Boeddhisme heeft een uitgebreide mythologie, en door de Aziatische wortels is dat vaak even wennen voor ons westerlingen. De ‘zes werelden’ die je ook in het levenswiel terugziet zijn een voorbeeld van iets dat als vreemde fantasie kan overkomen. Onterecht. Ja je kunt ze interpreteren als metafysische wezens die zelfs met wedergeboorte te maken hebben, en dat is voor rationele denkers ver van het bed. Maar je kunt ze veel dichter bij huis interpreteren: als geestesgesteldheden die jij en ik in het hier en nu (kunnen) doormaken. En mogelijk dat sommige medemensen doordat ze deze karaktertrek/geestesgesteldheid langdurig doormaken pakweg een goddelijk dan wel dierlijk karakter krijgen…
De Shurangama soetra
Overigens wordt het levenswiel vaak gezien als ‘Tibetaans’. Dat is niet geheel juist, want alle erin getoonde concepten komen linea recta uit het Pali-boeddhisme; Arahat Moggalana schijnt het wiel ook vaak gebruikt te hebben in zijn lessen. Momenteel wordt het vooral in de Tibetaanse traditie gebruikt. En toevallig is de soetra wiens commentaar ik gebruik voor dit praatje ook uit de Mahayana-school; het is de in China zeer populaire Shurangama soetra, waarin Boeddha en Ananda volop over de 6 werelden praten. Het commentaar is van de Chinees-Amerikaanse Master Hua en is een mythisch verhaal dat best wel eens ouder kan zijn dan de soetra zelf. Vergeef me dat het enigszins patriarchaal is, passend bij de toenmalige cultuur; doch met moderne analyse zie je dat zowel de mannen als de vrouwen hier toegaven aan eigen zwakten, en heel misschien herken je enkele van die zwakten in je eigen leven en omgeving…
“De koning der Asura’s had een wonderschone dochter genaamd Suja. Toen Sakra, heer van één der Deva-werelden, haar zag vloog hij direct naar Suja’s vader om haar hand te vragen. Dat werd toegestaan, en ze verhuisde naar zijn woonplaats in de 33-voudige Hemel. Na enige tijd bleek echter dat ze iets te veel van haar voormalige karakter behouden had…
Sakra voelde zich geïnspireerd door Boeddha, en vloog regelmatig naar een bergketen waar hij naar Boeddha of diens Arahats kon luisteren. Suja merkt dat hij weggegaan was, en kreeg haar twijfels. Ze dacht: ‘Nu dat hij getrouwd is houdt hij niet meer van me; ik denk dat ie op stap is en een stiekeme affaire heeft.’ Dus op een dag volgde ze hem in het geheim, zichzelf onzichtbaar makend; en ze zag hem rustig zittend op een volgepakte berghelling luisterend naar de uitleg van een Arahat. Suja merkte op dat het grote publiek voor de helft uit godinnen (devi’s) bestond. Ze stikte bijna van jaloezie, en verloor direct haar onzichtbaarheid. Sakra zag haar en vroeg ‘Wat kom je hier doen?’. Ze antwoordde ‘Jij komt hier gezellig daten met die godinnen, daarom nodig je me niet uit’.
Sakra verloor zijn zelfbeheersing en sloeg haar in het gezicht; ze huilde en rende weg…naar haar vader, de Asura-koning. En rapporteerde huilend aan hem ‘Mijn man Sakra is een rokkenjager, die konstant op pad is met de godinnen. Toen ik dat ontdekte sloeg hij me, die vuile schobbejak’. Natuurlijk werd paps laaiend, en riep alle andere Asura’s op ‘Die Goden zijn hun positie niet waard. We gaan Sakra omver werpen en de Godentroon opeisen die ons toebehoort’. De anderen sprongen maar al te graag bij, en na wekenlang bloedvergieten bleek dat het hele legioen van Asura generaals en soldaten niet kon worden verslagen door het leger van Sakra, Brahma en de Vier Dharmabeschermende koningen. Het was een totale patstelling. Uiteindelijk ging Sakra schoorvoetend naar Boeddha en vroeg ‘Wat te doen? Ik kan dit leger niet verslaan.’ Boeddha antwoordde ‘laat alle officieren en soldaten de Mahaprajnaparamita-mantra reciteren, en het zal goed komen.’ En zo gebeurde, en de Asura’s trokken zich schielijk terug in hun eigen wereld. Maar ze bleven plannen smeden om de Goden-troon omver te werpen, dat was en bleef hun voornaamste levensdoel.
Karakteristieken (metafysisch én als menselijke karaktertrek)
We zullen de Asura’s moeten begrijpen alvorens het gedrag te herkennen. Voor wie zijn klassieken kent: ze zijn vergelijkbaar met de Titanen (M) en Titaniden (V) uit de Griekse mythologie die constant Zeus & co benijden. Het helpt om ze naast de twee naburige werelden uit het pantheon te leggen: de Mensen en de Goden. Eerst maar eens als metafysisch wezen, de paralellen met karaktertrekken en menstypen volgen vanzelf wel.
- Goden hebben permanente weelde en fysiek genot en zijn beeldschoon. Ze zijn vrijwel onsterfelijk en kennen geen ziekte en ouderdom. Hun luxe-leventje neigt echter naar lethargie, en Boeddha zegt ze dan ook geregeld dat ze na een aantal levens hun goede karma opgebrand zullen hebben en met beide benen op de grond van sterfelijke wezens zullen terugvallen.
- Mensen kennen dood, ziekte en ouderdom, maar ook geluk. En hebben daardoor de kans om zich te ontwikkelen, een beter mens te worden, en misschien zelfs richting verlichting te groeien. Seksualiteit wordt ingezet in samenhang met liefde voor één of meer anderen.
- Asura’s zijn beresterk en Asuri’s bloedmooi. Maar beiden zijn constant jaloers op andere asura’s en vooral op de goden; ze willen ze via gevechten of list en bedrog van de troon stoten. Titaniden zijn meer als de Griekse Sirene – erg verleidelijk doch bedoeld om hun partners in hun macht te krijgen. Voor beide geslachten geldt dat seks vooral een machts- en manipulatiemiddel is. En beiden hebben dus hun eigen versies van de mooie term titanenstrijd.
(Het zal dan ook niet verbazen dat in het Levenswiel de Boeddha voor de Titanenwereld wordt afgebeeld met een zwaard in de hand. Dat is de enige taal die ze begrijpen; pas als deze Boeddha uitlegt dat zijn superieure zwaardmanskunst uit hele andere motivatie en met hele andere doelen komt dan de hunne, is er kans op vooruitgang…)
Link met het echte leven
Uit bovenstaande beschrijving heb je hopelijk al menselijke trekken gezien in het gewone leven. Let wel: de trekjes van de Asura hebben we allemaal geregeld, en er zijn factoren in jouw en mijn leven die ze constant brandstof geven en ze verder ons hart laten binnendringen. Het kijken naar (sluik-) reclame bijvoorbeeld, of het in dialoog met buren en vrienden steeds proberen ‘beter dan hen’ te worden vanuit jaloezie. En als je die hang naar jaloezie en geweld maar lang genoeg invloed geeft, kan het leiden tot dieper gewortelde karakters. Een paar subculturen/omgevingen waar de verleiding groter dan gemiddeld is zijn:
- De wereld van reclame/advertenties.
- De effecten- en beleggingswereld; hoe speculatiever (Cryptovaluta, daghandel etc) hoe beter.
- De wereld van loterijen en gokspelen. Mensen worden door snel-rijk beloften gemanipuleerd tot meer hebzucht. En kunnen relatief makkelijk in een verslaving belanden; dat is dan weer dat andere metafysische wezen dat ‘hongerige geest’ heet.
- (Een zijspoor: commerciële Tv-zenders die zich ‘speciaal op mannen’ of ‘speciaal op vrouwen’ zeggen te richten hebben soms wel 90% programmering rond vechten, seks en een jaloersmakende lichaams- en eetcultuur. Misschien iets teveel Titaniden en Titanen die aan de knoppen draaien…).
- De carrière van de criminaliteit: waarom zou je geduldig werken als je veel sneller rijk kunt worden met diefstal en illegale handel?
Net zoals criminelen aangetrokken worden door de macho/geweldsdimensie van het wereldje geldt dat ook voor een deel van de ‘tegenmacht’. Werken bij politie of leger omdat je de maatschappij en je familie, uit zelfverdediging, wilt beschermen tegen War Lord-achtige rechteloosheid: prima. Datzelfde werk vanuit een ‘Law and Order’ of ‘Eerst schieten dan praten’ mentaliteit, met een Oog-voor-Oog-Tand-voor-Tand filosofie: dan sluipt het Asura-denken er teveel in. - In bredere zin de wereld van topmanagement en politiek; dit kan vaak een ‘slangenkuil’ zijn vol leugens, achterklap en manipulatie. Doch let op de nuance: in deze wereld tref je volop jaloerse titan(id)en aan, maar evenzo Goden (niet behulpzaam maar ook niet schadelijk) en zelfs een contingent staatsmannen/vrouwen en hun manager-equivalenten. Dus hier is het niet per se het wereldje dat automatisch corrumpeert, de persoonlijke motivatie maakt hier echt het verschil.
En dat geldt eigenlijk voor haast alle werelden met Titan(id)en. Het zijn in de kern nuttige processen, dat geldt ook voor adverteren (de kennis over het aanbod verspreiden) en beleggen (anderen helpen te financieren). Maar de invulling van die processen leidt, in meer of mindere mate, gemakkelijk tot doorschieten en uit balans raken. Adverteren wordt standaard liegen, beleggen wordt standaard hebzucht en manipulatieve leugens, een gokje wagen wordt ‘je bent een dief van je portemonnee als je geen lot koopt’. En dan is de brug naar criminaliteit, een per definitie ‘foute’ wereld, niet ver meer. De keuze om hier tegenin te gaan is voor een individu lastig, maar voorbeelden zoals groene banken en biologische landbouw tonen dat het voor groepen soms doenlijk is om terug te keren tot nuttige ethische processen.
Omgaan met Titaan-instincten: de lotus en de modder
De hamvraag van dit hele verhaal is natuurlijk hoe wijzelf vermijden om ons als een Suja, of de verkeerd reagerende Sakra, te gedragen en meer en meer als hen te worden. Een paar vuistregels.
- Hoe je ook leeft, zelfs als dat in de ‘ideale wereld’ van binnen de sangha van een retraitecentrum is: er bestaat altijd risico op doorschieten richting Titaangedrag. Dus reflecteer geregeld op welke van de 6 werelden écht je leidraad is.
- Maar je hele levensstijl omgooien is zeldzaam. Meer haalbaar is bijsturen binnen je huidige levensstijl. Bijvoorbeeld hetzelfde beroep maar dan richting non-profit inplaats van bij een graai-bedrijf. Of toewerken naar een meer ethische versie van je job, denk aan circulaire productie. En de dapperen onder ons kunnen blijven of gaan werken in de reclame, de beurs/financiële wereld of bij politie/leger – met de net genoemde instelling en aanpassingen. Denk aan wat Boeddha al in zijn tijd als (on)juist levensonderhoud benoemde.
- Mocht je voldoende ‘zonder zonden zijn’ en vrienden/kennissen hebben die écht voor het Titanenbestaan gaan: wel je kunt altijd met ze in dialoog, maar vooral in opbouwende vorm. Dus geen normatief ‘de eerste steen werpen’. Communiceer in de trant van ‘leuk dat je levensdoel een grotere auto is, maar hoe zeker ben je dat dit meer blijvend Geluk brengt’?
Het kan alleen werken als je zelf praktiseert wat je preekt, dus in je levensstijl ethiek, rust-eenvoud-tevredenheid en metta uitstraalt. Dus je doet voor hoe je ‘in de wereld en niet van de wereld’ kunt zijn, als de lotusbloem die de wortels in de modder heeft maar naar het zonlicht toe groeit. Zoals de Boeddha-met-zwaard in de Asurawereld: hij is even goed als de Asura’s, maar vanuit hele andere motieven en met hele andere doelen dan zij.
Of dit voldoende is: wel het is het proberen waard, toch?