Het is eind van de middag als het hier gaat onweren, er dreigt regen. De donder is langgerekt, het zijn geen harde klappen. Af en toe bliksemt het boven het centrum van de stad.
Ik ben niet bang voor onweer. Heel lang geleden, ik was een klein kind, woonde ik met mijn ouders, broers en zussen in de Hildegardisstraat in het Oude Noorden van de stad. Het onweerde, mijn moeder en ik stonden voor het raam van de voorkamer. We keken en luisterden naar dit prachtige fenomeen. Niks geen angst, wel een waarschuwing: geen ijzer vastpakken, hoor, als het onweert.
Zo groeide ik op, geen angst hebben, wel voorzichtig zijn. Kijken en waarnemen.
Het is eind van de middag als het onweert.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
