• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Veertiende jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Jana Verboom
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Boeddhisme » Buddhavacana » Vrij van smetten…

Vrij van smetten…

1 augustus 2018 door André Baets

‘Evam me sutam’, aldus heb ik gehoord. Deze woorden werden uitgesproken door Ananda, de neef en persoonlijke verzorger van de Boeddha. Volgens de traditie had hij een uitzonderlijk geheugen en reciteerde hij, tijdens het eerste concilie dat vlak na de dood van de Boeddha werd gehouden, alle leerredes. Evam me sutam is dan ook, traditiegetrouw, de aanhef van elke sutta in de Pali-Canon.

 

Evam me sutam, aldus heb ik gehoord…

Anangana-Sutta (MN 5) ‘vrij van smetten’

In de suttas is het niet altijd de Boeddha die spreekt. Ook zijn belangrijkste leerlingen, zoals Sariputta en Moggallana, komen aan het woord.

Sariputta en Moggalana, de twee belangrijkste discipelen van de Boeddha
Sariputta en Moggalana, de twee belangrijkste discipelen van de Boeddha

In aanwezigheid van de Verhevene en de monniken richt Sariputta zich in een vraag en antwoordgesprek tot Moggallana.

Het is een leerrede over morele tekortkomingen (in de tekst aangeduid met het woord ‘smetten’).

Eens verbleef de Verhevene in Savatthi in het Jetavana, het park van Anathapindika.

Daar sprak eerwaarde Sariputta volgende woorden tot de monniken:

“Er worden vier soorten personen aangetroffen in de wereld. Welke vier?

Ten eerste is er de persoon met een smet [lees morele tekortkoming] die niet in overeenstemming met de werkelijkheid weet dat hij een innerlijke smet heeft.

Ten tweede is er de persoon met een smet die in overeenstemming met de werkelijkheid wel weet dat hij een innerlijke smet heeft.

Ten derde is er de persoon die vrij van smetten is en die niet  overeenkomstig de werkelijkheid weet dat hij geen innerlijke smet heeft.

Ten vierde is er de persoon die vrij van smetten is en die overeenkomstig met de werkelijkheid wel weet dat hij geen innerlijke smet heeft.”

“Wat de eerste betreft, deze wordt van de twee personen met een smet als de minste beschouwd. De tweede wordt van de twee personen met een smet als de beste beschouwd.

Wat de derde betreft, deze wordt van de twee personen die vrij van smetten zijn, als de minste beschouwd. De vierde wordt van de twee personen die vrij van smetten zijn, als de beste beschouwd.”

Hierop vraagt Moggallana aan Sariputta om zich te verduidelijken.

Sariputta vervolgt:

“Vriend, wat de persoon betreft die een innerlijke smet heeft en dit niet weet hiervan kan verwacht worden dat hij geen wilskracht zal ontwikkelen, hij zich niet zal inspannen, geen energie zal ontplooien om die smet te verwijderen. Hij zal vol passie, vol haat, vol verwarring, met een smet, met bezoedelde geest sterven.

Het is te vergelijken met een bronzen schaal meegebracht van de markt en bedekt met stof en vuil. Als de eigenaars deze schaal niet zouden gebruiken, niet zouden reinigen, maar op een stoffige plaats zouden neerzetten; zou die bronzen schaal, na verloop van tijd, niet nog viezer en met vuil bedekt zijn?”

“Zeker, vriend.”

“Wel, net zo is het gesteld met de eerste persoon met een smet.”

“Wat de persoon betreft die een innerlijke smet heeft en dit weet, daarvan kan verwacht worden dat hij wilskracht zal ontwikkelen, hij zich zal inspannen, energie zal ontplooien om die smet te verwijderen. Hij zal zonder passie, zonder haat, zonder verwarring, vrij van smetten, met een onbezoedelde geest sterven.

Het is te vergelijken met een bronzen schaal meegebracht van de markt en bedekt met stof en vuil. Als de eigenaars deze schaal zouden gebruiken en zouden reinigen en niet op een stoffige plaats zouden neerzetten; zou die bronzen schaal na enige tijd niet schoner en gereinigd zijn?”

“Zeker, vriend.”

“Net zo is het gesteld met de tweede persoon met een smet.”

“Wat de persoon betreft die vrij van smetten is, maar dit niet weet, daarvan kan verwacht worden dat hij aandacht aan het aspect schoonheid zal schenken [hij richt zijn aandacht op, laat zich meeslepen door aantrekkelijke objecten]. Hierdoor zal passie zijn geest bederven. Hij zal vol passie, vol haat, vol verwarring, met een smet, met bezoedelde geest sterven.

Het is te vergelijken met een bronzen schaal meegebracht van de markt, die schoon en gereinigd is maar door de eigenaars niet wordt gebruikt of gereinigd en op een stoffige plaats gezet. Zou op die manier die bronzen schaal na enige tijd niet vies en met vuil overdekt zijn?”

“Zeker, vriend.”

“Net zo is het gesteld met de eerste persoon die vrij van smetten is.”

“Wat de persoon betreft die vrij van smetten is en dit weet, daarvan kan verwacht worden dat hij geen aandacht aan het aspect van schoonheid [bij een aantrekkelijk object] zal schenken. Door hier geen aandacht aan te schenken zal passie zijn geest niet bederven. Hij zal zonder passie, zonder haat, zonder verwarring, vrij van smetten, met onbezoedelde geest sterven.

Het is te vergelijken met een bronzen schaal meegebracht van de markt, die schoon en gereinigd is en door de eigenaars wordt gebruikt, schoon gehouden en niet op een stoffige plaats gezet. Zou op die manier die bronzen schaal na enige tijd niet nog schoner en gereinigd zijn?”

“Zeker, vriend.”

“Net zo is het gesteld met de tweede persoon die vrij van smetten is.”

Sariputta.
Sariputta.

Hierop vraagt Moggallana of Sariputta (ten behoeve van de aanwezige monniken) wat meer uitleg kan geven over het begrip ‘smetten’.

“Smet, smet, vriend; waarvoor is dat woord eigenlijk een aanduiding?”

“Smet, vriend, is een aanduiding voor het koesteren van slechte, onheilzame wensen.”

Sariputta geeft nu tien concrete voorbeelden van ‘onheilzame wensen’. Alhoewel in de tekst de voorbeelden betrekking hebben op monniken zijn de meesten ook op ons, leken, mits een kleine aanpassing, van toepassing.

“De mogelijkheid doet zich bijvoorbeeld voor dat volgende wens bij een of andere monnik opkomt: “Als ik een overtreding begaan zou hebben, mogen de monniken dat dan niet te weten komen.” Maar de mogelijkheid bestaat dat de andere monniken van die monnik te weten komen dat hij een overtreding begaan heeft. Dan is hij boos en ontstemd, denkend: “Die monniken weten van mij dat ik een overtreding begaan heb.” Die boosheid en die ontstemdheid zijn beide smetten.”

Op gelijkaardige wijze somt Sariputta nog negen vormen van ‘onheilzame wensen’ op. Telkens wenst de monnik dat hem iets toekomt en als dit dan niet gebeurt is hij boos en ontstemd.

“Als ik een overtreding begaan zou hebben, mogen de monniken mij dan onder vier ogen de les lezen, niet te midden van de Sangha.”

“Als ik een overtreding begaan zou hebben, moge een gelijke mij dan de les lezen, niet een ongelijke.”

“Ach, moge de Leraar, terwijl hij mij ondervraagt, de Dhamma aan de monniken onderrichten en hiervoor niet een andere monnik nemen.”

“Ach, mogen de monniken mij steeds voorop laten lopen wanneer ze een dorp binnengaan voor voedsel en hiervoor geen andere monnik kiezen.”

“Ach, moge ik in de eetzaal de beste zitplaats, het beste water en het beste voedsel krijgen en niet een andere monnik.”

“Ach, moge ik in de eetzaal de dankzegging uitspreken na de maaltijd, niet een andere monnik.”

“Ach, moge ik de Dhamma onderrichten aan de monniken, nonnen, mannelijke en vrouwelijke lekenvolgelingen, niet een andere monnik.”

“Ach, mogen de monniken, nonnen, de mannelijke en vrouwelijke lekenvolgelingen mij eer bewijzen, hoogachten, respect betuigen, vereren en niet een andere monnik.”

“Ach, moge ik de beste gewaden verkrijgen, het beste voedsel in de bedelnap, de beste verblijfplaats, de beste medicijnen bij ziekte, niet een andere monnik.”

“Maar de mogelijkheid bestaat dat een andere monnik dit alles te beurt valt en dan is hij boos en ontstemd. Voor het koesteren van deze slechte, onheilzame wensen is het woord ‘smet’ een aanduiding.”

Sariputta vervolgt:

“Wanneer ze ook maar zien en horen dat het koesteren van deze slechte, onheilzame wensen door een monnik niet opgegeven is, dan bewijzen zijn medebroeders hem geen eer, achten ze hem niet hoog, betuigen ze hem geen respect; ook al is hij een heremiet, iemand die op een afgelegen verblijfplaats woont, een bedelmonnik, een drager van lompen van een vuilnishoop, een drager van schamele kleren.”

“Het is te vergelijken met een bronzen schaal meegebracht van de markt, waarop de eigenaars het karkas van een hond leggen. Na die met een andere schaal bedekt te hebben gaan zij terug naar de markt. Als de mensen deze schaal zien zouden ze het volgende kunnen denken: “Hé, wat wordt daar gedragen als iets heel bijzonders?” Na het deksel opgetild en de inhoud gezien te hebben zouden ze vervuld worden van afschuw, weerzin en walging. Zelfs bij de hongerigen zou er geen verlangen naar voedsel meer zijn, laat staan bij de verzadigden.

Zo is het ook gesteld met de monnik die slechte, onheilzame wensen koestert en ze niet opgeeft.”

“Maar wanneer ze ook maar zien en horen dat het koesteren van slechte en onheilzame wensen door een monnik opgegeven is, dan bewijzen zijn medebroeders hem eer, achten hem hoog, betuigen ze hem respect; ook al woont hij aan de rand van het dorp, leeft hij van uitnodigingen, draagt hij kleren geschonken door huishouders.”

“Het is te vergelijken met een bronzen schaal meegebracht van de markt, waarop de eigenaars gekookte rijst, waaruit de zwarte korrels zijn verwijderd, verscheidene sauzen en curries zouden leggen. Na die met een andere schaal bedekt te hebben gaan ze terug naar de markt. Als de mensen deze schaal zien zouden ze het volgende kunnen denken: “Hé, wat wordt daar gedragen als iets heel bijzonders?” Na het deksel opgetild en de inhoud gezien te hebben zouden ze vervuld worden van de verrukkelijkheid en de appetijtelijkheid ervan. Zelfs bij de verzadigden zou er verlangen naar voedsel opkomen, laat staan bij de hongerigen.

Zo is het ook gesteld met de monnik die slechte, onheilzame wensen niet meer koestert en ze opgegeven heeft.”

Moggallana beaamt wat Sariputta zegt, hij prijst hem en stelt dat degenen die laks zijn in hun beoefening, die weinig energie hebben, achtzaamheid verwaarlozen, een afdwalende geest hebben en het niet zo nauw nemen met ethische principes, bij het horen van wat Sariputta zegt weer moed vatten en hun fouten herstellen.

En dat bij degenen die wel de poorten van hun zinnen bewaken, eerlijk, bescheiden, ingetogen en waakzaam zijn, de woorden van Sariputta een bevestiging van en aanmoediging voor hun praktijk zijn.

Moggallana besluit dan ook:

“Het is goed dat een medebroeder in het heilige leven ons afwendt van het onheilzame en ons vestigt in het heilzame.”

En de sutta eindigt met:

“Zo verheugden deze beide grote geesten zich in elkaars goedgesproken woorden.” (sutta ingekort)

Ik hoor jullie al denken: “Deze sutta had ik met de helft van de woorden kunnen zeggen. En dat klopt. Maar ik wil er aan herinneren dat deze leringen mondeling werden doorgegeven en pas later op schrift werden gesteld. Het herhalen, bijna in cadans, van bepaalde delen was en is nog steeds een hulpmiddel (upaya) voor de monniken.

En toch, als je de tijd neemt om de tekst aandachtig (en het liefst hardop) te lezen, vind je pareltjes van subtiele nuances.

In de passage waarin gezegd wordt dat de medebroeders een monnik geen respect betuigen als blijkt dat deze onheilzame wensen niet heeft opgegeven, staat: “… ook al is hij een heremiet, iemand die woont op een afgelegen verblijfplaats, een bedelmonnik, een drager van lompen…”.

In de volgende passage over de monnik die de onheilzame wensen wel heeft opgegeven en daarvoor door zijn medebroeders gerespecteerd wordt, lezen we: “… ook al woont hij aan de rand van een dorp [is dus geen heremiet die in afzondering woont] …leeft van uitnodigingen [hij gaat dus niet alle dagen van huis tot huis op bedelronde maar neemt de uitnodigingen van de leken om bij hen thuis te komen eten aan], … draagt kleren geschonken door huishouders [loop niet rond in lompen].

Sariputta zegt ons om niet voort te gaan op uiterlijkheden, maar te kijken naar de handelingen van een persoon. Het is niet omdat iemand uren in volledige lotushouding kan zitten en de uiterlijke kentekenen van een monnik of non heeft dat deze persoon ook in handelen en gedachten ‘naar de werkelijkheid’ de smetten heeft opgegeven.

 

 

 

 

 

Categorie: Achtergronden, Andre Baets, Boeddhisme, Buddhavacana, Dharma en filosofie Tags: Moggallana, Sariputta

Lees ook:

  1. Ananda, bewaker van de dhamma (1)
  2. In suttas is het niet altijd de Boeddha die spreekt
  3. Ik keur alles af…
  4. Geloof niet alles wat je denkt

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Lees Interacties

Reacties

  1. Dolma zegt

    2 augustus 2018 om 12:53

    Wow artikel! moeilijk ook! Vraag: als x y beschuldigt van iets dat die niet weet(vb er staat een foto van u op internet, en y weet van niks en heeft nooit toestemming gegeven), is y schuldig! of is x schuldig want dat kan een geplakte foto zijn(en dat kan men nu wel). het gebeurt veel met jongeren dezer dagen in Nl en belgië ook. Ik ben zo fel tegen gsm! Wat is uw mening???

Primaire Sidebar

Door:

André Baets

Boeddhist en auteur (Kagyu, Zen en Theravada). André publiceert op zijn site Buddhavacana (woorden van de Ontwaakte) en het Boeddhistisch Dagblad sutta’s uit de Pali-Canon. 
Alle artikelen »

Agenda

  • Agenda
  • Geef je activiteit door

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 10 februari 2025
    Zen Spirit studiegroep 'Het verborgen licht'-vanaf 10 februari 2025
  • 2 mei 2025
    Phowa Studieweek
  • 9 mei 2025
    Seminar Tenzin Wangyal Rinpoche
  • 12 mei 2025
    Maandagochtend meditatie in Amsterdam-West
  • 13 mei 2025
    Verdiepingsbijeenkomst Hand in hand met de Boeddha
  • 13 mei 2025
    Dinsdagavond op even weken samen mediteren in Almere Buiten
  • 13 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • 13 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    Weet jij wat een anker is? Test jezelf!

    Hans van Dam - 2 mei 2025

    Deel 3 van een 5-delig dwaalgesprek over de mystieke roos.

    ‘Het leven zelf is zazen’

    Wim Schrever - 28 april 2025

    De grote tragedie hier in het Westen is dat we onze eigen spirituele traditie zo snel hebben opgegeven en met het badwater -de religie- ook het kind -de spiritualiteit- hebben weggegooid. Terwijl een mens fundamenteel nood heeft aan spiritualiteit, aan zingeving.

    Geschiedenis als wapen deel 1

    Kees Moerbeek - 20 april 2025

    President Vladimir Poetin zei in 2014: ‘Onze collectieve herinnering bepaalt onze cultuur, onze geschiedenis en onze tegenwoordige tijd. En onze toekomst zal worden gevormd aan de hand van onze historische ervaring.’ Hij is het zelf die actief deze herinnering en ervaringen vorm geeft en propageert. Ivo van de Wijdeven schrijft dat in de Sovjettijd er nog werd gegrapt dat het land een zekere toekomst had, maar een onvoorspelbaar verleden. Onder Poetin is Ruslands geschiedenis als in beton gegoten. Er is maar één historische waarheid en deze is verankerd in de grondwet en de Nationale Veiligheidsstrategie.

    Jaloerse goden te slim af – de geschiedenis de baas…?

    gastauteur - 13 april 2025

    Hongersnood in een hermetisch afgesloten kuststrook die onwillekeurig aan de vernietigingskampen van weleer doet denken, besmet met meer dan een zweem van genocide… Regeert Adolf Hitler over zijn graf heen? Want bestaat Israël niet bij diens gratie? Zou zonder die bittere nazi-erfenis Palestina als land van drie monotheïstische religies niet nog gewoon zo heten? Is de grond er niet vervloekt, juist door godsdiensten die, gevoed vanuit één fictieve bron, vervolgens als protestbeweging steeds in chronologische volgorde aan haar voorgangster ontspruiten, waarmee de kiem voor een eeuwigdurende vete om de absolute waarheid is gelegd? En claimt niet elk van deze broeder- of zusterstromingen dat stuk met hun aller bloed doordrenkte aarde, aanvankelijk voor Abrahams JHWH, vervolgens voor Jezus’ Vader en ten slotte voor Allah – drie godheden die, in verbitterde onderlinge jaloezie verwikkeld, strijden niet alleen om religieuze hegemonie, maar ook om de profane en politieke macht?

    Wat is quiëtisme?

    Hans van Dam - 27 maart 2025

    Over het stillen van de wil.

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • Het jaar 2025 – dag 129 – vrede en alle goeds
    • De dood van de paus
    • Seks: Joodse posities in Joods Museum Amsterdam
    • Paus Leo XIV – ‘help ook elkaar om bruggen te bouwen – met dialoog, met ontmoeting’
    • Aardbeving van magnitude 3,7 schokt Tibet

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.