Ik vind vergeving een naar woord en ook een raar iets. Ik vergeef je maar vergeet het niet, is zo’n cliché. Volgens mij heeft het vergeven ook met een zelfvoldane positie te maken: de vergever staat hoger dan de vergevene, hij kan wel of niet vergeven. De te vergeven mens moet maar afwachten. Of met onderwerping: Heer, vergeef het hun, als je zelf niet kunt vergeven doe je een beroep op een ander, in dit geval de Here God. Je besteedt het vergeven uit.
Ik pieker me de laatste dagen suf wie ik ooit iets vergeven heb. En kan geen naam noemen terwijl er ook nare mensen in mijn leven waren tot ik de boel opkuiste. En ik zelf ook niet de beste ben. Mogelijk zijn er mensen die mij iets vergeven hebben, maar die hebben zich nooit bij mij gemeld. In dat opzicht ben ik een onwetende. Ik vermoed dat niet-vergeven te maken heeft met het accepteren van zaken. Mijn boeddhistische leraar zei altijd: Van het verleden kan je geen chocola bakken, het is gebeurd en we leven nu in het nu. Moedig voorwaarts.
Ik pieker over het thema vergeven omdat ik van het Museum voor Vrede en Geweldloosheid een uitnodiging kreeg om op 4 mei in de doopsgezinde kerk aan de Noordmolenwerf in Rotterdam een filosofisch gesprek aan te gaan over Vergeving (met een hoofdletter). Het gesprek staat onder leiding van de Rotterdamse praktisch filosoof Dick van Hennik (van de Filosofische Praktijk Berkelstraat).
In de uitnodiging: ‘Op 4 mei herdenken we de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. De vraag die je daarbij kan stellen is: “Valt er nog iets te vergeven tussen ons en de vroegere onderdrukker?”
Toen Duitse vliegtuigen- de mensen erin, in mei 1940 bommen lieten vallen op de huizen van de burgerbevolking in onder andere Kralingen, een Rotterdamse wijk, stierven familieleden van mij. Een tante van mijn moeder rende brandend door de straat, mariniers probeerden de vlammen te doven. Alleen een zoon overleefde het bombardement.
Mijn moeder, een altijd rustige en stille vrouw, was op de vierde mei, de dag van de herdenking van de doden door het nazigeweld- later kwamen er andere slachtoffers bij, nog meer stil en verdrietig. Dat zag ik aan haar gezicht en houding. Voor ons gezin was de dodenherdenking niet een theoretische kwestie maar daar hoorden mensen bij die we gekend hebben. We zwegen bewust die twee minuten.
Mijn moeder sprak nooit over vergeving. Ze noemde de Duitsers wel moffen maar haatte ze niet- er viel niets te vergeven, wie moet je vergeven, het systeem, Hitler, de vliegeniers boven de stad die de bommen lieten vallen? De bommenfabrikanten. Fokker die vliegtuigen leverde. De leveranciers van banden en metaal? De psychiaters die Hitler niet op lieten sluiten. De bom van Von Stauffenberg die niet goed af ging. Een lange keten ven verantwoordelijken.
Voor haar telde alleen het grote verdriet over het sterven van de mensen die ze liefhad. Ze reisde niet af naar Duitsland om daar op straat de vergeving te prediken. En mensen in verwarring te brengen. Ze leefde in het nu in haar verdriet. Dus ik vermoed dat ik de leefwijze om niet te vergeven van haar heb. Grietje was haar naam. Vergeven is egoïstisch, met de nadruk op ego.
Moedig voorwaarts!
Henk van Kalken zegt
Vergeven was langere tijd een thema voor mij. WF Brugsma, de journalist die jarenlang doorbracht in diverse Duitse concentratiekampen zei ooit, verwijzend naar de tekst boven de concentratiekamp poorten ‘Arbeit macht frei”Vergeven maakt vrij.’Indrukwekkend en inspirerend. Maar ik kon nooit een paar mensen die ik ervoor aanzag dat ze mij veel leed hebben aangedaan werkelijk vergeven. Tot mijn dzogchenleraar mij deed inzien dat er niets IS om te vergeven, niet anders dan allerlei concepten die je zelf in je hoofd maakt. Dus ja, vergeven is egoïstisch.
G.J. Smeets zegt
“Mijn boeddhistische leraar zei altijd: Van het verleden kan je geen chocola bakken, het is gebeurd en we leven nu in het nu.”
Tja, herinneringen aan het verleden heb je in het hier & nu en daar zul je toch chocola van moeten bakken. Verdringen, rationaliseren, ophemelen, verdoemen, etc..
“Vergeven is egoïstisch, met de nadruk op ego.”
Dat is mij te kort door de bocht. Een voor mij pijnlijke en schadelijke actie die geliefden hebben begaan vergaf ik door het uit te praten. Vergeven is een interactie ding en geen psychisch ding. Zonder uitpraten geen vergeving.