Internationale bedrijven verdienen grof geld aan de vernietiging van Palestina, laat een nieuw rapport van VN-rapporteur Francesca Albanese zien. Deze bedrijven zijn medeplichtig aan de Israëlische bezetting en de genocide in Gaza, en kunnen strafrechtelijk worden vervolgd.
Sinds haar aanstelling als speciaal rapporteur voor de bezette Palestijnse gebieden drie jaar geleden, heeft Francesca Albanese een serie rapporten uitgebracht die de omvang van de mensenrechtenschendingen gepleegd door Israël in detail aan het licht brengen. Haar nieuwste rapport gaat in op de internationale structuren die schuilgaan achter die schendingen, en richt zich met name op de rol van bedrijven.
De economische dimensie van genocide
Het rapport doet dat op baanbrekende wijze. Niet eerder is de economische dimensie van de genocide in Gaza zo duidelijk blootgelegd. Het laat zien hoe internationale bedrijven, die al decennia van groot belang zijn voor het instandhouden van de bezetting, zich na 7 oktober 2023 hebben ontpopt tot aanjagers van genocide.
‘Dit is niet business as usual’, schrijft Albanese op X. ‘[Mijn rapport] laat zien hoe bedrijven de vernietiging van Palestina hebben aangewakkerd en gelegitimeerd. Genocide, zo blijkt, is winstgevend. Dit kan niet doorgaan, er moet verantwoording komen.’
Wat is de rol van techreuzen als Microsoft, Google en Amazon in de Israëlische genocide? En die van Nederlandse bedrijven en organisaties als Booking.com en Christenen voor Israël? En welke aanbevelingen doet Albanese om in te grijpen tegen Israël, en welke rol is daarbij weggelegd voor The Rights Forum?
Historische link
De betrokkenheid van de private sectoren bij de kolonisatie van Palestina is niet nieuw. Bedrijven spelen al sinds het begin van de twintigste eeuw een rol in het aanjagen en mogelijk maken van de ontheemding en vervanging van de Arabische bevolking van Palestina, stelt het rapport. Na de bezetting van de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en de Gazastrook in 1967 nam de onteigening en ontheemding van Palestijnen een vlucht.
De private sector voorzag Israël van de wapens en machines om ‘huizen, scholen, ziekenhuizen, gebedshuizen en olijfgaarden te vernietigen, om gemeenschappen te segregeren en controleren, en om hen de toegang tot natuurlijke hulpbronnen te ontzeggen’. Daarmee heeft de private sector bijgedragen aan het creëren van de voorwaarden voor etnische zuivering en het ontnemen van het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen, aldus het rapport.
Bedrijven hebben ook een sleutelrol gespeeld in het afknijpen van de Palestijnse economie en profiteren van de uitbuiting van Palestijnse arbeidskrachten en grondstoffen. Banken, pensioenfondsen en verzekeraars hebben de financiële middelen verschaft voor de bezetting. Universiteiten hebben wapens ontwikkeld, structureel geweld gelegitimeerd en de politieke ideologie ondersteund die ten grondslag ligt aan de kolonisatie van Palestina.
Van bezetting naar genocide
Dit was de situatie vóór 7 oktober 2023. Daarna heeft er een transformatie plaatsgevonden, aldus het rapport. ‘Entiteiten die voorheen de Palestijnse eliminatie en uitwissing binnen de bezettingseconomie mogelijk maakten en daarvan profiteerden, zijn nu, in plaats van zich terug te trekken, betrokken bij de economie van genocide.’
In het jaarlijkse rapport Don’t buy into occupation van onder meer The Rights Forum staat welke bedrijven, banken en pensioenfondsen profiteren van en bijdragen aan de Israëlische bezetting. De lijst van bedrijven in het rapport van Albanese overlapt voor een groot deel met deze lijst.
Bekende partijen zijn Booking.com en Airbnb vanwege hun activiteiten in illegale nederzettingen, Caterpillar en Hyundai vanwege het leveren van bulldozers die gebruikt worden bij de sloop van Palestijnse bezittingen, en IBM en HP voor het leveren van surveillancesoftware en opslag van biometrische data om Palestijnen te monitoren en controleren.
De ‘economie van bezetting’ is daarmee al bekender bij het grote publiek. Maar hoe ziet de ‘economie van genocide’ eruit?
Albanese identificeert acht ‘sectoren’ betrokken bij de bezetting die zich hebben aangepast aan de genocidale praktijken van Israël: militair, surveillance, zware machines, constructie, extractie van grondstoffen, handel, financiering en universiteiten.
In de categorie financiering wordt ook de Nederlandse organisatie Christenen voor Israël genoemd, met een verwijzing naar het onderzoek van Investico, BOOS, De Groene Amsterdammer en het Nederlands Dagblad eerder dit jaar. Daaruit bleek dat Christenen voor Israël geld ophaalde voor de bouw van een nieuwe wijk in een illegale Israëlische nederzetting in bezet Palestina.
Grote internationale banken en pensioenfondsen hebben er met investeringen in Israël voor gezorgd dat de Israëlische economie kon blijven draaien, ondanks de vele miljarden die het land uitgeeft om zijn genocidale geweld en bezetting vol te houden.
Klik hier om de analyse van The Rights Forum verder te lezen
Geef een reactie