Ik kwam uit Appie met een volle boodschappenwagen en botste bijna tegen haar op. Een tengere vrouw met grijs haar. ‘Koud, hè’, zei ze tegen me. ‘Ik vind het lekker weer, van mij mag het nog wel een paar graden kouder worden’, zei ik tegen haar. Ze keek me niet begrijpend aan. Ik zat in de auto op het parkeerterrein van Appie, klaar om weg te rijden. Naast me dook de vrouw weer op. Ze sprak een vrouw aan. ‘Koud, hè’, zei ze. En liep verder, richting blinde muur.
Moedig voorwaarts!
