Het was in een paar seconden voorbij. Maar het maakte zo’n diepe indruk op me, ik zal het nooit vergeten, al zal het beeld in de loop van de tijd wel vervagen.
Het gebeurde afgelopen zaterdag, begin van de middag. Op de A16, richting Breda stond een auto stil op de vluchtstrook. Normaal gaan automobilisten die pech krijgen achter de vangrail staan, maar die was er niet. Op dat punt voegden twee snelwegen zich in elkaar. De twee pechvogels stonden naast hun auto. Voor en achter raasde het drukke verkeer voorbij.
En in die driehoek van een paar vierkante meter stond ook de man van Rijkswaterstaat. Een jonge man die zijn auto met oranje zwaailicht achter die van de pechvogels had neergezet. De man stond haaks op dat tweetal, zijn armen over elkaar en zijn blik richting Van Brienenoordbrug. In rust. Alles in die man liet zien: ik zal jullie beschermen, ik ben er voor jullie.
Daar in die driehoek- er is altijd een plek waar je kunt staan, was er onbegrensde metta. Belangeloze liefde en zorg voor de ander. Het raakte mij diep.
Moge iedereen een lang, gezond en gelukkig leven hebben, niemand uitgezonderd.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.

