Vraag & antwoord met Jacquetta Gomes.
Jacquetta Gomes
Leeftijd: 61
Beroep: Brandweeraalmoezenier
Plaats: Kendal, Engeland
Wat doet een ‘brandweeraalmoezenier’?
Ze dienen bij de Fire and Rescue Service, zoals we de brandweer hier noemen. ‘Brandweeraalmoezeniers’ vullen de ondersteuning aan van niet-religieuze organisaties zoals emotionele hulpverlening. Wij geven leden van de Fire Service bijvoorbeeld persoonlijke gesprekken en sommige aalmoezeniers kan worden gevraagd hulp te verlenen na ongelukken en noodsituaties. Kortgeleden kreeg ik een paar werkschoenen met een stalen neus en een profielzool om mijn veiligheid te verzekeren wanneer ik bij een incident geroepen word.
Sakyadhita International Association for Buddhist Women heeft u officieel erkend als de eerste vrouwelijke boeddhistische brandweeraalmoezenier. Wat vindt u daarvan?
Opgetogen, vereerd. Ik ben iedereen dankbaar die me geholpen heeft om deze prachtige kans te krijgen. Hopelijk inspireert dit meer vrouwen om zich beschikbaar te stellen voor vergelijkbare functies en toont het hun dat zij dit kunnen.
Verwachtte u dit soort belangstelling?
Ik denk dat mensen geïnteresseerd zijn als je de eerste bent die een bepaald iets doet. Als iemand een glazen plafond doorbreekt, dan is dat spannend omdat er iets nieuws bereikbaar wordt. De meeste mensen bij de Fire Service zijn nog steeds mannen; zeker de brandweermannen. Ik herinner me nog dat in het Verenigd Koninkrijk de eerste vrouw als brandweerman aantrad [in de jaren 1970]. Toen mijn vader brandweerman was, bestond de Service alleen uit mannen.
Heeft uw belangstelling om brandweeraalmoezenier te worden te maken met uw vader?
In Engeland zien we de Fire Service als een familie, daarbij horen de kinderen van de brandweermannen. Ik ben blij dat ik een deel ben geweest van die familie. Mijn vader was iemand die zich altijd bewust was van veiligheid. Zelfs toen ik een klein kind was, gaf hij me altijd les over veiligheid – hoe uit een huis te vluchten, hoe jongere kinderen te helpen, enzovoorts.
Is dit een manier om u opnieuw aan te sluiten bij die Fire Service-familie?
Ja.
Toch heeft u uw familie behoorlijk veranderd en al doende een risico genomen. Hoe kijkt u tegen het doorbreken van het glazen plafond aan bij de Fire Service, vergeleken met andere boeddhistische feministische inspanningen in de wereld?
Ik zie mezelf niet als een feministe. Mijn begrip van het boeddhisme is dat de Boeddha verlichting onderwees – bevrijding van de geest – en mannen en vrouwen hebben dezelfde capaciteiten om dit doel te bereiken. In mijn meer dan veertig jaar boeddhisme heb ik me altijd gesteund gevoeld. Niemand heeft me tegengehouden omdat ik een vrouw ben.
Ik denk dat iedereen de kans moet krijgen zijn potentieel te verwezenlijken zolang het andere mensen geen kwaad doet. Ik heb Eerwaarde Kusuma ontmoet, de eerste bhikkhuni [volledig ingewijde non] in het hedendaagse Sri Lanka. Ik heb contact gehad met de Amerikaanse Tibetaans-boeddhistische non Thubten Chodron en de Thaise bhikkhuni Eerwaarde Dhammananda. Ik bewonder wat deze vrouwen gedaan hebben. Ik denk dat het echt, echt heel goed is. Maar zeker voor mij geldt dat ik het niet zie als een onderdeel van een feministische agenda. Ik zie hen als mensen die hun potentieel verwezenlijken. En we zijn allen bijzonder fortuinlijk geweest dat we de gelegenheid hebben gehad om deze glazen plafonds te doorbreken.
Denkt u dat er een verschil is in benaderingswijze tussen boeddhistische brandweeraalmoezeniers en die van andere geloven?
Eén ding is opmerkzaamheid – vrij vaak bediscussieerd bij de brandweer. Ik ben er zeker van dat je beseft dat brandweermannen geconfronteerd worden met dode lichamen of lichaamsdelen, zelfs met stervende mensen. Zulke ervaringen kunnen een posttraumatische stressstoornis tot gevolg hebben, die onbehandeld kan leiden tot zelfdoding. Ongetwijfeld kunnen niet-religieuze hulpverleners hierop reageren, maar boeddhisten hebben bijzondere kennis over het getuige zijn van een schokkende gebeurtenis.
Bovendien kent het boeddhisme vijf dagelijkse herinneringsspreuken: ‘Het is mijn natuur dat ik ouder word; het is mijn natuur dat ik ziek word, het is mijn natuur dat ik sterf, alles wat plezierig is, zal voorbijgaan; ik ben de eigenaar van mijn karma.’ Deze overpeinzingen zijn natuurlijk buitengewoon behulpzaam voor brandweermannen, die zo bekend raken met verlies.’ Vertaling Kees Moerbeek.
Bronnen
‘Q&A with Jacquetta Gomes’, Tricycle, the buddhist review, spring 2016, p. 22-23
Gomes, J., Buddhism in the UK Fire and Rescue Services, buddhist global door, 04-03-2016