Vorig jaar behandelden Rob en Luuk in de serie Tweespraak de verschillen en overeenkomsten tussen psychotherapie en dzogchen. De serie wordt dit jaar onder dezelfde naam voortgezet maar de frequentie staat niet vast en de tweespraak gaat over een actueel onderwerp.
Luuk: Hoewel we denken dat we de werkelijkheid zien zoals die is, zien we deze vol met betekenissen die we er zelf aan geven. Politici weten als geen ander dat mensen makkelijk te beïnvloeden zijn en gevangen zitten in betekenissen, illusies en wanen. We hebben in de Tweede Kamer het dividenddebat achter de rug dat geen enkel ander doel diende dan het beeld dat we hebben van anders denkende collega’s te beschadigen. Het werd het debat van de lange neuzen.
We kregen misschien de indruk dat de boven ons geplaatsten last hadden van een ernstige vorm van preseniele dementie, maar zij wisten wel beter, de ongeneeslijke geheugenstoornis zit bij ons, de gewone burgers.
Maar ook journalisten en opiniemakers weten wat leugenachtig communiceren is. Onlangs liet Hans Laroes (hoofdredacteur van KRONCRV) zich lelijk in zijn linkse kaart kijken door niets vermoedende jonge bewoners van Amsterdam van extreem rechts gedachtengoed te beschuldigen. Toen het deze nestor van het elitecorps der journalisten duidelijk werd dat hij geen neonazi’s op het spoor was, wist hij niet hoe snel hij de tweet moest deleten. Te laat, de columnist Jan Dijkgraaf reageerde al. Laroes noemde laatst genoemde vervolgens een vuilnisbakresearcher; je zou je fout ook eens toegeven. Daarop antwoorde Dijkgraaf met een column over Hans-stageaireverkrachter- Laroes. Tot zover deze korte cursus ‘framing’.
Rob: Wat ik begrijp van framing is dat je een context of frame gebruikt, met als doel hetgeen in deze context geplaatst wordt een extra betekenis mee te geven, behorende bij die context. In het geval van de heren en dames politici en journalisten is het blijkbaar belangrijk om een negatieve context te gebruiken voor andersdenkenden. Dit soort framing valt voor mij onder manipulatie. Je zet iemand of iemands gedrag in een negatieve context en de enige uitweg lijkt te zijn om iemand anders te worden of ander gedrag te gaan vertonen. Je wilt namelijk toch niet een dergelijk persoon zijn, een vuilnisbakresearcher bijvoorbeeld, en om dat te bewijzen zal je ander gedrag moeten vertonen.
Luuk: Onlangs bezocht ik een lezing van een filosoof. Hij vatte zijn betoog over identiteitspolitiek samen met de opmerking: “ik wil Rutte natuurlijk niet gelijk met Hitler vergelijken, maar…”. Toen iemand hier wat van zei reageerde hij met ”ik zeg toch dat ik hem er niet mee wil vergelijken.”
Rob: De verstrekker van de negatieve context heeft het ‘voordeel’ zichzelf niet bloot te hoeven geven in waar hij of zij het eigenlijk moeilijk mee heeft of tegen aan loopt. Als ik bijvoorbeeld politici in het algemeen typeer als een stel kleuters op communicatief niveau, met hun liegen, het achterhouden van relevante informatie (passief liegen), hun negatieve framing, dan geef ik mezelf niet bloot. Met deze framing vertel ik niets over mijn diepe afkeer daarover en mijn wens dat politici vanuit verbondenheid met elkaar zouden dienen te communiceren (samenwerken). Dus ik zeg dan niks over wat ik wel en niet wil, ik probeer met negatieve framing de ander onklaar te maken en buiten spel te zetten.
Luuk: Waar komt de obsessie vandaan om tegenstanders te vergelijken met Hitler? Eigenlijk iedereen die het niet eens is met het huidige beleid rond integratie kan rekenen op een vergelijking met Hitler of een variatie daar op.
Een voorbeeld: Eric van Muiswinkel is jarenlang onze nationale zwarte Piet geweest op televisie, tot hij er achter kwam dat zwarte Piet zwart was. Hij stopte theatraal met zijn vertolking. Ik hoorde pas weer van hem toen hij mensen opriep Thierry Baudet aan te vallen waar en wanneer het maar kan.
De Hitlerframe is echt populair. Minister Kajsa Ollongren, verantwoordelijk voor veiligheid, sloeg twee vliegen in één klap door Baudet een grotere bedreiging te noemen dan Wilders. En de fractievoorzitter van D66 Pechtold hield het op: “bij Wilders waren we te laat, laten we bij Baudet op tijd zijn”. Zonder Hitler te noemen gingen de gedachten uit naar de op 6 mei 2002 vermoorde politicus Pim Fortuyn. Velen zagen in zichzelf een verzetsheld door hem met Hitler te vergelijken. Hoewel dit soort woorden al een vorm van geweld zijn, bracht iemand hem ook nog fysiek tot zwijgen. Vol ongeloof reageerden de naoorlogse helden, ‘hoe is dit toch mogelijk?’
Slechts één manier van denken is toegestaan. Vergelijk het met sommige religies. Verder zoeken naar (zelf)kennis wordt niet geaccepteerd. Zou het niet zo kunnen zijn dat veel aanhangers van ideologieën beginnen met ontkenning van de eigen overspannen, egoïstische, als slecht ervaren leefwijze? Niet goed door de puberteit gekomen, en als vlucht voor fundamentele onzekerheid een ideologie omhelzen. Zou van Muiswinkel niet een kort moment van zelfhaat ervaren hebben, toen hij ontdekte dat zijn zwarte Piet meerdere betekenissen kon hebben? Ging hij daarom op zoek naar ‘foute’ mensen? Het geloof of de ideologie geeft argumenten om mensen in te delen in goed en slecht, en wie ‘fout’ is te haten. Haat geeft een gevoel van kracht en controle en kan daardoor zelfs verslavend zijn.
Rob: De framing van: “ik wil niet direct Rutte gaan vergelijken met Hitler…” vind ik nog een graad meer manipulatief. Er wordt weliswaar een verband gelegd met een ontkenning, maar deze is hier niet interessant. De associatie is gelegd en dat blijft hangen. De framer kan zich hullen in onschuld, maar heeft zijn gif verspreidt.
Henk van Kalken zegt
Beste Luuk (alles goed?) en Rob,
Leuke tweespraak en passend in een maatschappelijk forum, maar mijn samsarische, associatieve geest zocht vergeefs naar een dzogchenframing.
Het onderwerp is ongetwijfeld actueel. Ook ik heb me verbaasd zowel als geërgerd aan de twijfelachtige verheffing van Hitler tot archetypische maatstaf van het kwaad. Maar de inleiding bij jullie tweespraak doet vermoeden dat het hier zou gaan over de verschillen en overeenkomsten tussen dzogchen en psychotherapie. Op zich een onderwerp om de vingers bij af te likken, hoewel het spreken over verschillen in een kader waarin dzogchen wordt genoemd op zich al een beetje hachelijk is… kortom: maar liefst twéé psychotherapeuten moeten toch minimaal in staat zijn om mij uit mijn verwarring naar helderheid te leiden.
Oprechte groet,
Henk van Kalken
Piet Nusteleijn zegt
Heeft iemand een andere mening? Is iemand het niet met je eens? Dan zeg je dat. Je “moet” dat zeggen…en wel op
de meest krachtige manier. Je wordt anders niet meer gehoord…
Je ziet dat in de race om de krachtigste manier van uitdrukken te gebruiken er inflatie optreedt.
Hoeveel mensen zijn er inmiddels wel niet met die oorlogsleider vergeleken? Ach…
Luuk Mur zegt
Dag Henk van Kalken,
Ik herhaal hier wat boven ook genoemd is.
Vorig jaar behandelden Rob en Luuk in de serie Tweespraak de verschillen en overeenkomsten tussen psychotherapie en dzogchen. De serie wordt dit jaar onder dezelfde naam voortgezet maar de frequentie staat niet vast en de tweespraak gaat over een actueel onderwerp.
We vergelijken dit jaar dus juist niet psychotherapie en dzogchen.
Wat we waarnemen is niet het ding/ de persoon zelf, maar zijn of haar betekenis voor mij. Dat de betekenis ( Bijvoorbeeld “jij ben zo fout”) niet in de dingen zelf ligt, maar in de relatie die we met iets en iemand hebben kan je heel goed bij dzogchen leren, net zoals bij psychotherapie.
Henk van Kalken zegt
Hallo Luuk,
Inderdaad, niet goed gelezen. Sorry! Ik ga nu nadenken over de vraag of we bij dzogchen kunnen leren dat de betekenis die we aan dingen geven in de relatie die we met dingen – verschijnselen – hebben. De aard van alle verschijnselen is de leegte. Wij geven betekenis met onze dualistische visie op fenomenen. Is het geloof in onze perceptie van fenomenen hetzelfde als een relatie hebben met iets of iemand? En kun je dat leren doorzien in dzogchen?
Luuk Mur zegt
Ik-en-de wereld, dat is dualisme. Vanuit het -ik- geven we betekenis aan de dingen. Dzogchen leert je in-de-wereld zijn; geen zelf ( leegte), geen zich opdringend denken, geen betekenis.Er is waarneming, maar geen waarnemer.
Henk van Kalken zegt
Er is geen verschil tussen in de wereld zijn en de oorspronkelijke natuur van ieder individu. Daar maakt denken ook deel van uit. Ik vind de spiegelmetafoor van Namkhai Norbu Rinpoche (hoewel de metafoor op zich véél ouder is). Altijd erg duidelijk. Het is het verschil tussen voor de spiegel zijn en naar jezelf kijken en zélf de spiegel zijn. We denken dat het weerspiegelde echt is, maar als we de spiegel zelf zijn stopt de conceptuele dualistische visie. Zolang we nog denken dat wij hier zijn en de spiegel daar zitten we in de rol van waarnemer. Aan ons te ontdekken dat we zelf de spiegel zijn en reflecteren. Een berglandschap of een speldeknop. Een dooide rat of een gouden boeddhabeeld. Er is geen verschil.