Bij de Chinese boeddhistische leraar Chih-i (538-597) geldt boeddhanatuur als bron van goed én kwaad.
Een intrigerende figuur in de geschiedenis van Mahayana heb ik altijd Chih-i gevonden, de stichter van de Chinese Tientai-school. Hij markeert een kantelpunt, daar waar het boeddhisme van de Indiase traditie overgaat in de Chinese. Een synthese tussen beide tot stand brengen speelde voor hem een grote rol.
Chih-i (Engels: Zhiyi) was de eerste die de belangrijkste sutra’s van Mahayana onderbracht in een classificatiesysteem. Bovenaan in zijn rubricering figureerde bij hem de Lotus Sutra. Tientai, genoemd naar het centrum van de school op de gelijknamige berg, is in het Chinese boeddhisme dan ook de Lotus Sutra-school.
Identiek
Opmerkelijk aan Chih-i is zijn overtuiging dat goed en kwaad altijd samenvallen. Al vanaf vroeg in Mahayana kom je de voorstelling tegen van de Ene Geest of ‘s mensen Ware Aard die geheel zuiver is. Zo niet bij Chih-i. Goed en kwaad zijn voor hem identiek.
Boeddhanatuur, een thema dat in het Oost-Aziatische boeddhisme wordt uitgewerkt, is volgens Chih-i dan ook niet alleen van oorsprong volkomen goed. Indien volkomen goed, dan eveneens volkomen kwaad. Inzicht en onwetendheid zijn twee kanten van een en dezelfde medaille.
Karmisch krachtenveld
Een pareltje is de klassieker die Chih-i heeft geschreven over meditatie. In de Engelse vertaling heet dit The Essentials of Buddhist Meditation. Het is hier online verkrijgbaar als een pdf-bestand als je eerst tien Amerikaanse dollars (ongeveer €7,50) aan de uitgever doneert.
Chih-i’s handleiding beslaat exclusief de pagina’s met Chinese karakters zo’n honderd bladzijden. Meditatie gaat over heel iemands leven. Willen wijsheid en inzicht beklijven, dan moet een mens zich conformeren aan de boeddhistische voorschriften.
In de synthese van Chih-i vind je een combinatie van meditatief inzicht (dhyana) en geleidelijke persoonlijke zuivering. Inzicht realiseren bevrijdt je nog niet van je inbedding in een karmisch krachtenveld.
Hoewel geschreven voor monniken, wordt het ook voor leken allemaal op een praktische en toegankelijke manier gepresenteerd. Voor geïnteresseerden raad ik het graag als lectuur aan. Het is een welkom antidotum tegen eigentijdse, al te moderne opvattingen over mindfulness als een proces van ‘grote stappen, snel thuis’.