De boom was aan het sterven, elk jaar werden de dode takken een meter hoger tot de dood wel tot op tien meter reikte. Op de brede, kale takken zaten kauwen de omgeving waar te nemen, uren lang. Af en toe een specht die hakte, of een Alexanderpapagaai, duiven ook in het monumentale gewelf van de dode boom, hoog boven de aarde.
Het sterven werd waarschijnlijk versneld doordat het regenwater onder de boom niet snel kon afvloeien, er plassen ontstonden waarin eenden zwommen. Wortels wegrotten.
Vorige week was ik enkele dagen niet in de Kloosterbunker en toen ik terugkeerde zag ik het. Alle dode hout was weggezaagd, dikke stammen doormidden, de boom tien meter kleiner. Geen kauw of papagaai meer te zien.
Is het sterven stopgezet, de drainage verbeterd? De tijd zal het leren. Het uitzicht op de boomdood is weg, ik mis het.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
