Matthieu Ricard wordt in de documentaire ‘Bouddhisme, la loi du silence’ [‘Boeddhisme, de wet van het zwijgen’] (voor)kennis verweten in de misdragingen van de zogenaamde boeddhistische meester Robert Spatz. De film beschrijft in detail de misdaden die in de jaren 1980 en 1990 zijn begaan door de zogenaamde boeddhistische meester Robert Spatz en de misbruiken van het systeem dat door Sogyal Rinpoche in het leven is geroepen, tot 2017. In een tekst van 9 september 2022 bestrijdt Ricard die (voor)kennis. Hieronder zijn verklaring:
‘De omvang van de gemelde misbruiken en het lijden van de vaak zeer jonge slachtoffers is angstaanjagend. Dit is des te weerzinwekkender omdat zij werden toegebracht door mannen die beweerden deel uit te maken van een godsdienst en filosofie die gebaseerd zijn op wijsheid, mededogen en de uitroeiing van lijden. Er moet worden geluisterd naar het immense lijden van de slachtoffers, en hun stem moet worden aangemoedigd om te worden gehoord, zodat er geen nieuw leed wordt toegevoegd.
Het boeddhisme is een menselijke gemeenschap, en zoals elke menselijke gemeenschap kan het het toneel zijn van perversies en zelfs misdaden begaan door valse meesters. Opgegroeid in Frankrijk, maar op 21-jarige leeftijd besloten alles achter te laten om bijna vijftig jaar in Azië te leven met authentieke Tibetaanse meesters, is dit een onderwerp waar ik gevoelig voor ben en waaraan ik vele pagina’s, interviews of blogposts heb gewijd. Het risico om een valse meester tegen te komen is des te groter in het Westen omdat het proces om tot een gemeenschap toe te treden vaak zeer snel verloopt, terwijl het traditioneel sterk wordt aanbevolen om de kwalificaties van een instructeur gedurende verscheidene jaren te controleren alvorens men hem zijn vertrouwen schenkt.
Mijn veroordeling van de daden van Robert Spatz, Sogyal Rinpoche en de valse meesters is totaal. Het is in die zin dat ik in twee programma’s van Sagesses bouddhistes op France 2 in 2021 heb herinnerd aan de kwaliteiten van een authentieke leraar en de gebreken van charlatans die ten koste van alles vermeden moeten worden. Ik heb dit onderwerp ook besproken in 2011 op France Inter en in andere programma’s. Ik heb ook een heel hoofdstuk aan dit onderwerp gewijd in mijn memoires Carnets d’un moine errant (Notitieboekjes van een zwervende monnik) en in 2017 een blog over Sogyal Rinpoche gepubliceerd. Ik heb ook verwezen naar de misdaden van Robert Spatz in een interview met de Belgische RTBF in 2021. Deze overtuiging heb ik in 2017 ook uitgesproken in een brief aan de slachtoffers van Robert Spatz, waarin ik hen vertelde dat zij dit als bewijsmateriaal konden gebruiken in het proces van 2019, dat de schrijvers van de film in hun bezit hebben. Dit belet hen niet mij voor te stellen als medeplichtige aan deze “wet van het zwijgen”.
Om de verwarring over zo’n ernstig onderwerp niet nog groter te maken, zou ik willen preciseren dat ik nooit hecht bevriend ben geweest met Robert Spatz, dat ik hem alleen bij openbare gelegenheden heb ontmoet en voor het laatst in 1994, toen in 1997 de eerste beschuldigingen de kop opstaken, dat ik nooit in het bezit ben geweest van niet-openbare informatie of informatie die niet reeds aan justitie is doorgegeven over de misbruiken van Robert Spatz of Sogyal Rinpoche, en dat ik nooit enig materieel belang heb gehad bij een boeddhistisch centrum of klooster. In feite heb ik geen enkel materieel belang, aangezien ik 100% van de royalty’s van mijn boeken, foto’s en lezingen aan liefdadigheidsinstellingen schenk, en ik geen materiële goederen bezit, afgezien van mijn computer en camera’s.
Een van de journalisten van de documentaire heeft een gefilmd interview afgenomen. Om die te verkrijgen, legde hij uit dat hij een film aan het voorbereiden was over de geschiedenis van het boeddhisme en de relatie ervan met neurowetenschappelijk onderzoek. Ik heb in goed vertrouwen ingestemd om deel te nemen. Toen de journalist in het midden van het interview abrupt van onderwerp veranderde en valse beschuldigingen uitte over Robert Spatz, besefte ik dat het filmproject dat ik hem had gestuurd nep was. De volgende dag besefte ik dat de titel van de documentaire “Gekke Wijsheid: De Leugen van het Tibetaans Boeddhisme” moest zijn. Als iemand die mijn leven heeft gewijd aan de studie en het behoud van het Tibetaans boeddhisme, kon ik niet meewerken aan deze documentaire, noch kon ik een journalist vertrouwen die mij had misleid om een getrouwe bewerking van mijn woorden aan te bieden. Daarom vroeg ik dat mijn interview niet zou worden gebruikt.
De ambitie van deze documentaire is heilzaam, want het is moeilijk de stem van slachtoffers vrij te krijgen. Het is een enorme en noodzakelijke taak. Wanneer wij geconfronteerd worden met de ergste uitingen van de menselijke natuur, kunnen wij opnieuw de wens uitspreken zin te geven aan ons bestaan, en onszelf herinneren aan het buitengewone potentieel waarover ieder van ons beschikt om concreet te werken en te handelen voor een rechtvaardiger en meer verenigde samenleving.’
https://www.matthieuricard.org/blog/posts/au-sujet-du-film-bouddhisme-la-loi-du-silence-diffuse-sur-arte