Vandaag was ik buiten de Kloosterbunker en zag hoe bijna alle mensen op straat met kastjes rondliepen, erin spraken of tikten. Ze hadden geen oog voor hun omgeving maar waren dwangmatig aan het contacteren. Als iemand zich niet op hun draagbare telefoons meldde voelden ze zich ongelukkig: ben ik verstoten, tel ik niet meer mee? Ik zag ook een vrouw met een kinderwagen die op een bankje in het centrum van de wereldstad een bakje Chinees oppeuzelde. Verder ook veel mensen met witte uitsteeksels in de oren, luidsprekers naar ik meen.
Vroeger wenste ik dat een magnetische atmosferische storing in één klap een eind zou maken aan dat zogenaamde sociale gedoe. Ik werd er zo nerveus van. Het is niet goed om gewelddadig te denken dus nu kijk ik ernaar. In grote hoofdkantoren van Google en Facebook, Twitter en zo, doen ze dat ook. Daar weten ze alles van die kastjesmensen en kunnen zelfs hun gedrag beïnvloeden. Wat ze kopen op wie ze stemmen. Ze zijn de almachtige, de alwetende God op aarde.
Ik heb niks te verbergen, zeggen die kastjesmensen maar als ze een inbreker in huis aantreffen bellen ze de politie en gluurders slaan ze in elkaar. Privacy is voor de kastjesmens een groot goed, maar daar lachen ze om in die dure kantoren.
Heel lang geleden was ik een paar weken lid van het satanische Facebook. Ik wist niet wat me overkwam, een beerput van totale onzin, haat, racisme, fascisme ging open. Ik had maar één vriend op dat Facebook, Jaapje Snot en die was ook niet aardig. Ik kreeg aanbiedingen om mee te doen met quizjes en vragen over bedrijven, instellingen, mensen, maar daar bedankte ik voor. In mijn achterhoofd voelde ik dat het niet goed zat met Facebook, Google en Twitter, dat ze niet mij wilden helpen maar dat verlangden van mij. Om meer miljarden te verdienen. Met veel moeite liet ik me uitschrijven bij dat Facebook, maar schijn nog 2 jaar lang gevolgd te kunnen worden.
Relaties met sociale media worden beheerst door dwang. Het zuigt tijd op en de kastjesmens maakt kennis met onbekende mensen – zogeheten vrienden – die alleen maar roddelen over anderen. Of liegen en bedriegen. Wie controleert ze? In Birma zijn 700.000 Rohingya op de vlucht geslagen voor boeddhistische bendes en het leger nadat er via Facebook hatemails waren verspreid.
Kastjesmensen hebben maar voor één ding aandacht: het kastje. Ze zijn minder goed in staat om zich te settelen met een boek of in meditatie, omdat hun hersenen gewend raakten aan het infuus van constante kleine uitbarstingen van dopamine. De kastjeswereld is een schijnwereld, een kwalijk decor, ongezond voor je lijf en brein. De macht van de sterkste, zoals op Twitter, waar de persoon met de sterkste mening het meest gezien wordt. Deze uitersten doen een beroep op de kastjesmens om een eigen geloof te vormen, het geïsoleerde brein. Daarin is geen plek voor nuance.
Ik ben een volger van de dhamma, de leer van de Boeddha. Ik vraag me af: zou de Boeddha ook lid worden van Facebook, meedoen aan zinloze kletspraat, als hij in deze tijd zou leven? Of zou hij het satanische medium gebruiken om zieltjes te winnen, contact te maken met andere leraren? Zijn invloed te vergroten. Zou hij dwangneuroses ontwikkelen?
Volgens mij staan de zogenaamde sociale media op gespannen voet met de drie boeddhistische vergiften: begeerte, haat en onwetendheid. Maar los daarvan, ik ben blij nergens lid van te zijn en mensen gewoon aan te kunnen kijken als ik op straat ben.
Moedig voorwaarts!