De luchtvochtigheid buiten is erg laag, tussen de 5 en 14 procent. Zie ik op het weerstation. Dat zal wel komen door de harde oostenwind, vermoed ik. Binnen in de Kloosterbunker is het 17 procent luchtvocht. Normaal is dat 22 %. Het apparaat dat de lucht bevochtigt is stuk, het lekte water. Ik mummificeer.
De zon schijnt van harte, weerkundig gezien is het een mooie dag. In de verrekijk zag ik vanmorgen dat de fruitboeren hun bomen hebben beregend om het bevriezen van de bloesem tegen te gaan, want ’s nachts kan het aan de grond tot wel 7 graden vriezen.
Dezelfde verrekijk maakte melding van het feit dat onze bejaarden dreigen te gaan stinken omdat thuiszorgers ze door de ontstane crisis niet meer kunnen bezoeken en wassen en verzorgen. Een mevrouw kreeg normaal 14 keer per week thuiszorg en nu nog maar 3. Verwezen werd naar buren, familie en vrienden om die zorg over te nemen, maar die mogen de deur niet meer uit van de regering. En de zeep is niet meer verkrijgbaar, door idioten gehamsterd. Dus een mooi alibi om de deur echt niet uit te gaan. Eigen stank eerst.
En zo saamhorig is onze samenleving helemaal niet. Rutte zei dat we het met z’n 17 miljoen moeten rooien. Hij schetste een beeld van een liefdevol paradijselijk Holland waar de bodhisattva’s, de familierechercheurs, op elke straathoek klaarstaan om de ander, ook de stinkende bejaarde, te helpen. Is het overigens niet merkwaardig dat die oproep pas nu wordt gedaan, waarmee aangegeven wordt dat saamhorigheid, empathie en compassie, niet van nature in onze genen zitten. En dat dat door onze minister-president wordt erkend. Er zullen maar weinig verzetsstrijders in actie komen, net als in de Tweede Wereldoorlog.
Hullie, schreven François en Mieke deze week in het BD.
Op een manier zijn we wel samen: we zitten met z’n allen thuis, eenzaam en alleen. De blijf-van-me-lijf-huizen hebben het drukker dan ooit. Maar verder delen we niks, het wordt ieder voor zich en een ratrace voor een opname op de IC als je besmet raakt. Ben je te oud of te vuil, vergeet het dan maar. Saamhorigheid is een utopie- ja, soms bij wedstrijden van Oranje, als de gekte toeslaat. Ook al wijzen enquêtes anders uit en doet een kleine meerderheid nog een boodschapje voor de buur of een familielid, er zijn momenteel mensen die het geluid op de verrekijk afzetten als humanitaire organisaties aandacht vragen voor honger en gezondheid van kinderen in de verre wereld. Eigen ellende eerst, zeggen deze Janmaten, onderwijl een chipje etend dat ze hebben gehamsterd in een supermarkt. En de ezeltjes met de kromme voetjes kunnen het helemaal schudden. Eigen voeten eerst.
Vorige week vloog er een dikke hommel over het balkon van de Kloosterbunker. Bij mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, zat er eentje in huis. Ze zei tegen het diertje: je bent binnen verkeerd en zette hem weer buiten. En uit Den Haag kwam een melding dat in het stedelijk gebied een eerste vlinder was gesignaleerd.
Op de wegen rond de Kloosterbunker rijden vrijwel lege stadsbussen. Hoeveel reizigers gaan erin als ze – de reizigers- anderhalve meter afstand van elkaar moeten houden in de bus?
Ik zie dat op straat een moeder in een kinderwagen haar kindje voortduwt. Rust, reinheid en regelmaat.
En een man met een zeer grote hond legt op een bankje hier beneden in de stadstuin wat eten voor het dier neer, zie ik. Wat een vreemd iets. De hond peuzelt het voer langzaam op, de man borstelt het stilstaande dier.
Er is veel te zien.
Moedig voorwaarts!
Jacob van Keulen zegt
Hommeles of homeless. To be or not to be at home that’s the question. Houd moed en wees strijdvaardig.