Toen het internationaal zen centrum de Noorder Poort in Drenthe in 1996 openging, bestond het terrein uit slechts een halve hectare. In de loop der jaren is grond rond dit erf aangekocht. Een groep bevlogen vrijwilligers, de Kring Landschapstuin, heeft een plan gemaakt voor de ontwikkeling van dit land en in 2014 is begonnen met de realisatie. Leonhard Schrofer, de projectleider, vertelt over het plan en de huidige stand van zaken.
Uitgangspunten van het plan
Op de Noorder Poort staat de zen beoefening centraal. Ook een landschapstuin moet dus helpen om stil te kunnen worden, om in contact te kunnen komen met je boeddhanatuur of ‘je ware zelf’. Stilte was dus een belangrijk uitgangspunt. Dat leidde tot een keuze voor de aanleg van paden voor loopmeditatie en van stilteplekken om zitmeditatie te kunnen doen bij nieuw te graven poelen, bomen en andere bijzondere locaties. Een tweede belangrijk uitgangspunt was een landschap te creëren met de hoogst mogelijke natuurwaarden en dat is natuur die is aangepast aan de Drentse omstandigheden. Een natuur die een ontwikkeling kent van ruim 10.000 jaar; vanaf de laatste IJstijd tot heden. Een Japanse of Aziatische tuin is prachtig, maar laat echte natuur maar in beperkte mate toe.
Realisatie
In 2014 zijn de verharde paden voor de loopmeditatie aangelegd, zijn er zes poelen gegraven en is de basis gelegd voor de nieuwe parkeerplaats. (Kijk als u wilt naar foto’s van de aanleg van poelen en paden) Sindsdien vordert de aanleg in kleinere stappen. Er zijn struiken en bomen geplant, in brede stroken en langs grenssloten. Er is een wildakker gerealiseerd. Dit voorjaar wordt de parkeerplaats in het groen gezet. Linden, eiken, berken, esdoorns, rozen en nog veel meer bomen en struiken zullen de huidige kale stenige vlakte op den duur omvormen tot een groene, schaduwrijke oase.
Het plan van de Kring Landschapstuin bevat nog veel meer. De aanleg vordert, zoals gezegd, in kleine stappen; de financiële middelen zijn immers beperkt en afhankelijk van donateurs en fundraisingacties.
Beheer
Na aanleg volgt altijd beheer. En beheren is niet zo maar wat doen. Het betekent goed kijken naar hoe een en ander zich ontwikkelt, om dan bij te sturen naar de gewenste doelen of eindbeelden.
De randen van de kinhinpaden worden regelmatig gemaaid, waarbij het maaisel wordt afgevoerd en de ontwikkeling naar bloemrijke grasstroken gestimuleerd. Rondom de poelen worden zaailingen van wilg, zwarte els en zomereik verwijderd, zodat de poelen niet dichtgroeien. Te veel schaduw is bovendien nadelig voor het uitkomen van eieren van kikkers en salamanders.
De aangeplante struiken en bomen moeten worden bijgehouden om te voorkomen dat ze niet overwoekerd raken.
Het begrazingsbeheer met schapen door de schapenboer Hendrie wordt voortgezet, evenals hooiwinning, met in het noordelijk deel van de landschapstuin als doel schraal bloemrijk grasland te ontwikkelen. In het zuidelijk deel willen we juist voedselrijk grasland, voor een rijk bodemleven ten behoeve van de vogels en wellicht ooit de das. Dat bereiken we door het opbrengen van stalmest.
Ook planten die snel gaan woekeren, zoals ridderzuring en akkerdistel, worden plaatselijk verwijderd. Punt van zorg is de ontwikkeling van pitrus. Zware machines hebben tijdens de aanleg van de poelen en de paden plaatselijk de bodem zodanig verdicht dat pitrus zich is gaan uitbreiden. Andere soorten krijgen daar dan geen kans meer.
Natuur
En hoe staat het nu, krap drie jaar na de aanleg van poelen en paden, met de natuur?
Er broeden steeds meer vogels op het terrein. Naast veel voorkomende soorten als vinken, mezen, roodborstjes en winterkoninkjes ook geelgorzen, spotvogels en roodborsttapuiten. Daarnaast zijn ‘gasten’ als ooievaar, buizerd, bosuil, kwartelkoning, puttertje en witgatje spannende soorten. Ook een nest met scholeksters is al eens bij ons grootgebracht. De graslanden, wildakker en de nieuw aangelegde struwelen en poelen vormen een belangrijk foerageergebied voor al deze vogels.
In de poelen verschijnen groene en bruine kikkers en in de nabije toekomst zijn zeker ook een aantal salamandersoorten en de ringslang te verwachten. Van de zoogdieren is de mol al ruimschoots aanwezig en ook reeën laten zich bijna dagelijks zien. Het afgelopen jaar werden ook in drie hazenlegers jonge hazen grootgebracht.
Vlinders komen af op de bloemen in de wildakker, en libellen zijn te vinden bij de poelen.
Op de Noorder Poort worden zo’n 150 plantensoorten aangetroffen. Door de voortgaande verschraling nemen de grassen af en de kruiden toe. Opvallende verschijningen zijn de geelbloeiende leeuwentand, de duizenden paardenbloemen in de vroege lente en de lilabloeiende pinksterbloem iets later. Echt zeldzame planten zijn er nog niet, maar zullen met het nu gevoerde beheer zeker verschijnen.
Groot succes
De paden voor loopmeditatie, de poelen en de stilteplekken zijn een groot succes. Bij iedere retraite, ook als het weer iets minder is, lopen de deelnemers over het land. Ze zien de grassen of de schapen, de bloemen of de kale grond, ze voelen de wind, horen de vogels en het geruis van de bladeren en worden regelmatig verrast door een haas of een ree. Bij mooi weer zitten ze in de pauzes bij de poelen, op de stilteplekken of gewoon langs de oever. Het meditatief werken in de tuin is een geliefd onderdeel van het dagelijks werk en tijdens de retraites. De landschapstuin is volop in ontwikkeling. Zo blijft het voor onze beheerder Ajit Peters, ondersteund door de leden van de Kring Landschapstuin, steeds weer een uitdaging om er iets heel moois van te maken. Ga maar eens kijken en laat je verrassen.