Toen ik het bericht las, op woensdagochtend, dat Joost Zwagerman was overleden en dat hij zelfmoord had gepleegd, schoten de tranen spontaan in mijn ogen.
Vanwege het schokeffect, denk ik. En ook door een besef dat Zwagerman kennelijk zó erg leed, dat hij er een eind aan heeft gemaakt.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook tot de grote groep van mensen behoor die wel eens nadenkt over zelfdoding. Ik ken het gevoel van dat het me teveel wordt. Dat ik het gevoel heb dat ik ‘het leven niet aankan’. Vaak kan ik het niets eens heel duidelijk omschrijven. Het is een gevoel. Een ondertoon in mijn bestaan.
Ieder mens wil gelukkig zijn. Toch? Dat is een soort van oerdrift. Of je nou een IS-strijder bent, een vluchteling, of een depressief mens. We willen allemaal gelukkig zijn. Tevreden zijn.
Sommige mensen lukt het beter om tevreden te zijn dan anderen.
Wat mij intrigeert is wát er precies dood gaat. Of wat je precies dood wilt, als je een einde aan je leven wilt maken. Wil je van je lichaam af? Of van je gedachten en gevoelens?
Die vraag stel ik mezelf ook wel eens. Het is moeilijk om er een antwoord op te geven. Omdat dat ‘ik’ helemaal niet zo’n heel duidelijk vormgegeven iets is.
Dat weten boeddhisten maar al te goed.
Dat zelf is niet vast te grijpen. Niet zoals je een glas water vast kunt grijpen. Je kunt er je vinger niet op leggen.
Het ‘ik’ is alleen maar te omschrijven als een scala van eigenschappen, gekoppeld aan een lichaam. En die eigenschappen zijn nog veranderlijk ook.
Mijn ik is dus een bouwwerk van gedachten, gevoelens, ideeën, overtuigingen, herinneringen, successen en mislukkingen die ik gedurende al de jaren van mijn leven opgebouwd heb.
Als ik in slaap val, dan is het weg.
En zodra ik weer wakker wordt, ontstaat het hele circus weer.
Zwagerman wilde misschien een einde aan dat circus maken. Omdat het geen leuk circus was.
Omdat het niet lukte om er een leuk circus van te maken.
In mijn ervaring ben je voor een groot deel wel in staat om dat circus leuker te maken. Om dat ‘zelf’ wat minder te laten lijden.
Maar de één moet daar veel meer moeite voor doen dan een ander.
Geef een reactie