevallende energie opbouwend te gebruiken. Positief. Stoppen kost energie, en leidt tot niets. Ophouden met – biedt mogelijkheden iets opbouwends of positiefs te doen. Weet je niks, is er niks, ontbreekt sturing… schenk dan alle energie die je ter beschikking hebt in de vorm van metta aan de wereld. Altijd goed!