Ik ken maar één persoon in mijn omgeving die angstig is geworden door de uitbraak van het coronavirus: een oudere vrouw die als klein kind de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt. Zij ziet overeenkomsten tussen de twee negatieve grootheden. En ze weet niet goed hoe ze met die angstgevoelens om moet gaan. Wat gaat er gebeuren met haar en haar familie, Nederland en de wereld? Nu de vijand geen leger is maar een virus.
Bijna alle mensen in mijn uitgebreide netwerk zijn echter positief ingesteld en laten zich niet leiden door angst. Ze kijken nieuwsgierig om zich heen naar de nieuwe wereld waarin ze terecht zijn gekomen. Niet dat ze de situatie niet kritisch beschouwen en het zijn zeker geen vogeltjes voor de poes. Ik zie ze als durvers en doeners.
Ouders geven hun kinderen thuis les omdat de scholen gesloten zijn. De dwangmatige druk binnen het onderwijs om eigen doelen te halen is er niet. De ouders brengen nu meer hun eigen normen in als ze helpen met de lesstof. Dat minder meer ook goed is. Draagbare telefoons worden weggelegd, er is meer gelegenheid om met elkaar te praten. En zelf werken ze uit huis, scheppen af en toe een luchtje.
Menig boeddhist in mijn omgeving vindt het een heerlijke, ontspannen tijd. Een periode naar een nieuwe ordening geloven ze. Vooral de rust in de maatschappij spreekt ze aan. Een vrouw liet mij weten dat ze vol verbazing naar de hemel keek en in die blauwe lucht geen spoor van vliegbewegingen zichtbaar was. Was het maar altijd zo, zegt ze. Geen vakantietripjes voor een paar euro. Zeggen anderen met haar. Zoals het was mag niet meer terugkomen, die hebzucht, dat ordinaire gegraai, altijd maar meer. De wil om een exportland te zijn, die vervuiling. Vinden ze.
De afwezigheid van angst bij deze tientallen mensen is geen berusting in wat gaande is. Ze erkennen wel dat het virus de gecreëerde ordening van onze maatschappij in de war schopt, een nieuwe werkelijkheid schept. Maar ze zijn vooral nieuwsgierig, als tegenwoordige hippies, naar de nieuwe toekomst. Een andere nieuwe toekomst. En daarbij past geen angst. Wel daadkracht.
Ja, zeggen ze bijna clichématig, het is natuurlijk wel erg voor de mensen die doodgaan en hun nabestaanden. Een zegt: Het zijn meestal bejaarden die al oud en zwak waren die sterven. Of niet bejaard maar wel een zwakke gezondheid hadden. Een ander zegt: Het geeft de pensioenfondsen wel lucht. Humor kan soms hard zijn.
Op tv zie ik beelden van Nederlandse verpleeghuizen en bejaardenoorden die speciale ruimtes in de tuin hebben ingericht waar familieleden hun vader, moeder, opa of oma kunnen zien en spreken via microfoons en luidsprekers. In een straat werd zelfs een bingo gehouden en zaten buren voor hun woning in afwachting van een prijs. Wel op anderhalve meter afstand van elkaar. Leden van een beroemd filharmonisch orkest spelen gezamenlijk ieder voor zich uit eigen huis. Jarigen worden massaal toegezongen.
Ondertussen is België volledig afgesloten van de buitenwereld. Grenzen zijn met hekken, containers en prikkeldraad geblokkeerd. Camera’s houden bewegingen van de inwoners in de gaten. Winkels en bouwmarkten zijn gesloten. Het is oorlog in België. Met Pasen halen de autoriteiten betonblokken uit de opslagplaatsen om de grenzen nog meer te dichten. En een uitstroom van Belgen te voorkomen.
Ik heb eens naar de sterftecijfers, opname in ziekenhuizen en op de intensieve zorg gekeken in Nederland en België. Of zo’n lockdown nou een groter effect heeft dan raadgevingen aan burgers om afstand te houden en goed de handen te wassen en te hoesten in de elleboog. Vrijheid in gebondenheid. In beide landen is een voorzichtige daling van het aantal opnamen te zien. Soms gevolgd door een lichte stijging.
Moedig voorwaarts!