Meestal onderdruk ik de neiging om mijn eigen tegels te lichten. Wat mij weerhoudt is een instinctieve angst die ik voel om kruipende en wriemelende wezens te ontdekken, hoewel die – goedbeschouwd – hetzelfde willen als ik. Liefst een beetje veilig leven, zonder al te veel zorgen en andere ongemakken. Simpelweg gelukkig zijn.
De weerbarstige praktijk van alledag verhindert dat vrijwel altijd, maar deze wetenschap hoeft mij er niet van te weerhouden om een pad van eerlijkheid te bewandelen in deze levensfase, de herfst of wellicht de winter van mijn tijdelijke bestaan. Het pad begint bij mezelf en eindigt ook bij mezelf. Geen egotripperij op dat pad, maar nietsontziende eerlijkheid, zo neem ik me voor.
Graag hang ik voor mezelf een beeld op van een empathisch mens, die iedereen oprecht het beste gunt. Ik ben van oudsher pacifist, hoewel ik de laatste tijd wel eens denk dat een bevrijdingsoorlog onder bepaalde omstandigheden moet kunnen.
Onvoorwaardelijk pacifisme is een overtuiging, een principe. En over principes wordt meestal niet meer kritisch nagedacht.
Soms neig ik neig ertoe Viruswaarheidgekkies te willen dwingen om een dagje door te brengen op de Ic’s, waar coronapatiënten verpleegd worden.
Ik vind dat ik niet discrimineer naar ras, geloof en/of sekse. En geaardheid. Geen discussie mogelijk. Of…
Is mijn geest echt vrij van oordelen over christelijke of islamitische hardliners, criminelen met een huidskleur, zie ik vrouwen niet het liefst in een dienende staat in bed, keuken en overige huishouding? Over het algemeen, als alles goed gaat, beschouw ik mensen die wat anders geloven, er donkerder uitzien en een andere sekse en/of geaardheid hebben als van mij verschillend, maar wel volstrekt gelijkwaardig. Overigens in het volle besef van mijn dualistische visie op de wereld en haar verschijnselen. Tot het moment dat er iemand de fout ingaat die niet alleen vrouwelijk is, maar bovendien seksueel anders geaard, een donkere huidskleur heeft of er een christelijke of islamitische levensovertuiging op nahoudt. Ik moet dan al mijn vaste overtuigingen te hulp roepen om niet in ordinair discrimineergedrag te vervallen. Mijn betere IK wint wel, maar dat kost – soms – moeite.
Ik hou lang niet van iedereen, maar haat ook niemand. Tijdelijke en dus voorbijgaande boosheid daargelaten.
Zolang ik die tegels maar met rust laat, kan ik dit beeld ongeschonden overeind houden.
Maar klopt dit wel? Waarom hou ik die tegels meestal op hun plaats, terwijl iets in mij weet dat er van alles onder wriemelt wat mij onrust baart met betrekking tot mijn eigen morele codes? Een soort verkramping in angst om te moeten erkennen dat ik lang niet altijd degene ben die ik overeind probeer te houden? Zóveel tijd heb ik niet meer in dit leven, dus voordat ik ergens in het bardo mezelf zit af te vragen wat ik anders of zelfs beter had kunnen doen moet ik dapper zijn en onder die tegels kijken. En een tegel een spiegel laten zijn. En vooral: daarin durven kijken.
Met frisse tegenzin licht ik een tegel op waar ‘agressie’ in gegoten staat. Er kronkelt een geschubd, draakachtig wezentje onder dat horentjes en slagtandjes heeft. Het staart mij met gifgroene oogjes aan. Ik heb dus agressie in mij. In weerwil van mijn pacifistische neigingen, de leer van de Boeddha, dzogchen…
Wanneer voel ik agressie in mij? Het nieuws is vaak een stimulus. Recent was er een demonstratie van vreemde types met een hoog Trumpgehalte die serieus beweren dat Covid 19 onzin is (fakenews), een leugen, en vaccinaties vergif (terwijl ik dit schrijf worden de processen rondom de avondklok gevoerd).
Die zich in hun vrijheid aangetast voelen zonder er blijk van te hebben gegeven om de diepere lagen van dit begrip echt onderzocht te hebben. Een zich ‘arts’ noemende oudere man slaat volledig in zijn paranoïde fantasieën door en beweert dat er geen coronapatiënten op de Ic’s liggen en dat we massaal vergiftigd worden met vaccins. Hij krijgt podium van de aanwezige media en ongetwijfeld plant hij zijn zieke ideeën in de vruchtbare breinbodems van mensen die snel geneigd zijn vanuit de onderbuik te redeneren, of die op elke straathoek een complot ontdekken. Ik probeer mijn hoofd in mededogen te schudden, maar als ik eerlijk ben (en dat probeer ik te zijn) zou ik hem het liefst krachtig enige tijd om de oren slaan. Niet om de mensheid tegen verbale vergif van deze arts te beschermen, maar uit kwaadheid om zijn zieke denkbeelden. Hij mág zo niet denken, vind ik eigenlijk. Terwijl ik aan de andere kant met een geëngageerde uitdrukking op het gelaat durf te beweren dat iedereen, zelfs politieke griezels als Wilders en Baudet het recht hebben om hun abjecte meningen te uiten. Op een ander niveau vind ik dat ze hun koppen moeten houden en eens iets nuttigs voor de samenleving moeten gaan doen. Vooral Baudet en de zijnen. Wilders heeft nog wel eens wat parlementaire amusementswaarde, denk ik soms licht beschaamd. Of zou ik misschien ten diepste…? Nee, niks daarvan, papierprikken in het park, die twee. Met mij als opzichter met de zweep. De spiegel die ik mijzelf voorhou op hun rechts-extreme koppen kapotslaan.
Niet zo aardig?
Misschien ben ik dat ten diepste ook niet.
En waarheid is vaak niet zo leuk, maar verlicht wel datgene wat anders verduisterd zou blijven.
Tegels lichten, verhelderend onleuk.
Wouter ter Braake zegt
Beste Henk, een mooi verwoord en inhoudelijk zeer herkenbaar epistel. Herkenbaar omdat de boosheid mij ook regelmatig komt vergezellen. Mijn ego is een volleerd tegelzetter. Ik wijs hem niet resoluut en absoluut af. Ook niet in zijn andere gedaanten. Deze vakman geeft vaak uiting aan mijn strijdbaarheid. Een vermogen dat ik koester. Om de kar door een woeste rivier met een ruwe stenen bedding te leiden, is ego een goede wagenmenner. Anderszins reik ik hem meestal niet de teugels van het span dat mijn levenskar trekt. Overwegend is mijn stille, liefdevolle stuurman de meest aangewezene om mij te leiden door deze wereld van dualiteit.
Bert zegt
Prachtig artikel, Dank voor het publiceren.
Henk van Kalken zegt
Beste Wouter, t.z.t. moet je nij maar eens aan die liefdevolle stuurman voorstellen… Die van mij is vooralsnog een ouwe knorrepot.
Ruud van Bokhoven zegt
Ach Henk dat is politiek, links en rechts, de een zegt het en de ander draait het om of draait er omheen om uiteindelijk het probleem te omzeilen en dan heb je er nog niet bewust verzwijgen en erom liegen, ach Henk politiek is niet wat je hoopt.
Tegenpolen heb je nodig, anders zou er te rechtlijnig gedacht worden. Maar hoe dan ook, kies verstandig, beheers je en gebruik geen zweep. Heb respect voor de ander en haat haat.