Ik haalde laatst met mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, herinneringen op aan vroeger, onze jeugd, ouders, grootouders, oom en tantes, onze sociale omgeving. We werden blij toen we dat deden, we groeiden op in een warme omgeving met aandacht en liefde.
Ik ken mensen die na decennia nog worstelen met de herinneringen aan een verziekte jeugd. Geen aandacht, kilheid, gebrek aan liefde, een onveilige omgeving, zo ervaren ze dat. Het tekende ze voor het leven.
Bij mij zijn het vooral de kleine steentjes op het pad die ik me zo herinner. Toen ik bijna vier jaar oud was en ik met mijn ouders, broers en zussen in een arbeiderswoning in het Oude Noorden van Rotterdam woonde, was ik op een ochtend alleen met mijn moeder in de woonkamer. De radio met het groen knipperend oog stond aan en we luisterden samen naar Kleutertje luister. Ik ben nu duizend jaar ouder maar zal dat nooit vergeten. Samen stil zijn, alleen luisteren. Moeder en kleuter.
Wij waren gek op onze grootouders van moeders kant, de ouders van mijn vader heb ik nooit gekend. Met mijn opa zwom ik in het water van het kanaal op nog geen honderd meter van onze woning in een andere wijk in Rotterdam. Opa klaverjaste met mijn vader en andere familieleden en kriebelde met zijn eeltige hand in mijn nek als ik toekeek. Met mijn oma maalde ik in een ouderwetse handkoffiemolen koffiebonen. We hielden van onze grootouders en zij van ons. Onvoorwaardelijk.
Mijn vader leerde mij zelfredzaamheid door fietsbanden te plakken, een doos Simson met plakspullen. Hij was trots op mij toen ik mijn eerste persbureau oprichtte en als journalist de arbeiderswijken introk. Zomers lagen we als gezin op zondag in de tuin en in de winter rond de Becker kolenkachel in de woonkamer. We lazen veel boeken, luisterden naar muziek, ook opera en discussieerden met elkaar over allerlei onderwerpen.
We hadden een koffiepot met een kraantje waaruit wel twintig kopjes koffie getankt konden worden. Voor onszelf en onverwachte gasten. Mijn moeder had zaterdags vijf bakkers over de vloer die allemaal een bakkie kwamen doen. Mijn ouders vingen zwerfkatten op en leerden ons liefde voor de natuur.
Ons nieuwe huis lag in een natuurlijke omgeving, grasland, bramenstruiken, in de schoolvakanties speelden we daar en bakte mijn moeder pannenkoeken op ons houtvuur. We voelden ons veilig en gelukkig. En dat draag ik mijn leven lang al met mij mee.
Grote zaken komen vanzelf op je levenspad. Die kleine dingen zijn mijn fundament. Bandenplakken (in het leven) leerde ik van mijn vader, zelfredzaamheid.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
Simone Triesman zegt
Wederom genoten van je schrijfparel. Het roept een heerlijk gevoel op.
Vroeger toestaan als een zacht deken over een soms getormenteerde ziel, wegdwalen in jezelf, zomaar herinneringen op kunnen roepen.
Wat een luxe en dank dat je ons dit eventjes brengt. Simone