De bovenzaal van het prachtige, middeleeuwse stadsbierhuis De Waag in Doesburg, vormde zondag 27 november het decor voor de presentatie van mijn boek Annigje Opdevelde. Zestig belangstellenden werden meegevoerd in verhalen over en rond het boek. Deze setting bood mij de gelegenheid voor een verhaal over de achtergronden van de roman en de persoonlijke betekenis ervan voor mij als schrijver.
Verhaal over het verhaal
Bijna 74 jaar geleden werd ik in Doesburg geboren. In de Zandbergstraat. Vier jaar na de tweede wereldoorlog. Het land was in wederopbouw. Soberheid regeerde. Ik weet niet of alles in 1949 al zonder distributiebon verkrijgbaar. Maar rijk als nu was het leven toen beslist nog niet. Ik groeide op als oudste van zes naoorlogse kinderen. Voor en in de oorlog waren er een broer en drie zussen. We woonden naast de aan het eind van de oorlog weggebombardeerde Mauritskazerne. In mijn jonge jaren waren daar fabrieken, de chemie van Ligtermoet, de Superrol en de ATF (de Aaltense Tricotage fabriek). Het terrein kende aan twee kanten bunkercomplexen, waar we als kind graag op en in speelden en griezelden.
Dat alles is verdwenen. Mijn geboortehuis in de Zandbergstraat is jaren geleden gesloopt. Deze omgeving en diverse andere straten en plekjes in Doesburg vormen een uitgebreid beschreven decor waartegen het levensverhaal van Annigje en haar lijden zich afspelen. De oorlogsjaren en de twee laatste weken voor de bevrijding (het beleg van Doesburg) spelen een prominente rol in het leven van Annigje Opdevelde en in de trauma’s die ze opliep.
Als kind heb je niet zo’n besef van soberheid zolang er genoeg te eten is, er kleren zijn en er een bed is om in te slapen. Maar als kind kun je lijden onder de situatie thuis. Dat komt aan bod in mijn eerste boek ‘Waar een wil is, is een omweg. Een ziel op zoek naar zin’. In dit verhaal reflecteer ik op belangrijke levensgebeurtenissen in mijn jongste jaren, als opgroeiende jongeling en volwassen wordende man. Het verhaal vertelt over een ‘ontdekkingsreis’. Een reis die leidde naar het loslaten van de hoop op een beter verleden. Het vertelt over stappen die werden gezet om de weg van vergeving te vinden, en een weg om gewoonten los te laten die liefde en mededogen in de weg staan.
Een verhaal van feitelijkheden en van het hart
‘Waar een wil is, is een omweg’ leverde veel reacties op. Sommige mannen herkenden de pijn van een emotioneel afwezige vader. Anderen herkenden de pijn van afwijzing en verlatenheid. Maar er kwamen ook vragen. ‘Maar wie was jouw moeder dan?’ Wat weet je van haar, wat kan je over haar vertellen?’ Vanuit deze vragen rijpte een hartstochtelijke belangstelling om het verhaal van het leven van mijn moeder te leren kennen. Sommige zaken wist ik op te halen in gesprekken met broers en zusters. Enkele intuïties werden bevestigd. Maar er bleef ook veel onhelder achter de sluiers van de vergetelheid.
En toen was er het inzicht: ‘Er is een verhaal van de feitelijkheden en er is een verhaal van het hart. Er is een schrijver die beide sporen kan verdichten in een roman’. Het werd een roman over het leven van Annigje Opdevelde. Bepaalde gebeurtenissen in de roman zijn ‘echt gebeurd’. Soms vul ik mogelijkheden literair in.
Vincent Duindam schreef over het boek: ‘Hoe zou het leven van Annigje verlopen, als er een psycholoog in haar leven was opgedoken die haar hielp? Een psycholoog die Annigje helpt haar pijn te doorleven en te verwerken? (…) ‘Echt goede boeken gaan niet alleen over de auteur, het onderwerp/de inhoud maar ook over de ontmoeting met de lezer. Dit boek nodigt uit tot reflectie’.
Lenie van Schie schreef een reactie: ‘De roman schetst een tijdbeeld. We lezen in Annigje niet alleen het verhaal van een vrouw die de oorlog door moet komen, maar ook krijgen we een inkijk in het leven van een vrouw halverwege de vorige eeuw. Een tijd zonder voorbehoedsmiddelen, waar dochters naar huis werden gehaald na de lagere school om mee te helpen in een gezin dat al lang uit haar voegen barstte, waar het leven vaak hard was en de armoede op de loer lag. Het is nog maar vijftig jaar geleden dat deze vrouw overleed’.
Antipsychiatrie
De hoofdlijn van het verhaal gaat over Annigje en haar geschiedenis, levenstrauma’s en haar heling. En met haar ontwikkelt zich de jonge psycholoog, Eelco. Zijn stappen in het werkveld van psychiatrische hulp vinden plaats in de jaren van de antipsychiatrie. Hij heeft stagegelopen in het in die tijd geruchtmakende Dennendal in Den Dolder, waar alternatieven voor de geestelijke gezondheidszorg werden onderzocht. In de visie van Dennendal moesten patiënten, cliënten worden genoemd en worden gezien als volwaardige mensen die juist door hun eerlijkheid en oorspronkelijkheid veel te bieden hadden aan de vervreemde moderne mens. Het is de tijd van de vraag ‘Ooit ’n normaal mens ontmoet? en…, beviel ‘t?’ Morele waarden veranderen. Feminisme en emancipatie van de vrouw worden belangrijke items, evenals de seksuele bevrijding van de vrouw – én aansluitend ook van de man – en de bestrijding van seksueel geweld tegen vrouwen.
Eelco ontdekt in zijn ontmoetingen met Annigje allengs beter en dieper wat de helende kracht van verhalen kan zijn in (psychiatrische) hulpverlening. En hij aarzelt niet lichaamswerk vanuit de bio-energetica een plaats te geven in zijn ondersteuning van Annigje.
Liefde heelt alle wonden.
Ik geloof dat alles met alles verbonden is. Alles verdwijnt én alles blijft. Met het schrijven van deze roman heb ik stappen gezet in het verder vrijmaken van mijn ziel, maar ook – zo geloof ik – heb ik de geest van mijn moeder recht gedaan, en naar deze geest liefde gezonden.