De vraag in de titel van deze blog hoor ik altijd als een of ander muziekje. Ik heb hem maar eens even in duckduckgo (de zoekmachine die niks van je wil weten) getypt en het blijkt een populaire televisieshow geweest te zijn rond 1990. Wij hadden vroeger thuis geen televisie, mijn ouders lazen liever een boek, en sinds ik uit huis ben heb ik ook nooit veel gekeken. Twaalf jaar geleden is mijn draagbare mini-teeveetje naar de schuur verhuisd waar het ding tot ons vertrek naar Thailand heeft gestaan. Desondanks blijk ik de herkenningsmelodie van die show ergens te hebben opgepikt en, erger nog, opgeslagen. Het zij zo.
Maar laat ik jullie niet lastigvallen met tv-pulp en bijbehorende deuntjes en tot de kern van deze blog zien te geraken. “Doet ie het of doet ie het niet” is namelijk altijd de vraag hier. Waar je er in Nederland vanuit mag gaan dat iets wat je koopt het ook daadwerkelijk doet, is dat hier allerminst zeker. Zo zijn we sinds een paar dagen de trotse bezitters van een fluitketel. We zijn namelijk net onder (Mieke) en boven (ik) de 60 en dan wil het kortetermijngeheugen nog wel eens wat kuren vertonen. “Doet ie het of doet ie het niet,” is voor ons ook wat dat betreft steeds de vraag, en vrij regelmatig moeten we concluderen dat ie het niet doet. Mijn zoektocht naar waar ik mijn bril heb neergelegd is een dagelijks meermaals voorkomend ritueel. Om te kunnen lezen moet ik het ding afzetten, en na het lezen loop ik dan zonder hem op te zetten weg, waarna ik als ik hem weer nodig heb geen flauw idee heb waar ik hem heb afgezet. Lastig, maar ongevaarlijk.
Riskanter is het wanneer we water koken voor thee of koffie, of rijst opzetten. Het water koken deden we een tijdje met een elektrische waterkoker, maar daar was het zonne-energiesysteem niet blij mee; met name het aanslaan was telkens een aanslag op de accu’s. De inductie-kookplaat met timer trok sowieso al te veel stroom, dus die hebben we nooit kunnen gebruiken. Daarom staat er nu een gaspitje, maar als je dan vergeet dat het water op staat ontstaan er problemen. De oplossing bleek te koop in de bouwmarkt: een fluitketel. Zo eentje met een klepje dat de schenkopening afsluit. Ten minste, dat is het geval als je er in Nederland een koopt. Bij onze fluitketel sloot het klepje niet helemaal goed, waardoor de stoom er langs stoomde in plaats van door de fluit. Omdat we geprobeerd hadden een papieren etiket dat op de ketel zat eraf te pulken, hetgeen niet lukte, konden we niet meer terug om te ruilen. Voordeel van de matige kwaliteit van de materialen hier is, dat je makkelijk wat kan bijbuigen. Mieke heeft dat geprobeerd en nu hebben we zo waar een fluitketel die het doet (en die een gehavend etiket op de zijkant heeft).
In onze lijst van dingen die het niet doen staan onder meer schroefjes zonder schroefdraad, borden die afbreken als je ze optilt, kopjes waarvan je het oortje in de hand houd terwijl de rest blijft staan, de versnelling en achterrem van mijn nieuwe fiets en verlengsnoeren met een geaard “stopcontact” die echter maar twee draden blijken te bevatten. Ook op straat is er veel dat het niet doet. De knipperende pijlen die enkele maanden geleden zijn aangebracht bij de U-draaien in de middenberm van de snelweg doen het op een enkele na niet meer. Veel achterlichten van brommers doen het niet en fietsen met goed licht zijn al helemaal zeldzaam. En wij? Wij doen het er maar mee.
Wat het heel goed doet is de zon; het is uitzonderlijk warm voor de tijd van het jaar. Eergisteren was het ’s middags maar liefst 37 graden en vandaag haalden we de 36. Normaal gesproken zou het maximaal zo’n 30 graden moeten zijn. In de vroege ochtend is het 13 à 14 graden en dat vinden we tegenwoordig heel koud. We blijven dan maar wat langer in bed, onder twee dekens, en ontbijten eveneens in bed, met een warm vest aan.
Door die warmte begint alles ook erg droog te worden en hoewel de regering vindt dat vuurtjes stoken iets is wat de Thai niet moet doen, doet ie het wel. Gisteren lagen we bij slechts 35 graden siësta te houden toen Mieke geknetter achter het huis hoorde. Vanuit de badkamer was er niets te zien, maar toen het knetteren aanhield gingen we maar eens even buiten kijken en bleek dat het weiland van de achterbuurman in brand stond. Het was alleen gras en lage begroeiing, maar het kwam wel onze kant op gekropen, in de richting van de bamboehaag die een meter van de grens tussen de landjes staat. Hoewel de waterdruk helemaal achterop het landje gering was, was het toch genoeg om de brand te stoppen. Buurman zelf was in geen velden of wegen te bekennen, dus ik ben de plekken op zijn land die nog smeulden maar met de gieter te lijf gegaan. Ons plan om nog naar de stad te gaan hebben we maar laten varen; we wilden niet het risico lopen dat het vuurtje tijdens onze afwezigheid toch weer op zou laaien.
Om de jonge aanplant door de droogte heen te helpen hebben we inmiddels ons eigen bewateringssysteem aangelegd, bestaande uit lange slangen met gaatjes op de plaatsen waar een plant of boompje staat. In plaats van met de gieter alles af te lopen kunnen we nu telkens een slang aankoppelen en dan een aantal planten en bomen tegelijk water geven. Gelukkige verkopen ze hier klokjes die je tussen waterleiding en slang kunt zetten die na een vooraf ingestelde tijd automatisch de watertoevoer afsluiten. Als ze het tenminste doen. Best handig als je kortetermijngeheugen het even niet doet.
Vandaag tegen het eind van de middag, toen het wat koeler begon te worden, waren we nog even aan het bewateringssysteem aan het knutselen toen er een grote groep ooievaars over kwam en een slaapplaats koos in twee bomen iets verderop. Een prachtig plaatje dat helemaal goedmaakt dat er dingen zijn die het niet doen.