De onderwerpen migratie en integratie staan midden in de belangstelling van de politiek en de samenleving. Ze zouden zelfs ons politiek systeem en samenleving in een ‘crisis’ storten. ‘Kabinetten vallen en worden geformeerd rond migratie, en kranten brengen migratienieuws alsof het om uitdaging nummer één van onze tijd gaat’, aldus hoogleraar Peter Scholten. Hij schreef het boek De migratie-obsessie. Hoe een thema het debat blijft bepalen. Dit beknopte artikel gaat in op enkele aspecten van zijn boek.
Nederland is de laatste tientallen jaren wéér een migratieland geworden. Dit was ook al het geval in de 17de en in een deel van de 18de eeuw. Kijkt men in de breedte naar onze geschiedenis dan is migratie eerder regel dan uitzondering. Sinds de Tweede Wereldoorlog nam het aantal immigranten toe, vooral na de EU-uitbreiding in 2004. Ook de emigratie nam sterk toe. Nederland is een ‘vlottende’ samenleving. Onze economie werd steeds meer een migratie-economie, die drijft op een komen en gaan van arbeidskrachten.
Vergrootglas
Steeds vaker zien Nederlanders migratie als een probleem en in de media en de politiek liggen migratie en integratie voortdurend onder het vergrootglas. Dit is volgens Peter Scholten objectief niet te verklaren. Ons land is in Europa immers een migratiemiddenmoter. Omgerekend per hoofd van de bevolking is hier ruim minder migratie dan in België en Italië. Ook is de migratie hier bijna de helft van in die Duitsland. Het debat wekt bovendien de indruk dat asielmigratie de omvangrijkste categorie zou zijn. Niets is minder waar. ‘In 2023 bestond de grootste migrantencategorie uit arbeidsmigranten, namelijk 39%, het aantal gezinsmigranten was 26%, het aantal asielmigranten 18%, het aantal studiemigranten 13% en het aantal overige 4%.
Het debat gaat volgens de auteur niet alleen om het problematiseren van migratie, maar ook om het ‘migrantiseren’ van bijvoorbeeld een probleem als de woningnood. Een ander voorbeeld is dat bij de discussie over internationalisering van het onderwijs het niet meer gaat om kwaliteit en het zich richten op de internationale markt, maar om het aantal studiemigranten.
Sociale hypochondrie
Bestuurskundige Peter Scholten stelt dat de manier waarop het migratiedebat wordt gevoerd veel weg heeft van een obsessie. Socioloog Willem Schinkel noemt het gebrek aan rationaliteit in dit debat een vorm van ‘sociale hypochondrie’ of ‘sociale ziektevrees’. Scholten benadrukt dat het hem niet gaat om te zoeken naar ‘schuldigen’ aan deze obsessie. Er speelt iets waardoor migratie steeds in de spotlights staat. ‘We kiezen niet voor deze obsessie, ze overkomt ons, we zitten erin gevangen.’
De auteur bespreekt zeven mechanismen achter de migratie-obsessie. Dit zijn:
1.De rol van migratietaal;
2.De strijd over migratiefeiten;
3.Migratie als signaal voor onvrede met globalisering;
4.Migratie als speelbal van confrontatiepolitiek;
5.Migratie zit gevangen in medialogica;
6.Migratie en ongelijkheid;
7.Migratie, wantrouwen en overspannen verwachtingen van beleid.
Politiek en samenleving worden gedreven door een mengelmoes van rationaliteit, verhalen, macht en instituties. Dit bepaalt het beleid en hoe dit wordt uitgevoerd. Dit kan leiden tot een botsing van de feiten met verhalen en machtsverhoudingen.
Migratiecijfers
De auteur wijdt hoofdstuk vier van zijn boek aan de strijd rond de migratiecijfers. Nederland is een van de weinige landen met een stevig ontwikkeld gegevensbestand over de positie van migranten, signaleert hij. Gemeenten houden in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BPR) onder andere bij of iemand hier geboren is of niet en ook of de ouders dat al dan niet zijn. Ze leveren de gegevens aan bij het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS), die deze koppelt aan gegevens uit andere bestanden over onder andere inkomen, huisvesting, onderwijs en gezondheid. Sinds 2005 wordt het resultaat tweejaarlijks gepubliceerd in een jaarrapport.
De rapportages volgen als het ware specifieke groepen langs onder andere arbeidsparticipatie, huisvesting, criminaliteit en gezondheid. Hierbij is sprake van een ‘etnische lens’ in de Nederlandse cijfermachine, aldus de auteur. De rapporten gaan immers uit van een samenhang van afkomst met gezondheid, criminaliteit en dergelijke. Hier kleeft het gevaar aan van ongefundeerde vooringenomenheid.
Hoewel het verschil in criminaliteitscijfers tussen personen met en zonder migratieachtergrond sterk afnam, is de vertegenwoordiging van migranten in criminaliteit nog altijd relatief groter. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid deed hier onderzoek naar en gebruikte dezelfde cijfers als het CBS bij onderzoek naar criminaliteit bij asielzoekers.
Asielzoekers komen relatief (veel) vaker dan het landelijk gemiddelde voor in de criminaliteitsstatistieken. Er zijn echter ook afwijkingen in de verschillende factoren. Het gaat om onder andere leeftijd (ze zijn veel jonger), gender (meer mannen), opleiding (relatief laaggeschoold) en inkomen. De WRR deed goed kwantitatief onderzoek. Een lang citaat: ‘Dit leidde tot de conclusie dat asielzoekers relatief zelfs minder vaak in de criminaliteitscijfers zouden voorkomen dan vergelijkbare Nederlanders met een soortgelijk sociaaleconomisch en demografisch profiel. Asielzoekers zijn dus minder vaak crimineel dan niet asielzoekers. Dit is echter niet de lezing die dergelijke cijfers in de maatschappelijke en politieke arena krijgen’, bladzijde 82.
De auteur bespreekt de Survey Integratie Migranten die veel vragen aan migranten bevat die zouden moeten zorgen voor een beeld van hun normen en waarden. Hoe denken en voelen bijvoorbeeld personen met een Marokkaanse achtergrond en hoe Polen? De auteur is van mening dat het klakkeloos verzamelen van gegevens niet alleen bijdraagt aan een verkeerde beeldvorming, maar juist ook aan problematisering van groepen. Het wordt bovendien bijna onmogelijk vast te stellen hoe de migratieachtergrond samenhangt met andere variabelen in onze complexe samenleving. ‘Daarmee vertroebelt deze lens een goed begrip van Nederland als migratiesamenleving.’
Aannames
Migratiecijfers en feiten spelen zelf ook een rol een rol in het migratiedebat. Niet alleen omdat ze op heel verschillende manieren kunnen worden uitgelegd of selectief worden gebruikt. Het is moeilijk wetenschappelijk te bepalen of ‘de integratie’ gelukt is of gefaald heeft. Dit hangt af van het specifieke model (paradigma) voor analyse en interpretatie om informatie op te nemen en te ordenen. Zo’n model bepaalt welke aannames worden gemaakt en welke vragen worden gesteld. Volgens de auteur lijkt het er op dat de migratiefeitenstrijd en de strijd tussen paradigma’s of denkmodellen van wetenschappers de migratie-obsessie versterkt. Het is noodzakelijk om die paradigma’s kritisch te bekijken.
Symbool van globalisering
In hoofdstuk vijf gaat Scholten in op migratie als symbool van globalisering. Migratie heeft te maken met mobiliteit tussen onder andere steden, landen, regio’s en werelddelen. De meeste mobiliteit is binnenlands. Wereldwijd is ongeveer 3,6% van de bevolking een internationale migrant. We problematiseren migratie alsof het uitsluitend zou gaan om internationale migratie. Dit zegt ook iets over hoe we migratie-obsessie koppelen aan globalisering en de natiestaat.
Het migratiedebat gaat vooral over globalisering, concludeert de auteur. Hierbij staat migratie symbool voor de bredere onvrede en zorgen over die globalisering. Het betreft ‘omgericht gedrag’. Dit zorgt voor het voortdurend benadrukken van een al of niet reële angst, zorg of frustratie over het ene probleem op een ander probleem.
Globalisering heeft invloed op natiestaten en internationale migratie problematiseert diversiteit. Migratie is in Nederland verbonden met het debat over de nationale identiteit. Volgens voormalig premier Balkenende was er in de snel veranderende samenleving behoefte aan ‘gedeelde’ normen en waarden en dit legde grote druk op de integratie. Zie de link van het satirische Ikke okee.
Winnaars en verliezers
Het verband tussen globalisering en migratie gaat verder dan de nationale identiteit. Het betreft ook de ongelijke gevolgen van die globalisering. Er zijn winnaars en verliezers. De lasten en lusten zijn ongelijk verdeeld. Zonder twijfel zijn hightechbedrijven als onder andere Unilever, ASML en Apple winnaars. Winnaars zijn ook te vinden in de hoek van culturele globalisering, boeken, films en ideeën als vrijheid en gelijkheid stoppen niet aan de grenzen.
Een citaat uit het BD-artikel In wat voor samenleving willen we leven? over verliezers. ‘Lokale arbeidskrachten in de ontvangende landen komen echter het vaakst in aanraking met de dagelijkse gevolgen van migratie. Sommige politici proberen ze tegen migranten op te zetten. Migranten en lokale arbeidskrachten hebben te maken met dezelfde groeiende ongelijkheid, afnemende baanzekerheid en loonstagnatie, bladzijde 453. ‘Daaruit volgt dat we de debatten over migratie niet los mogen zien van de bredere debatten over ongelijkheid, arbeid en sociale rechtvaardigheid. De manier waarop regeringen omgaan met immigranten is immers ook vrijwel automatisch de manier waarop ze arbeiders in het algemeen behandelen’, schrijft de socioloog en geograaf Hein de Haas ten slotte.’
Kloof winnaars en verliezers
Vanuit angst en onzekerheid over de (snelle) veranderingen van globalisering, ontstaat een terugverlangen naar een heldere identiteit en de samenleving van vroeger. Althans naar hoe dit vroeger wordt voorgesteld. Zaken die dit beeld uitdagen zouden abnormaal zijn. De kloof tussen winnaars en verliezers lijkt sterk samen te vallen met de afstand tussen Nederlanders die zich wel of niet zorgen maken over een mogelijk verlies van nationale identiteit. Angst voor migratie en migranten staan symbool voor de verliezers van de globalisering en het verlies aan nationale identiteit.
Migratie houdt verband met globalisering, maar is niet hetzelfde. Om de discussie te helpen zuiver te houden is het dan ook nodig om ‘omgericht gedrag’ te leren herkennen, schrijft Scholten. De zorgen die er zijn over globalisering moeten we niet afreageren op arbeidsmigranten, maar richten op de economische krachten achter deze migratie. Ook moeten we de falende politiek en de toenemende instabiliteit in de wereld niet afreageren op de asielmigranten, maar juist richten op de geopolitieke krachten die dit veroorzaken, bladzijde 108.
Vertrouwensparadox
In hoofdstuk negen staat de auteur stil bij het verband tussen onzekerheid, wantrouwen en de migratie-obsessie. Van de ene kant voedt deze obsessie de onzekerheid, wat zich vertaalt in angst voor migratie en migranten. Dat is niet verwonderlijk, want migratie is complex en moeilijk te voorspellen. Ook zijn de onzekerheid en de angst onderdeel van het politieke spel rond migratie. Van de andere kant gaat de obsessie gepaard met een oproep tot daadkrachtig handelen. Scholten noemt dit de vertrouwensparadox.
Het is noodzakelijk om een realistischer beeld te hebben van de onzekerheid, die op allerlei beleidsterreinen speelt. Ook is het nodig om een realistischer beeld te krijgen van wat de overheid wel of niet kan, dit wil zeggen: minder beloven en meer doen. Vaak is de overheid juist niet de Grote Oplosser, maar heeft zij eerder een belangrijke maar bescheiden rol ‘in de regie van complexe beleidsnetwerken met veel organisaties en partijen.’ Een meer realistische opvatting over hoe te handelen bij complexe problemen kan eveneens leiden tot een geleidelijk herstel van vertrouwen in de overheid en politiek.
Tot slot
Peter Scholten laat de mechanismen zien achter onze collectieve obsessie met migratie en legt uit hoe taalgebruik, feitenstrijd, globalisering, confrontatiepolitiek en medialogica elkaar hierbij versterken. Het debat gaat niet om de migratie zelf, maar over de emoties, de onzekerheid, het ongenoegen en de angst, waarvan migratie de belichaming is. Die belichaming is gecreëerd door verschillende krachten in de samenleving. Daarom is bewustwording van de mechanismes noodzakelijk. ‘Dat betekent dat we eerst bij onszelf te rade moeten gaan waar de obsessie vandaan komt, voordat we eroverheen kunnen komen.’
Opmerking
In november 2023 verschenen er twee artikelen in het BD over het boek van Hein de Haas Hoe migratie echt werkt. Ze zijn getiteld In wat voor samenleving willen we leven?
Geef een reactie