Het Razzia Monument Rotterdam aan de Parkkade in de Maasstad had ik, een jaar nadat het vorig jaar door burgemeester Aboutaleb was onthuld, nog nooit van dichtbij bekeken. Het is een herinnering aan de razzia door de Duitse bezetter op 10 en 11 november 1944, een dag na de verjaardag van mijn moeder, waarbij 52.000 Rotterdamse mannen en jongens, onder wie mijn vader, met onbekende bestemming als dwangarbeiders zijn afgevoerd. Verwanten die achterbleven wisten niet waar ze verbleven en of ze nog in leven waren. Na het eind van de oorlog keerden de mannen en jongens terug -500 kwamen om het leven- maar over hun ervaringen werd nooit meer gesproken. Het monument gaat dat veranderen.
Afgelopen zondag zaten mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, op het muurtje voor het monument en keken uit over het water van de Nieuwe Maas. We aten een broodje en een patatje van Dennis Frietpaleis, ook op de Parkkade, en luisterden naar de verhalen van mensen die de twee beelden van het monument, een man en een vrouw, bespraken. Het beeld van die vrouw was kort geleden nog zwart, zei een vrouw. Ik keek naar het grijswitte beeld maar zag inderdaad geen stukje zwart. Haar man maakte een foto van het beeld en zei: De man is ook al wit aan het worden. Ik keek naar het beeld en zag een witte streep. Toeristen kwamen, hardlopers renden, meerdere mensen zaten op het muurtje. Er werden foto’s van het monument gemaakt. Voornamelijk door ouderen.
In het water van de Maas dreef een bewust drijvende bus, een raampje ging open en iemand zwaaide. Wij zwaaiden terug. Een speedboot met twee politiemensen aan boord zoefde richting een schip van de Havendienst en zocht contact met de bemanning. Een boot van de roeiersvereniging De Eendracht was op weg naar een zeeschip om er de trossen los te maken, zij hebben het alleenrecht. Watertaxi’s voeren af en aan. Binnenvaartschepen af en toe. Er was stilte.
Ik las de data op het monument: 10 en 11 november 1944. Duitse soldaten doorzochten alle woningen in de stad, ook die van mijn ouders in het Oude Noorden. Mijn vader werd afgevoerd, mijn moeder bleef achter met drie kleine kinderen.
Mijn vriendin en ik aten zondag in alle vrijheid een broodje van Dennis op een muurtje dat verenigt. Mijn vader heeft nooit gesproken over zijn tijd als dwangarbeider. Het monument vertelt zijn verhaal.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!