In deze turbulente tijden, waarin de wereld meer dan ooit in de ban is van zinloze massamoord, klamp ik me vast aan een vrouw die al decennia een rolmodel voor me is.
Haar naam is Etty Hillesum.
Zij was een joods-Nederlandse schrijfster en mystica. Decennia na haar dood in Auschwitz verwierf ze wereldfaam door de publicatie van haar dagboek Het verstoorde leven.
Dat beschrijft de Werdegang van een etherische ziel, een godszoeker die het tot haar levensdoel verhief om aan een wereld vol dissonanten niet de kleinste dissonant te willen toevoegen.
Etty Hillesum ontvluchtte de Holocaust niet. Ze kreeg de kans om onder te duiken, maar ze weigerde: principieel wilde ze het lot van haar volk delen. Dat maakt haar nog altijd omstreden onder een deel van de joodse gemeenschap in Nederland.
Als lid van de Joodse Raad deed ze sociaal werk in deportatiekamp Westerbork, dat ze in haar dagboek omschreef als ‘de hel’. Ze maakte van de gelegenheid gebruik enkele joodse kinderen te helpen ontsnappen. Tot ze zelf een gevangene werd. Uiteindelijk werd ze op de trein naar Auschwitz gezet. Naar verluidt stapte ze zingend in een veewagon. In Auschwitz werd ze rond 30 november 1943 vergast. Etty Hillesum was toen 29 jaar. Ook haar ouders en twee broers werden vermoord door de nazi’s.
Deze intelligente jonge vrouw – ze studeerde rechten en Slavische talen – weigerde ondanks alles de Duitsers te haten. Ze schreef: “En al zou er nog maar één fatsoenlijke Duitser bestaan, dan zou die het waard zijn in bescherming genomen te worden tegen de hele barbaarse bende en om die ene fatsoenlijke Duitser zou men dan niet haat mogen uitgieten over een geheel volk.”
Vergevingsgezindheid van die orde zou ons allen tot voorbeeld mogen strekken, zeker in deze door polarisatie en massahysterie gedicteerde tijden.
Etty Hillesum zocht altijd de stilte in zichzelf. Ook daarom is ze een rolmodel voor me. Ik verloor veel in het leven, inclusief substantiële delen van mijn lichaam door amputaties, maar ik leerde wel in mezelf te schouwen en daar de troost van stilte te vinden, vooral nu ik gekozen heb voor een leven in afzondering.
Ik werd een heremiet; ik leid een leven van contemplatie en bezinning. Daarnaast laat ik me graag door alle wateren wassen die het bestaan te bieden heeft.
Ook daarin stimuleert Etty Hillesum mij. Niet voor niets werden haar brieven uitgegeven onder de titel Het denkende hart van de barak.
Niet dat ik mezelf verder met deze joodse mystica wil vergelijken, daar ben ik dan weer te Limburgs voor. Maar ook Etty Hillesum was niet afkerig van alledaagse geneugten. Ze had relaties met meerdere mannen tegelijk, en de grote liefde van haar leven was een Duitse (!) handlijnkundige, Julius Spier, die haar ten tijde van hun relatie aanmoedigde te beginnen met een dagboek.
“Men zou een pleister op alle wonden willen zijn”, schreef ze daarin. Nou kon Etty Hillesum af en toe wat geëxalteerd overkomen. Dat moeten we haar vergeven, gezien haar jeugd, maar ook ik probeer iedere dag een wondje te behandelen. Al was het maar door belangeloos naar iemand te luisteren, zonder te oordelen of te veroordelen.
Het dagboek van Etty Hillesum is wat mij betreft onverminderd actueel. Want Auschwitz is geen voltooid verleden tijd. Gemarteld, vervolgd en gemoord wordt er as we speak volop in deze wereld. We kennen de schuldige landschappen.
Misschien leven in die oorden de Etty’s van deze tijd, die hun hoopvolle en humanistische bespiegelingen vastleggen in een dagboek. De tijd zal het leren.
Net als Etty Hillesum hield ik een dagboek bij, decennialang nog wel. Niet dat het ooit zal worden uitgegeven – het is maar onbeholpen geurm- en genavelstaar, en op een dag zal ik die schriften vernietigen – maar ze hielpen wel mezelf te leren kennen en te reflecteren op m’n leven. Ook in dat opzicht was Etty Hillesum een voorbeeld voor me.
Ik mag veel langer leven dan zij deed. Toen zij op 29-jarige leeftijd de gaskamer werd ingejaagd, was ik op die leeftijd een tobberige, rusteloze, zoekende ziel. Ik wist nauwelijks wie ik was, zij had al het stadium van zieneres en halve heilige bereikt.
Etty Hillesum knielde – ook letterlijk – voor een god die ik niet ken, en waarschijnlijk nooit zal leren kennen. Ik ben een onwetende, sceptische atheïst; zij was een holistische apostel tegen wil en dank, die haar joods-zijn oversteeg en zonder dogma’s verlossing en verlichting zocht. Niet alleen voor zichzelf, maar voor iedereen.
Ze zocht god, maar vond de gaskamer. Dat was haar tragiek.
In die bijna masochistische zelfverloochening kan ik haar niet volgen. Ik zou me nooit willoos naar de slachtbank laten leiden. De marteldood is een zinloze dood, zeker als die vermijdbaar is. Maar misschien ben ik een lafaard zonder principes.
Het is inmiddels alweer decennia geleden dat ik haar boeken las. Na mijn echtscheiding gaf ik ze aan mijn zoon. Ik mag hopen dat hij ze op een dag lezen zal.
Het is niet erg dat ik Het verstoorde leven en Het denkende hart van de barak niet bij de hand heb. De boeken van Etty Hillesum resoneren voor altijd na in mijn wezen. Meer dan ooit, eigenlijk.
Zelf leek ze te voorzien dat ze ooit, na haar dood, wereldfaam zou krijgen. In haar dagboek schreef ze: “Ik zal door vele landen reizen en de gezichten der mensen zal ik als even zovele landschappen bereizen. Vanuit alle hoeken der wereld, waar ik zijn zal, zal ik iets te zeggen hebben tegen de mensen, op mijn eigen bescheiden wijze, maar ik heb iets te zeggen op mijn eigen wijze.”
Ze kreeg gelijk.
Renske zegt
Wat een mooi artikel.
Ik heb net de biografie: Etty Hillesum, het verhaal van haar leven (Judith Koelemeijer, 2022) gelezen. Een heel leesbaar boek waarin de ontwikkeling en het denkproces van Etty Hillesum goed worden beschreven. En het klopt wat je in je artikel schrijft. Rolmodel en mystica. Ze blijft in je hoofd zitten, geeft veel om over na te denken. In al haar eenvoud een indrukwekkende vrouw.
peter pijls zegt
Hallo Renske, bedankt voor je reactie. Ik ben het met je eens.