Boeddhistische- en andere geestelijke verzorgers in de bajes krijgen ook te maken met zware criminelen. Ze liepen tegen de lamp als bijvoorbeeld uitvoerder van liquidaties en werden daar voor veroordeeld. In de tijd dat ik misdaadverslaggever was in de dagbladwereld hadden mijn collega en ik contacten met lieden die geweld niet schuwden en gewapend door hun leven gingen. Altijd bang om zelf het loodje te leggen.
Het waren dikwijls gesprekken in een schizofrene sfeer, soms in hotels, soms op begraafplaatsen of andere locaties waar je kon zien zonder gezien te worden. Maar altijd stond onze veiligheid voorop. Het merkwaardige was dat wij die gesprekspartners ook van een andere kant leerden kennen in hun rol als vader van opgroeiende kinderen die naar school gebracht moesten worden en waarvan soms de leerprestaties tegenvielen. Of als echtgenoot met sores. Het ene moment spraken we daar over en het volgende ging onze gesprekspartner naar het toilet om even later met een witte neus waarin resten coke terug te keren, een vuurwapen in een holster onder een broekspijp aan een been. Soms spraken ze over de maatregelen die ze namen om in leven te blijven; een had in gang en woonkamer in zijn woning hoogpolig tapijt liggen zodat hij aan afdrukken van voetstappen kon zien of vreemden in zijn kamer hadden gelopen. Hij verhuisde vaak. Een ander verbleef een tijdje in een woning in een bos en klemde onzichtbaar luciferhoutjes tussen deur en sponning zodat hij kon zien of iemand het huis was binnengedrongen. Hij ging nooit zijn woning binnen zonder het pand uitvoerig geobserveerd te hebben.
Liquidaties zijn de afgelopen jaren veel in het nieuws. Een paar weken geleden werd journalist Peter R. de Vries op straat doodgeschoten. En vorige week een man die in een park in Capelle aan den IJssel zijn hond uitliet. Wat zijn dat voor mensen die bereid zijn een ander te doden?
De Erasmus Universiteit Rotterdam is bezig met een wetenschappelijk onderzoek naar plegers van liquidaties. Om beter te begrijpen hoe iemand betrokken raakt bij een liquidatie willen de onderzoekers, onder wie dr. Robby Roks en Sheila Adjiembaks graag spreken met personen die zijn veroordeeld voor een liquidatie, of voor een poging tot of voorbereidingshandelingen voor een liquidatie. In het juninummer van de Bonjokrant die elke twee maanden in alle justitiële inrichtingen wordt verspreid- Bonjo is het kenniscentrum voor gedetineerden en ex-gedetineerden, worden plegers of bij liquidaties betrokkenen gevraagd zich te melden bij hen.
De oproep: ‘De gesprekken zullen gaan over wie je bent en waar je vandaan komt. Denk bijvoorbeeld aan onderwerpen als je jeugd, school, de buurt en de straat. Het gesprek gaat, met andere woorden, over jou en niet over het delict waar je voor veroordeeld bent. Wat we leren uit deze gesprekken zullen we gebruiken om een beter beeld te krijgen van de manieren waarop iemand betrokken kan raken bij deze vormen van geweld. Maar ook wat we hiervan kunnen leren voor toekomstige generaties.’
Inmiddels is er al meer bekend over de achtergronden van deze daders. Deze studie is uitgevoerd door een recherchekundige die hiermee bijdraagt aan een breder onderzoek dat in opdracht van Politie & Wetenschap plaatsvindt en momenteel nog loopt. Het betreft een samenwerking tussen het RIEC Midden-Nederland, Robby Roks van de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Landelijke Eenheid van de politie.
De grootste groep van de plegers is tussen de 26 en 30 jaar bij het plegen van hun (eerste) liquidatie. Een liquidatie wordt opgevat als ‘een moord, gepleegd door of in opdracht van leden van een criminele organisatie ter verwerving, bestendiging, versteviging van hun positie in het criminele milieu’.
Dossier- en bestandsanalyse van politie- en justitiedocumentatie, aangevuld met rechterlijke uitspraken, gaf de mogelijkheid om op een gestructureerde wijze onder meer persoonskenmerken, de criminele carrière en sociale dynamieken van uitvoerders te analyseren. Daarbij ging het in totaal om 26 uitvoerders (lokker, spotters en/of schutters) van liquidaties, woonachtig in Midden-Nederland ten tijde van de liquidatie.
Lokkers, spotters en schutters zijn respectievelijk personen die de te liquideren persoon naar een plaats delict/locatie hebben gelokt (lokkers), personen die de te liquideren persoon hebben geschaduwd om het bewegingspatroon in kaart te brengen (spotters) en personen die de geliquideerde daadwerkelijk om het leven hebben gebracht (schutters).
Betrokkenen bij liquidaties zijn niet per definitie jong: de gemiddelde leeftijd is 30,2 jaar. De jongste was 20 jaar maar de grootste groep is tussen de 26 en 30 jaar bij het plegen van hun (eerste) liquidatie. Naast financiële problemen, lijken bij het merendeel uiteenlopende (psychische) problemen te spelen: middelengebruik en/of verslaving van soft- en/harddrugs komt voor, maar ook antisociaal gedrag en agressieproblemen spelen een rol.
Uitvoerders van liquidaties hebben vooral vermogens- en geweldsdelicten op hun naam staan en zijn een of meerdere periodes uit beeld voordat ze de liquidatie pleegden. Uit de data blijkt dat de mannen gemiddeld hun criminele carrière op hun 16de startten en dat ze gemiddeld 22 delicten voorafgaand aan hun betrokkenheid bij de liquidatie pleegden. Dat betreft dan voornamelijk vermogens- en geweldsdelicten.
De helft van de uitvoerders is een ‘zware geweldspleger’ (5 of meer geweldsdelicten op hun naam). (Vuur)wapen- en drugsmisdrijven komen bij een ruime meerderheid voor. Een meerderheid van de betrokkenen kent ook een periode waarin ze geen antecedenten geregistreerd hebben. Geïnterviewde professionals geven aan dat deze jongens mogelijk uit beeld raken, omdat ze op dat moment actief zijn in de zwaardere criminaliteit en daardoor (bewust) meer op de achtergrond opereren. Het merendeel van de liquidatiebetrokkenen is geen lid geweest van (criminele of overlastgevende) jeugdgroepen en was niet bekend in een lokale persoonsgerichte aanpak. Elf uitvoerders onderhielden relaties met een jeugdgroep waaronder 5 ook daadwerkelijk als lid van een jeugdgroep waren geregistreerd. Zo blijkt uit de studie.