De reis is je eigen levensmythe … Daartoe krijgen de reizigers een wijsheidsspreuk ter reflectie op de diepte in zichzelf als een poort naar het al… [Het element ether] verwijst naar de kosmische sfeer en de rondgang der planeten in perfecte harmonie. Dat vijfde element heeft in de filosofische onderstroom van de Europese cultuur de betekenis gekregen van de bijzondere wijze waarop de natuurelementen samenkomen in het menszijn. Het alfa en omega ofwel de samenhang van de ware oorsprong en bestemming op de levensweg. De grote cyclus van leven en dood wordt bijeengehouden door de axis mundi, de spil waar het wentelend levensrad en met haar de verschillende werelden omheen draaien. Wijsheidstradities uit alle windstreken kennen verhalen over de harmonie van micro- en macrokosmos, verbeeld met de wereld- en levensboom en de (fabel)dieren en mythische wezens daarin en omheen huizen. Die symboliek visualiseert verbondenheid met het grote geheel het doel van de levensreis om terug te keren naar de hemelse sfeer met de god(inn)en en voorouders van je “ware thuis” en herkomst (bladzijde 369-370)!
Heidi Muijen, filosofe en therapeute, heeft een spel ontwikkeld dat de boven beschreven “ware thuiskomst” wil verbeelden. Het is een soort ganzenbord waarin je met behulp van dobbelstenen je weg vindt, maar waarbij steeds symbolen en wijsheden uit alle culturen je de weg wijzen naar verdieping en nadenken over jezelf. Daarnaast kun je met je medespelers van gedachten wisselen over deze wegwijzers, zodat de ontwikkelingen in het spel door iedereen wordt meebeleefd. Muijen is ervan overtuigd dat de spelvorm een goede basis biedt voor het ontwikkelen van levenswijsheid. Het worden van een vrije geest “voorbij” fundamentalisme én nihilisme legt een basis voor een open levensgrondhouding en een existentiële poort naar een pluriforme politieke ordening (bladzijde 105). Het spelen geeft bedding aan de verhoudingen tussen mensen en het schept interpunctie in het handelen op sociale, juridische en natuurlijke ritmen – zoals beurt wisseling, het werken met voor- en achtergrond, contrasten in expressie, spanningen tussen protagonist en opponent en de opbouw van een verhaal rond een plot – al deze mensen elementen, in onderlinge dynamiek, geven kracht aan het samenspel (bladzijde 122).
De zeven ringen
Het spel bestaat uit zeven ringen. De buitenste ring bevat de acht verschillende wegen naar geluk. Dat er zoveel verschillende wegen zijn is volgens Muijen niet verwarrend, maar juist verrijkend. In het spel oefen je je om deze verschillen niet als een bedreiging te zien voor je eigen meningen. Muijen is ervan overtuigd dat alle echte manieren om het geluk te bereiken hetzelfde einddoel hebben. Enerzijds zijn mensen aan het verleden en aan lange ketens van oorzaak en gevolg onderworpen; en anderzijds opent zich de toekomst als een vrij speelveld met de oproep zelf betekenis te geven aan het leven. Hiervoor wijzen de scholen van levenskunst een weg om het doel te vinden om waarlijk mens te worden en het goede leven als gemeenschap te grondvesten (bladzijde 104). Een gelukkig bestaan is wat je eigenlijk bent, je bereikt het als je in je element komt.
Als de speler verder naar binnen gaat, vindt hij of zij in de zesde ring het filosofisch gereedschap: de klauwhamer (de vaardigheid van de kritiek), het anker (de vaardigheid van het gronden), de bril (de vaardigheid van het nadenken), de lantaarn (de vaardigheid van het verhelderen), de ladder (de vaardigheid van het enthousiasmeren) en de brug (de vaardigheid van het vertellen). Tegenwoordig noemt men dit trouwens competenties.
De volgende, de vijfde ring bestaat uit de zes symbolen van voor- en tegenspoed: het labyrint en draad van Ariadne, de grot van bezinning en de plukweide, de herberg van gastvrijheid en de vrije vlinder. Het zijn dus tegenstellingen en ze verwijzen naar bekende mythen of verhalen. De symbolen zijn volgens Muijen archetypen en ze verbinden alle culturen omdat ze gedeelde betekenissen weergeven (bladzijde 264). Het beeldende denken geeft een diepere voorbewuste laag weer van ons denken en ze maken daardoor een innerlijke transformatie mogelijk.
De vierde ring bestaat uit beproevingen: de besneeuwde vlakten, het treurwilgwoud, de mistige heuvels, het zompig moeras, het wilde water en het donkere woud. Deze moet de reiziger doorstaan en overwinnen om verder te komen. Hierbij komt het Rad van interculturele levenskunst (bladzijde 288, https://wijsheidsweb.nl/rad-2/filosofie-van-het-rad/) goed van pas. Het bevat in het midden de interculturele iconen: de ether (weergegeven door het Lemniscaat), prehistorische betekenissen, postmoderne betekenissen, betekenissen van noord naar zuid en van oost naar west. Deze zijn allemaal gelijkwaardig en spelen mee, zodat het kolonialisme en inbeelding van eigen suprematie worden overwonnen. Het is verdeeld in vier kwadranten die elk een element vertegenwoordigen: vuur, lucht water en aarde. Aan de rand staan twaalf iconen die verwijzen naar de belangrijkste religieuze en mystieke stromingen.
In de derde ring stoot de reiziger op de zes symbolen van ontmoetingen met een vreemde. Deze worden gesymboliseerd door de mythische wezens. De ezel kom je tegen in het duistere woud, de slang bevindt zich in het wilde water, de adelaar zweeft over de besneeuwde vlakte, de kat zwerft over de mistige heuvels, de heks woont in het treurwilgenwoud en de draak heeft zijn thuis in het zompige moeras. Door middel van deze ontmoetingen wordt de reiziger bevrijd van de kuddegeest. De reiziger herkent de symbolische wezens in zichzelf als zijn eigen vermogens. Zo komt hij of zij in zij of haar element en vindt zijn of haar ware thuis in de wereldgemeenschap, de kosmopolis.
Thuis in het vreemde
Het spel is dus een symbolische microkosmos, waarin de gebeurtenissen weerspiegelingen zijn van standen van zaken in de dagelijkse wereld, de macrokosmos. De vraag is natuurlijk hoe dit mogelijk is. Wat maakt dat de symbolen in de spelers hun weerklank vinden en aanzetten tot zelfbespiegelingen, discussies en uiteindelijk innerlijke transformatie? Volgens Muijen komt deze werking voort uit de symbolen zelf, die volgens haar in alle culturen voorkomen en de status hebben van interculturele archetypen, zoals die worden beschreven in de psychologie van Carl Gustav Jung (1875-1961). De symbolen en mythen laten het leven in het licht van de eenheid zien, ofwel de kwintessens van het samenspel van de vier natuurelementen (bladzijde 272). Zoals het spel der elementen in de uitwendige natuur de ziel in vervoering kan brengen, zo draagt de symboliek van de natuurelementen vanuit het verruimde “symbolische” bewustzijn intuïties aan van de diepte van het bestaan, onder het oppervlak van de rationele kennis. De samenhang ontwikkelt zich tot het besef dat de mystieke eenheidservaring en het “gewone leven” geen twee verschillende werelden zijn (het hemels geluk versus het aardse tranendal), maar een twee-eenheid vormen. Volgens Muijen betoogt Spinoza in zijn boek “Ethica” dat het goede leven volgt uit het liefdevolle intuïtieve inzicht in de eenheid van het grote geheel (bladzijde 378). Muijen vindt echter, in tegenstelling tot Spinoza, dat er geen absolute waarheid is. Alle theorieën hangen af van de context waarin ze worden verkondigd (bladzijde 165), want alle ideeën zijn met elkaar verbonden en uit elkaar voortgekomen. Dat er geen absolute waarheid bestaat, is een punt van discussie, want als deze bewering waar is, zou ze zelf geen absolute waarheid kunnen zijn. Filosofen herkennen hier de paradox van Russell.
Een dansende tekst
Nietzsche vond dat de filosoof moet dansen en Muijen heeft deze uitnodiging met beide handen aangegrepen. Haar boek danst. Dit heeft als voordeel dat er veel afwisseling is in de tekst. Serieuze filosofische beschouwingen worden afgewisseld met actuele observaties, dromerige bespiegelingen en beschrijvingen van puur persoonlijke ervaringen. De leidraad van de tekst is de reis door het spel, maar voor een lezer die met het spel niet bekend is, is het wel even zoeken. Van dansen kun je moe worden en dat is precies wat veel lezers zullen merken. De vele filosofen en ideeën die voorbij komen en die vluchtig als hapklare brokken worden ingeleid, vragen nogal wat van de kennis en het begripsvermogen van de lezer. Muijen herkent zich in de differentiefilosofie van Gilles Deleuze en Felix Guattari (bladzijde 297), maar ze danst vrolijk door naar de universele eenheid. Je zou je kunnen afvragen of de wereld niet op een been staat, of ze niet zelf danst met allerhande sprongen die steeds weer anders zijn. Met andere woorden, zou de wereld niet in wezen een veelheid kunnen zijn in plaats van een eenheid?
Ook de voortdurende afwisseling kan bij de lezer een zekere vermoeidheid teweeg brengen. Het is dus geen boek dat je aangrijpt en dat je in een adem uitleest. Veel lezers zullen het af en toe even terzijde leggen om na te denken over wat ze zojuist hebben gelezen. Dit is op zich geen bezwaar. Je zou het boek kunnen zien als een verdieping van de beleving van het spel, maar als je in je eentje zit te lezen kun je het spel niet spelen, zo word je uitgenodigd om er even over na te denken.
Het boek vraagt ook wel degelijk een zekere instemming van de lezer. Het is geschreven vanuit zekere veronderstellingen over de wereld, veronderstellingen die we aantreffen in de antroposofie, in de verschillende vormen van creatieve therapie en in de psychologie van Carl Gustav Jung. Hoewel de boodschap universeel pretendeert te zijn, zal een boeddhist of een moslim bijvoorbeeld zich niet in alle delen van de tekst kunnen vinden. De eenheid, die noodzakelijkerwijs wordt beschreven vanuit een helikoptervisie, vraagt bovendien een zekere afstandelijkheid en beïnvloedt de interpretatie van de verschillende filosofen en religies.
Door zijn diversiteit is het echter ook een rijk boek, waarin de lezer veel inspirerende ideeën kan vinden. Het is prachtig uitgevoerd en heel rijk geïllustreerd met speciaal voor dit boek door verschillende kunstenaars gemaakte aquarellen, tekeningen en schilderijen. Greg Suffanti, een kunstenaar die veel heeft bijgedragen, heeft onder veel van zijn aquarellen zelfs een uitleg van hun symboliek geschreven. De illustraties verdienen zeker ook de volle aandacht en kunnen de overdenking en de gesprekken over de tekst in hoge mate stimuleren en verrijken. Het boek bevat een rijke literatuurlijst, maar helaas geen trefwoordenlijst.
Het is een bijzonder boek.
Geef een reactie