• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Veertiende jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Jana Verboom
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Columns » Een beeld van het geluk

Een beeld van het geluk

18 februari 2024 door gastauteur

Een tijd geleden stond ik in het station van Rotterdam, een stad waar ik jarenlang heb les gegeven, te wachten. Er was weer eens een internationale trein naar Brussel afgelast. Ik zuchtte even en begon opstandig maar gelaten te ijsberen. Heen en weer over het perron. Heen en weer. Op een gegeven moment denderde een goederentrein, denderde traag en statig, met die onvergelijkbare slome dreun, een goederentrein het perron aan de overkant langs. Het duurde minuten lang. Er kwam stilaan maar onweerstaanbaar een glimlach op mijn lippen. Ik had op slag een diep gelukzalige déjà vue. De goederentreinen van mijn kindertijd. Een voorgevoel van geluk. Of eerder de nasmaak ervan, de laatste nagalm.

Na verloop van tijd vroeg ik me af: hoe kan een trein, dit dwaas geraas van een goederentrein, nu zoiets moois oproepen als het voorgevoel of de nasmaak van geluk? En ik maakte de wachttijd zoek met een lange meditatie over geluk. Natuurlijk, de geluksbeleving wordt ingegeven door herinneringen, begon ik. Geluk is dan steeds een snapshot, een momentopname in de eeuwige terugkeer van beelden uit de kindertijd: herinneringen aan vervaagde, tot naglans verschoten beelden of gewaarwordingen; geluiden, geuren, zintuiglijke en mentale aandoeningen allerhande. Niets minder, maar ook niets meer dan dat. Geluk is een voorgevoel van een nasmaak. Zoiets.

Sinds Aristoteles is geluk het hoogste goed. Maar helaas weet niemand wat dat is. Of tenminste, iedereen weet wat het is of denkt dat te weten, maar men wordt het er niet over eens, zegt Aristoteles. Hij trekt daaruit de conclusie dat onze kennis van deze dingen wezenlijk vaag is. In de ethiek en in de politiek bestaan alleen Ungefährige waarheden, geen zekerheden, omdat er slechts vage kennis van mogelijk is. Ach, wat heet geluk? Ik weet het niet. Geen kat die het weet, zelfs Aristoteles niet. En toch. We weten misschien niet wat geluk is, maar we hebben er wel een beeld van. Die plotse terugkeer van de goederentreinen van mijn kindertijd was voor mij een soort van openbaring.

Ik woonde als kind aan een spoorweg vlakbij een in onbruik geraakt stationnetje. De statie van De Kortekeer. De Kortekeer was een piepklein gehuchtje, niet meer dan een paar huizen en twee fabrieken. Jarenlang heb ik intens genoten van het lome, ritmische gedreun der treinen, hun geroffel op de dwarsliggers, muziek die over het hele landschap uitdeinde. Ik heb langs de sporen gelopen, heb als cowboy treinen beschoten van op een zandheuvel van het aanpalende betonbedrijf. Ik heb de klaprozen met bosjes zien bloeien in de spoorwegbermen, heb meisjes langs de bosdreef over de onbewaakte overweg naar het kapelleke geleid om er te kussen… In een wijde bocht omsloot den ijzerweg het territorium van mijn kindertijd. In mijn adolescentie wou ik er zelfs een soort van Boek-Alfa-achtige totaaltekst aan wijden, aan die treingeografie: Mare Cognitum, letterlijk De bekende zee, naar de zee waar de maanlanding in 1969 plaatsvond. Het was voor mij zonneklaar dat die bekende zee van de maan en de bocht van de trein rond het gebied van mijn kindertijd ergens in verband met elkaar stonden, een constellatie vormden, een tijdruimte afbakenden. Geluksgevoel is ook altijd doordrenkt van tijdgeest.

Nog steeds ijsberend op het tochtig perron van het eeuwig in aanbouw zijnde Rotterdam Centraal en nog steeds bezig met mijn poging om ‘het geluk’ in woorden te vangen, kwam de volgende formule in mij op: geluk is de belofte uit de tijd van de nostalgie of het is heimwee naar de tijd van de belofte. En toen kwam de definitie van de schoonheid mij voor de geest uit de beroemde frase van Flaubert, die Adorno zo graag citeerde: promesse de bonheur. Schoonheid is een belofte van geluk. Waarom heeft schoonheid altijd iets van een belofte? vroeg ik mij af. Misschien bestaat geluk alleen maar als belofte, die verschijnt in de schoonheid. Schoonheid is schijn, de beroemde schone schijn. Dus? Geluk bestaat niet! Geluk bestaat alleen in de gaping tussen voorgevoel en nasmaak, in de overgang. Geluk is een pendelbeweging. Een soort ruimteshuttle ook: de gelukte terugkeer naar het dagdagelijkse vanuit het buitenaardse van het feest en de roes, vanuit het buitengewone en omgekeerd. Alle geluk gaat gepaard met een intens bestaansbesef bijgekleurd met een besef van vergankelijkheid, van uitzonderlijkheid en ‘eenmaligheid’.

Ik moest ook denken aan een gewaarwording uit mijn kindertijd die met niets te vergelijken valt en voor altijd in mijn voorstelling leeft als beeld van gelukzaligheid: de onwerkelijke vertraging van de huiselijke geluiden, terwijl ik als kind ziek, idealiter herstellend maar nog wat koortsig, half slapend, op de sofa in de huiskamer lag omdat het boven in de slaapkamer te eenzaam was. De klanken van het huishouden met af en toe menselijke stemmen op de achtergrond, ving ik op als in een vertraagde film. Of als ware ik onder water, zoals in een aquarium. Ik heb nooit iets gelezen over dit vertragingsfenomeen. Ik weet ook niet of andere mensen het kennen.

Hannah, mijn jongste dochter, die mij helpt bij het uitschrijven van mijn notities over geluk, beweert deze ervaring niet te kennen. We zitten op een met bloemen en klimplanten overdekt terras van Hotel Armonia in Matala om een uur of 10 in de ochtend, en het is te heet om een poot te verzetten en naar het strand te gaan. Terwijl ik deze notitie op haar beurt nu, jaren later herlees, schieten mij de tranen in de ogen. Waarom? Omdat dat beeld van die ochtend op Kreta mij plots overvalt in al zijn onvergetelijkheid. Een beeld van geluk, althans van vakantiegeluk.

Wat er ook van zij, of deze ervaring van vertraging nu mijn allerindividueelste expressie van een allerindividueelste impressie is dan wel een veel voorkomende gewaarwording, voor mij blijft ze voorbeeldig. Een beeld van het geluk. Paradigmatisch voor de idee van gelukzaligheid. Misschien heeft het iets te maken met de lust die de vertraging van de prikkels in het menselijk brein opwekt. Of juist omgekeerd: de vertraging van prikkels in de hersenen is een neveneffect van een bepaalde lusttoestand. Ik heb hier een voorbeeld van. Toen ik dertien jaar was, heb ik in de les lichamelijke opvoeding bij een sprong over een hoge balk met de trampoline iets te zeer mijn best gedaan, zodat ik per ongeluk met het hoofd eerst naar beneden kwam en dus met mijn handen de val moest breken (Hannah roept ‘auw!’ onder het schrijven). Inderdaad: ik had mijn arm gebroken. Het zag er niet uit. Een zigzag in mijn onderarm. De dokters dachten dat ik heel veel pijn had, en omdat ik lang moest wachten op de operatie, gaven ze mij morfine. Jezus Mina, wat was dat? De gang waar mijn bed stond ging scheef staan en een gelukzalige glimlach verscheen op mijn gezicht. Niet te schatten. En weer die vertraagde geluiden… Bedwelming als het stollen van de tijd en het vloeibaar worden van de ruimte, voorbeeldig beschreven door Baudelaire.

Geluk is analoog aan die vertraging. Geluk is dat lustvolle bestaansbesef van het hier en nu wanneer het beantwoordt aan een andere tijd: de tijd van vervulling, de vervulde tijd (Proust, Benjamin en zo meer). Geluksgevoel vult zich in een gezegend Nu. De traagheid van denderende goederentreinen was voor mij als kind wellicht al een soort van muzikale metafoor voor de tijd der traagheid. Deze trage tijd van het geluk is misschien niets anders dan een zekere leegte (vakantie betekent letterlijk ‘leegte’, zeg ik met een knipoog naar Hannah), in elk geval een opening in de geest, die tot volle besef komt van een vervulling – zoals daar zijn: goed gezelschap, de aanwezigheid van geliefden, het af zijn van een taak, een gelukte tekst…

Er steekt hier een onmiskenbare vingerwijzing in: een gelukte tekst maakt gelukkig. Dus? Een gelukkig leven is een gelukt leven? Vanzelfsprekend. Maar wanneer is een leven gelukt? Dat kan je volgens Aristoteles alleen vaststellen na de dood van iemand, want de dood is een belangrijk deel bij dat eindoordeel over het al dan niet gelukt zijn van een leven. Maar dat vind ik bij nader toezien vijgen na Pasen. Geluk hangt niet af van mijn dood. Sorry, Aristo. Een gelukt leven kan eindigen tegen een boom. Of met een sprong uit het raam. Met zijn Abécédaire, een video-interview over zesentwintig trefwoorden, heeft Deleuze zijn leven op een ongelofelijke manier afgerond en dan mag je uit het raam springen. Of van een dak – zoals Herman Brood, met in zijn broekzak een kattenbelletje: ‘Maak er nog een mooi feestje van’.

Aan het kruis of met de gifbeker. Christus en Socrates waren gelukkig. Of niet soms? Gelukt is een leven alleen op sommige momenten. Op momenten van besef van vervulling in het Nu. Zoals die ochtend op Kreta schrijvend met mijn jongste dochter te midden van de bloemenweelde van de terrastuin van Hotel Armonia. Of door een samentrekking van de tijdsdimensies in een intens moment dat herinnering tastbaar wordt, zoals het denderen van een goederentrein in Rotterdam mij raakte als de kosmische muziek van mijn kindertijd. Het staat voor eeuwig in mijn hersenpan gebrand als een beeld van het geluk.

Tekst Lieven De Cauter, filosoof, kunsthistoricus en schrijver. Hij doceert cultuurfilosofie aan het departement Architectuur van de K.U. Leuven en de mediaschool RITS.
Dit is een voorpublicatie van Van de grote woorden en de kleine dingen, Het boek der verbazing, deel II (Lannoo Campus 2014.

Categorie: Columns Tags: geluk, Herman Brood, Rotterdam, Socrates, trein

Lees ook:

  1. Een beeld van het geluk
  2. Het jaar 2021 – dag 230- kleingeluk
  3. Het jaar 2024 – dag 37 – filmstudenten
  4. Boekbespreking- De beste filosofische ideeën om je moraal te verbeteren

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Lees Interacties

Reacties

  1. A Rood zegt

    19 februari 2024 om 10:30

    Mooie en herkenbare tekst, Hoe kleine momenten in het nu grote ervaringen kunnen zijn.

Primaire Sidebar

Door:

gastauteur

diverse schrijvers 
Alle artikelen »

Agenda

  • Agenda
  • Geef je activiteit door

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 10 februari 2025
    Zen Spirit studiegroep 'Het verborgen licht'-vanaf 10 februari 2025
  • 2 mei 2025
    Phowa Studieweek
  • 9 mei 2025
    Seminar Tenzin Wangyal Rinpoche
  • 12 mei 2025
    Maandagochtend meditatie in Amsterdam-West
  • 13 mei 2025
    Verdiepingsbijeenkomst Hand in hand met de Boeddha
  • 13 mei 2025
    Dinsdagavond op even weken samen mediteren in Almere Buiten
  • 13 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • 13 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    Weet jij wat een anker is? Test jezelf!

    Hans van Dam - 2 mei 2025

    Deel 3 van een 5-delig dwaalgesprek over de mystieke roos.

    ‘Het leven zelf is zazen’

    Wim Schrever - 28 april 2025

    De grote tragedie hier in het Westen is dat we onze eigen spirituele traditie zo snel hebben opgegeven en met het badwater -de religie- ook het kind -de spiritualiteit- hebben weggegooid. Terwijl een mens fundamenteel nood heeft aan spiritualiteit, aan zingeving.

    Geschiedenis als wapen deel 1

    Kees Moerbeek - 20 april 2025

    President Vladimir Poetin zei in 2014: ‘Onze collectieve herinnering bepaalt onze cultuur, onze geschiedenis en onze tegenwoordige tijd. En onze toekomst zal worden gevormd aan de hand van onze historische ervaring.’ Hij is het zelf die actief deze herinnering en ervaringen vorm geeft en propageert. Ivo van de Wijdeven schrijft dat in de Sovjettijd er nog werd gegrapt dat het land een zekere toekomst had, maar een onvoorspelbaar verleden. Onder Poetin is Ruslands geschiedenis als in beton gegoten. Er is maar één historische waarheid en deze is verankerd in de grondwet en de Nationale Veiligheidsstrategie.

    Jaloerse goden te slim af – de geschiedenis de baas…?

    gastauteur - 13 april 2025

    Hongersnood in een hermetisch afgesloten kuststrook die onwillekeurig aan de vernietigingskampen van weleer doet denken, besmet met meer dan een zweem van genocide… Regeert Adolf Hitler over zijn graf heen? Want bestaat Israël niet bij diens gratie? Zou zonder die bittere nazi-erfenis Palestina als land van drie monotheïstische religies niet nog gewoon zo heten? Is de grond er niet vervloekt, juist door godsdiensten die, gevoed vanuit één fictieve bron, vervolgens als protestbeweging steeds in chronologische volgorde aan haar voorgangster ontspruiten, waarmee de kiem voor een eeuwigdurende vete om de absolute waarheid is gelegd? En claimt niet elk van deze broeder- of zusterstromingen dat stuk met hun aller bloed doordrenkte aarde, aanvankelijk voor Abrahams JHWH, vervolgens voor Jezus’ Vader en ten slotte voor Allah – drie godheden die, in verbitterde onderlinge jaloezie verwikkeld, strijden niet alleen om religieuze hegemonie, maar ook om de profane en politieke macht?

    Wat is quiëtisme?

    Hans van Dam - 27 maart 2025

    Over het stillen van de wil.

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • Het jaar 2025 – dag 129 – vrede en alle goeds
    • De dood van de paus
    • Seks: Joodse posities in Joods Museum Amsterdam
    • Paus Leo XIV – ‘help ook elkaar om bruggen te bouwen – met dialoog, met ontmoeting’
    • Aardbeving van magnitude 3,7 schokt Tibet

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.