‘Wat we in contemplatie proberen te ‘vernietigen’ is niet het denken’ maar de exclusieve identificatie van bewustzijn met het denken.’
Ken Wilber
Al in 1758, een eeuw voor het Westen het boeddhisme leerde kennen, schreef de filosoof Claude Helvétius ‘De l’esprit.’ Zijn boek inspireerde mee het begin van de Verlichting en het atheïsme. Een kort citaat illustreert eveneens een treffende overeenkomst in zijn denken met de uitgangspunten van Boeddha’s leer. ‘Menselijke wezens worden uitsluitend gemotiveerd door het streven naar plezier en het vermijden van pijn. Deze twee principes zijn, en zullen altijd de enige impulsen van menselijke actie zijn. Zelfopoffering wordt ingegeven door het feit dat genot opweegt tegen pijn en is dus het resultaat van opzettelijke berekening.
Alle vermogens van de mens kunnen worden herleid tot fysieke sensaties, zelfs het geheugen, vergelijken en oordelen. Ons enige verschil met de dieren ligt in het organiseren van onze omgeving.’
De geest is meer dan het organiseren van onze omgeving
Wat ik wel mis bij Helvétius en de meeste latere westerse denkers, zijn de hogere, positieve vermogens van de menselijke geest: inzicht, wijsheid, bewust mededogen, gevoel voor spiritualiteit. Alle vermogens van de mens kunnen niet zomaar worden herleid tot lichamelijke sensaties, waarnemen, voelen of denken. Wel hadden we zonder ons denkvermogen geen Bach, Newton, Einstein en wellicht ook geen Nelson Mandela of Dalai Lama. Zonder ons denkvermogen leefden we nog in grotten, in angst voor het donker en onbarmhartige natuurkrachten. Maar vermoedelijk had denken in harmonie met de natuur ook geen Hitler of Stalin opgeleverd, of ondernemers die door hun sluwheid en blindheid catastrofes uitlokken op een mondiale schaal.
Ons denkvermogen creëert veel wat redelijk en nuttig is. Tegelijk creëert denken heel wat waanbeelden en is het de oorzaak van het typisch menselijke lijden aan dingen die er niet zijn, ontspoort het in piekeren, depressie, waanbeelden, obsessies of angst.
Gedachten zijn in wezen vluchtig, ze dienen om een probleem of uitdaging in het hier en nu te analyseren en de aanpak ervan voor te bereiden. Het zijn enkel tijdelijke bezoekers en toch klampen we ons er vaak aan vast alsof ze blijvende waarheden zijn. Op zo’n moment is ons probleem dat er geen afstand is tussen onze gedachten en ons bewustzijn. Beiden vallen samen, de gedachten die ons gevangen houden in de relatieve tijd, terwijl ons totale bewustzijn zoveel grotere dimensies kan omvatten dan enkel gedachten.
Kennis is nog geen inzicht
Kennis is nog geen inzicht, laat staan wijsheid. Kennis op zich blijft louter een verzameling feiten, zoals je stenen kan verzamelen of schilderijen of opgeprikte vlinders. We denken vaak als een manier van controleren, van ons vastklampen uit angst voor verandering. Controleren leidt tot concepten, vastgelegde denkbeelden. We rijden ons vast in wat we willen hebben of niet willen hebben. Wat er al is, is nooit voldoende, we zullen nooit bevredigd zijn in de ban van al die denkbeelden. Dé formule voor stress en oververmoeidheid, voor chagrijnig en diep ongelukkig zijn.
We beperken ons bewustzijn vaak tot zwart-wit denken. Prima voor het programmeren van software of voor boodschappenlijstjes, niet voor inzicht. Inzicht komt van dieper. Het bronmateriaal voor inzicht en wijsheid komt uit hetzelfde gebied als onze primaire impulsen, maar verrijken we met onze ervaring en door ons lang over iets te bezinnen. Kennis op zich is dood. Wijsheid (prajna) is in het boeddhisme verwant aan een rede die niet altijd logisch lijkt omdat echt, diep weten organisch is. Waar inzicht in de fenomenen is open, is helder, is een direct weten.
Wijsheid groeit in kronkels, zoals alles wat leeft. Het leven verandert voortdurend, dus wijsheid is je voortdurend aanpassen aan onvoorspelbare ontwikkelingen. Boeddha zei steeds opnieuw dat er geen zekerheid is, er is enkel een leven dat ons voor enkele tientallen jaren wordt gegeven. Tegelijk kunnen we in die korte, relatieve tijd wel uitreiken naar de kosmos, naar de eeuwigheid. In ons vrije bewustzijn zit in elk moment een opening naar inzicht en naar verzinken in de stralende essentie van dit leven. De realiteit van de dingen en de gedachten is complex want zit vol tegenstrijdigheden. De realiteit van een open bewustzijn is poepsimpel. Wat als we maar één wijze keuze hebben: ons overgeven aan een ultieme realiteit die heel de tijd voor onze voeten ligt te wachten als een geschenk dat we vergeten uit te pakken? Dan is er ook maar één uitdaging: het geschenk niet als een persoonlijk bezit zien, maar het aan anderen doorgeven.