September 1994. Een politiemacht valt het huis van journalist Hans Krikke binnen. Hij en collega Jan Müter worden opgepakt op verdenking van politiek terrorisme. Wat volgt is een bizarre rollercoaster die hun levens en dat van hun families op zijn kop zet. In Mijn vader de terrorist gaat zoon en regisseur Daniel Krikke er bijna 30 jaar later voor het eerst met zijn vader over in gesprek. Welke impact had de gebeurtenis, en de criminalisering door justitie, op hem en het gezin?
Hans Krikke en Jan Müter maakten destijds onderdeel uit van het journalistieke onderzoekscollectief Opstand, dat onderzoek deed naar armoede, asielbeleid en verzet. Volgens justitie waren er nauwe banden tussen Opstand en de links-terroristische groepering Revolutionaire Anti-Racistische Actie (RaRa). Justitie wilde zó graag daders pakken, dat elke politieactie geoorloofd leek.
Als verdachten werden beide journalisten door veel mensen als veroordeelden gezien, terwijl de zaak nooit voor de rechter is gekomen en geseponeerd werd. Justitie moest ze uiteindelijk een schadevergoeding betalen. Tóch worden ze in veel media geframed als terroristen, met als gevolg dat journalistieke opdrachtgevers niets meer met Hans Krikke en Jan Müter te maken willen hebben. Zo pakt de actie van justitie in de praktijk uit als een beroepsverbod. Tot op de dag van vandaag is het een raadsel hoe deze vorm van criminalisering door justitie kon plaatsvinden.
In Mijn vader de terrorist komt het ingrijpende familieverhaal van Daniel Krikke tot leven aan de hand van gedramatiseerde scènes, vertolkt door acteurs Jeroen Spitzenberger (Het Jaar van Fortuyn), Sigrid ten Napel (Penoza) en Mees Blijleven (Dertigers). Kan Daniel zijn vader beter begrijpen en het verleden eindelijk een plek geven?