Gisteren kookte ik met mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, een uitgebreide maaltijd voor vrienden. Ze reden 2,5 uur om bij ons te zijn. Gedurende vorige week stelde ik op papier het menu, in totaal vijf gangen, samen. Ik kocht ingrediënten in verschillende winkels en zaterdagmiddag deed ik de eindinkopen. Met mijn vriendin, die in en buiten haar woonplaats ook inkopen had gedaan, stelde ik vervolgens de volgorde van de gangen samen en verheugden we ons op een leuke zondag en lekker eten. Als onze vrienden komen komt er steeds wat anders op tafel, geen maaltijd is hetzelfde, maar ze zijn onwetend wat er wordt bereid en opgediend.
Zondagmorgen zaten we beiden al vroeg aan de keukentafel knoflook, tijm, peterselie en andere kruiden te snijden en verdwenen ingrediënten en dressings voor de maaltijd in de koeling. Het huis rook kruidig en heerlijk. De sfeer was vredig zoals altijd.
Onze vrienden arriveerden en het was in de middag al hartstikke fijn om elkaar weer te ontmoeten en bij te praten. Mijn vader, wiens geboortedag het vandaag is, kwam ter sprake. Mijn vader had voor de oorlog in Rotterdam een broodbakkerij met personeel, toen knechten geheten. Het was een tijd van grote armoe, grote gezinnen, veel monden te voeden ook. Het gebakken brood werd uitgevent door ook knechten, die de bakkerswagen met handkracht door de wijk duwden en aanbelden bij klanten en daar het brood afleverden. De hoeveelheid brood aan zo’n klant werd opgetekend in een boekje met een gele, harde kaft en het was dan de gewoonte dat een keer per week het geleverde werd betaald. Maar dat gebeurde niet, de mensen waren zo arm dat ze geen geld hadden om uitstaande rekeningen te betalen. Mijn vader bleef desondanks brood leveren en ging op een dag failliet toen hij geen geld meer had om bloem en gist te kopen.
Ik vertelde dat aan mijn vrienden en een van hen zei dat de mensen, de klanten, mijn vader toch wel dankbaar geweest moesten zijn en lang aan hem hebben teruggedacht. De bakker die maar bleef leveren. Het overviel mij, van het faillissement wist ik wel, maar mijn vader sprak nooit over de gevoelens van zijn klanten.
De maaltijd was heerlijk, we zaten 3,5 uur aan tafel, zoals ze dat ook in zuidelijke landen doen. We aten, dronken en vertelden elkaar leuke verhalen. Ik zal nog lang aan deze dag terugdenken. Mensen in harmonie met elkaar verbonden. En o ja, bij de maaltijd serveerden we ook brood: houthakkersbrood.
Moedig voorwaarts!