Rients Ritskes, oprichter van Zen.nl, heeft gebroken met ‘Japan’. Zonder recht van tegenspraak, levenslang onderdanig moeten gehoorzamen, zoals dat in de Japanse zentraditie nog steeds moet, is volgens hem niet meer van deze tijd en past beslist niet in onze cultuur. Het besluit werd genomen nadat begin april van dit jaar ‘zijn leermeester’ Sokun Tsushimoto Ritskes maande om alle uitlatingen dat Ritskes van hem transmissie had ontvangen om als zenmeester op te treden, in te trekken, omdat ze onwaar zijn.
Door die breuk wordt Zen.nl een westerse zentraditie met Japanse wortels. Boeddhistisch Nederland is in verwarring, hoe nu verder met deze franchiseorganisatie? Door ‘Japan’ wordt Ritskes inmiddels neergezet als een leugenaar, een man die uit is op ordinair gewin die titelfraude heeft gepleegd.
Merkwaardig genoeg volgt Ritskes alleen maar het al zeventien jaar geleden gegeven advies van de Japanse zenmeester en inmiddels ex-vriend Sokun Tsushimoto Roshi op. In een interview met (nu) zenleraar Dick Verstegen zei Sokun toen: ’ Laat je niet op sleeptouw nemen door de mystiek van het Oosten. Onderwerp je ook niet aan de autoriteit van de Japanse traditie. Zie zazen met je gezonde verstand.’ Het artikel van Dick werd in 1996 in het kwartaalblad ZEN gepubliceerd. Met zijn toestemming plaatst het Boeddhistisch Dagblad het artikel opnieuw om de actualiteit, de waan van de dag, in een historisch kader te plaatsen. En een beeld te schetsen van een tijd toen Sokun en Ritskes nog vrienden waren. Twee jonge mannen aan het begin van, wat toen leek, een boeiend leven in de zentraditie. Nou, boeiend werd het.
Joop Hoek
‘Ademmeester’ Tsushimoto richt zich op Europa
door Dick Verstegen
‘De adem is de enige weg die tot de dharma leidt.’ Met deze indringende boodschap zette Zenmeester Sokun Tsushimoto Roshi de meesten van de 26 deelnemers aan zijn sesshin medio 1995 in (het centrum voor bezinning en meditatie) De Tiltenberg op een streng rantsoen van geconcentreerd in- uitademen. Laat je koanstudie maar even zitten en richt je tenminste een paar dagen op je ademhaling, zei Sokun-san, zoals zijn aanspreeknaam luidt. In feite is dat de beleefdheidsvorm van de voornaam Sokun. Zoals ook de eeuwige berg Fuji in Japan vaak uit respect Fuji-san genoemd wordt.
In zijn eerste dagelijkse teisho’s (inleidingen) en bij dokusan (persoonlijk onderhoud) hield Tsushimoto Roshi zijn cursisten voor dat lichaam, ademhaling en geest een zijn, waarbij de adem een schakelfunctie vervult. Een juiste (zit)houding dient je tot voertuig voor een goede ademhaling. Niet de houding, maar het ademen staat dus voorop. Ademhaling en koan zijn in wezen hetzelfde. Als je tot een juiste ademhaling komt, heb je je koan in de eenheidservaring van lichaam en geest opgelost. En dat is waar inzicht in de dharma, de zenwerkelijkheid van bewustwording, op neerkomt.
Sokun Tsushimoto is sinds enkele jaren abt van het prachtige klooster Buttsu-ji in de bergen nabij Hiroshima (Japan). Hij beoefende na een filosofiestudie vijftien jaar zen in Tenryu-ji in Kyoto, onder leiding van Hirata Roshi. De sesshin in de Tiltenberg was mogelijk gemaakt en georganiseerd door Rients Ranzen Ritskes, oprichter en directeur/zenleraar van het Utrechtse Zentrum, die ook als leerling van Hirata Roshi in Tenryu-ji zentraining volgde en Tsushimoto daar leerde kennen. Het ziet er naar uit dat Tsushimoto Roshi zijn schreden vaker naar Nederland en andere Europese landen zal richten en dat hij zijn Buttsu-ji makkelijker toegankelijk zal maken voor westerse zenbeoefenaren.
De meeste deelnemers aan de sesshin waren leerlingen van Ritskes, die intussen is verhuisd naar Denemarken, waar hij zich vooralsnog gaat wijden aan het schrijven van een boek en het maken van theekommen. Dick Verstegen nam ook als koanstudent van Ritskes aan de sesshin deel, interviewde Sokun-san en kreeg de beschikking over diens teishopapieren: Een inside-verslag. (Van 1 tot 7 juli a.s. krijgt de sesshin een vervolg, ook weer in de Tiltenberg en o.l.v. Sokun Tsushimoto en Rients Ritskes.)
Als het aan Sokun-san ligt komt hij voortaan jaarlijks een of twee maal naar Nederland om een sesshin te leiden. ‘Ik ben zeer getroffen door de goede atmosfeer van de sangha in deze sesshin. Dat heb ik nog nooit, ook bij leken niet, op die manier aangetroffen; die gretigheid.’ Sokun Tsushimoto Roshi vertoont, als hij dit zegt, een nauwelijks merkbare verwondering. Maar met grote stelligheid vervolgt hij dat hij met zo’n groep zo veel mogelijk ‘wil meezitten, dingen wil delen, verbonden wil blijven’.
Het loopt tegen het einde van een zevendaagse sesshin in de zomer van 1995 op de Tiltenberg. Het is voor alle betrokkenen, deelnemers en leiding, een spannende week geweest. Dat is een sesshin gewoonlijk van zichzelf al. Maar nu lag er ook nog de vraag overheen of het zou klikken tussen de groep die Rients Ritskes voor deze sesshin op de been gebracht had en de twee Japanse monniken die voor het eerst in Europa een volledige sesshin kwamen leiden: Sokun Tsushimoto en zijn assistent in Buttsu-ji Eshin Norinobu.
Welnu dat blijkt het geval. Rients en zijn groep krijgen na een paar dagen de eerste signalen dat ze ‘geslaagd’ zijn en dat mag na afloop zeker ook in omgekeerde richting te gelden voor Sokun-san en Eshin-san. Wat niet wegneemt dat Tsushimoto Roshi zijn waarschuwende opmerkingen over de ademhaling bleef benadrukken. Hij is weliswaar geïmponeerd door het stille, gewetensvolle en energieke zitten van de groep. Maar het ademen beschouwt hij daarbij toch als een wat achtergebleven gebied.
Ademtocht
Dus zetten heel wat deelnemers hun ‘doordeweekse’ koan opzij en gingen op ‘ademtocht’. Ze ervoeren uren en dagen hoe hun ademhaling als een gekooid dier het gevecht aanging met de tralies van buik en middenrif, kampten met allerlei vormen van bijbehorend fysiek ongemak en kwamen soms langzaamaan in contact met het repeterende Drosteverpleegster-effect: dat zich binnen de ademhaling steeds weer iets anders aandient om los te laten – en hoe dat, na verloop van tijd, ook lukt.
‘Want in de ademhaling weerspiegelt zich iemands wezen’, zegt Sokun-san. ‘Wie zich de betekenis van de ademhaling realiseert heeft de sleutel tot de dharma in handen.’
‘Zolang we leven ademen we. Dat is een universeel feit dat voor iedereen opgaat. Dat gegeven biedt dus een universele oefening, waaraan elk mens kan meedoen! Het reguleren van je ademhaling houdt voor ieder de belofte van de kans op bewustwording in. Er is geen speciale kunde of conditie vereist. Je hoeft er niets voor te aanbidden. Je hoeft er geen speciaal geloof voor aan te hangen. Het is ook niet nodig om je eigen geloofsovertuiging op te geven. Je hoeft er niet voor naar een bepaalde plaats te komen en je hebt geen speciaal gereedschap nodig. Er is geen sprake van geheimzinnigheid. Er valt niets voor wie ook te verbergen. Het is allemaal volstrekt open.’
Vanuit die benadering maakt Sokun makkelijk de stap naar het dagelijks leven, dat, als kern van alles, zeker ook voor de leek diens onuitputtelijk oefenterrein is. We streven geen leven na in een gemeenschap op basis van een soort heilige notie van waarden die los staan van de gewone wereld. Integendeel, uitsluitend het dagelijks leven is van belang.
Zentraining die je niet kunt toepassen in het dagelijks leven heeft volgens hem geen zin. Een kalme geest die je met zitten en ademen hebt opgebouwd moet je vasthouden en overbrengen in de manier waarop je je dagelijkse activiteiten verricht. In de zendo kun je je gewone leven even vergeten. Maar in je gewone leven moet je je leven leven. Dat is de oefening van de leek.
Hij adviseert ook geen speciale beperkingen van je handelingen in het dagelijks leven. Maar wees niet bezig met twee dingen tegelijk. Als je oefent, met zazen, met samu, maar ook met de gewone dingen van alledag, doe dan één ding tegelijk en daarbij gaat het er dan om via je ademhaling die eenheid van lichaam en geest te ervaren. Dat kan dan op de duur een tweede natuur worden.
Loslaten
Ook zegt Tsushimoto bemoedigende dingen over mushin: het niet-denken, de lege geest. Een gesteldheid die de fameuze zenmeester Dogen (1200-1253) ‘denken (aan) niet-denken-‘ noemt. De altijd maar rondtollende gedachtenstroom (zatsunenn) lijkt haaks op deze optie te staan. Realiseer je alsjeblieft, zegt Sokun-san, dat leegte (k–) niet hoeft samen te vallen met ‘niets’. Dat betekent dat we de steeds weer andere en in het wilde weg optredende gedachten niet moeten ontkennen. Ze hangen samen met de snelle, vrije en creatieve bewegingen van de geest. Vecht dus niet met die gedachten in de bedoeling een lege geest te bewerkstelligen. Verwerp ze niet, pas dan laten ze hun weerstand varen. Een gedachte die opkomt verdwijnt gauw weer, want zij heeft geen wortels en niets stoffelijks. Laat ze maar komen en gaan, die gedachten. Maar volg ze niet. Want dan ontstaat de tweede gedachte, die zich verbindt met de derde en de vierde, enzovoorts. Dan slaat de geest uiteindelijk op hol in een wildgroei van gedachten. Daar is op zichzelf ook niets mis mee, maar het staat ver van af van wat mushin is. Mushin bereik je alleen als je alles laat zoals het is, zonder je daaraan vast te klampen. Regel dus je adem en regel je geest door op elk moment elke gedachte los te laten. Dat schept een geest van rust en een warm hart dat voor iedereen openstaat…
In zijn teisho’s benadrukt Tsushimoto Roshi het belang van samen zitten. De groep waarin je zit heeft voor je oefening veel betekenis. Zo’n groep of sangha creëert bij het zitten een soort krachtveld dat de individuele deelnemer door zijn/haar moeilijke momenten helpt en je oefening corrigeert. Verder wil hij niets weten van het idee dat zazen een vorm van ascese is. Dat zou het misschien zijn als je de vorm als volstrekt zaligmakend beschouwt. Maar dat is niet zo. Het gaat om de ademhaling, waarvoor en goede houding overigens wel voorwaarde is.
Op een vraag van een deelnemer hoe je in het westen een honderd procent zenleven kunt praktiseren zegt Sokun zeer beslist: ‘Door 120 procent zazen te doen. Regel je adem. Als je dat goed doet, kan je adem het overnemen als je in sommige spannende situaties niet meer bewust met je adem bezig kunt zijn’. In zijn inleidingen benadrukt hij steeds weer dat je de zentraining met de adem ook staand, liggend en met name ook lopend kunt voortzetten. En hij haalt in dat verband ook zenpatriarch Hakuin aan die zei dat oefening in beweging het stille zitten honderdduizend maal overtreft. Sokun doelt hier niet alleen op kinhin (loopmeditatie) maar ook op samu (corvee).
Nieuwe zendo
Geen wonder dat Sokun-san ook in zijn Buttsu-ji met de poort naar het Westen rekening houdt. Hij is als kersverse abt bezig met de bouw van een nieuwe zendo, waar straks ook buitenlanders welkom zijn. Nu zijn die nog ondergebracht in een apart bijgebouw. De nieuwe zendo -ver van de lawaaiige ingang en keuken- moet in 1997 klaar zijn als Buttsu-ji 600 jaar bestaat.
Deze vernieuwing moet kennelijk ook haar functie hebben in het aantrekken van nieuwe leerlingen. Buttsu-ji ligt namelijk ver van de grote stad; twee uur met de sneltrein van Kyoto. Novicen die willen/moeten intreden, doen dat gewoonlijk liever in Kyoto of Tokyo zelf, omdat daar in de nabijheid van het klooster meer uitgaansmogelijkheden zijn. Een nieuwe zendo, waarin de nieuwe monniken zoveel tijd zullen doorbrengen, is stellig ook een belangrijk aspect bij de afweging op welk klooster de keuze valt.
Op dit moment heeft Sokun-san vrijwel geen monniken in huis. De vorige abt had er nog vijf. Maar volgens de traditie verlieten die het klooster na zijn overlijden. Tsushimoto Roshi woont nu samen met zeven stafmensen op Buttsu-ji, vijf priesters en twee leken. Eshin is een van hen. Er komen straks mogelijk nog een of twee monniken terug. Hij heeft straks ruimte voor maximaal tien studenten. Maar hij streeft naar een man of vijf. ‘Dan kan ik ze voldoende aandacht geven’.
Zeventig procent van de novicen bestaat gewoonlijk uit zonen van hoofden van een zentempel. Een erfelijke functie, die aanzien en een goed inkomen garandeert. Maar er staat minimaal drie jaar zentraining in een klooster voor om je vader als tempelhoofd te kunnen opvolgen. Niet zelden is de belangstelling voor de eigenlijke zentraining bij deze zonen beperkt.
Lange tanden
Dat gold destijds ook voor Sokun zelf. Omdat hij zijn vader zou opvolgen als hoofd van een tempel ging hij met lange tanden naar Tenryu-ji in Kyoto. Hij wilde na twee jaar weg, maar kreeg daarvoor van zijn vader geen toestemming. Zijn zenmeester Hirata Roshi overreedde hem vervolgens tenminste drie jaar extra te blijven. In die periode werd Sokun gegrepen door zen. Daarvoor waren meerdere redenen, maar hij noemt er twee: ‘In de eerste plaats kreeg de koanstudie mij te pakken. Na de koans van de eerste poort kreeg ik er nog vele. Om daarmee verder te komen moest ik heel hard trainen. Elke dag tot middernacht. Dat bracht de verandering teweeg. Ik raakte gefascineerd.’ Daarbij bleek de precieze en bemoedigende begeleiding door Hirata Roshi in dokusangesprekken van tien tot vijftien minuten, van onschatbare en doorslaggevende betekenis.
Maar zoals Sokun vergaat het maar weinigen. Of zelfs die vijf studenten die hij in Buttsu-ji hoopt te krijgen haalbaar zijn is bepaald niet zeker. In Japan wordt de belangstelling voor zen steeds minder. De meeste jongeren zien zen helemaal niet zitten. Sokun-san constateert dat er tegenwoordig in Japan allerlei kant-en-klare geestelijke ontwikkelingsmethoden worden aangeboden. Met een stap-voor-stap-benadering, waarin duidelijk benoembare vorderingen en niveaus in bepaalde tijdvakken worden onderscheiden. ‘Dat is erg in trek. Maar zen kan zoiets niet bieden. Zen heeft niets met zo’n soort schijnbare duidelijkheid te maken Je kunt de vorderingen van een zenstudent onmogelijk koppelen aan van te voren vastsgestelde schema’s en data’. Op de achtergrond klinkt op dat moment uit de zendo de bel voor een nieuwe zitperiode, even later gevolgd door het geluid van de door Eshin vaardig gehanteerde kyosaku (opwekkingsstok). Zo veraf klinkt dat als ‘Baff!’.
Met die tanende belangstelling voor zen in Japan is het dus logisch dat op Buttsu-ji ook aandacht bestaat voor betere verblijfsmogelijkheden voor Amerikanen en Europeanen. Onder hen lijkt de interesse voor zen immers nog steeds toe te nemen. In elk geval heerst bij menig insider de opvatting dat de volgende, thans opkomende golf van het boeddhisme de oude en de nieuwe wereld in het Westen betreft.
De dharma is overal
Overigens waarschuwt Sokun-san tegen een romantische hang naar het kloosterleven. De sesshingangers houdt hij voor dat ze zich vooral niet anders moeten gaan gedragen dan anderen. ‘De dharma is overal. Geen enkele tempel, toga, sutra of ritueel kan het alleenrecht van de dharma claimen. De dharma laat zich wel kennen door middel van vorm, maar gaat in feite elke vorm te boven. En of je nu monnik bent of niet, iedereen is in staat de dharma te bereiken.’
‘Ga zitten en adem. Dat leg ik in mijn Japanse klooster net zo uit als hier. Dan is er geen verschil tussen Japan en Europa. Het eerste jaar in het klooster laat ik de nieuwelingen uitsluitend hun adem volgen. Dat is eigenlijk wat ze in soto-zen shikantaza noemen (zo maar zitten).’ Laat je niet op sleeptouw nemen daar de mystiek van het oosten, zegt Sokun-san. Onderwerp je ook niet aan de autoriteit van de Japanse traditie. Zie zazen met je gezonde verstand. Ik denk dat echte religie het gezonde verstand nooit verraadt maar evenmin wijkt voor verstandelijke kritiek.
Tsushimoto Roshi spreekt voortreffelijk Engels, geeft blijk van belangstelling voor wat er in de wereld buiten Japan gebeurt en schrikt niet terug voor de westers/journalistieke vraagstelling van de interviewer. Al gaat hij niet op elke vraag in. Als de rol en de ontwikkeling van het (zen)boeddhisme in de wereld ter sprake komen benadrukt Sokun dat het boeddhisme -op een paar scholen na- nooit veel missiedrang aan de dag gelegd heeft. Dat zal ook wel zo blijven. Hij gelooft in een natuurlijke groei. In dat kader vindt hij de contemplatieve uitwisselingen tussen rooms-katholieke- en zenmonniken overigens bijzonder zinvol: ‘Niet om dogmatische discussies aan te gaan, maar om de uitwisseling van het monastieke leven. Het gaat beide groepen monniken immers om het bereiken van geestelijke verdieping.
Als Ritskes zegt dat het boeddhisme wel zijn bijdrage levert aan een nieuwe economische en ecologische benadering, die het westen zich nog beter eigen moet maken, beaamt Tsushimoto dat. Maar ecologische en sociale ideeën worden niet erg gestructureerd wereldkundig gemaakt. Je hebt wel het Zen Institute in Kyoto dat zo nu en dan opvattingen naar buiten brengt. Maar zenmonniken dragen hun sociale ideeën in de eerste plaats uit door hun manier van zijn, hun houding; en soms zijn ze ook sociaal erg actief, bijvoorbeeld met vrijwilligerswerk. Met die sociale betrokkenheid tonen ze hun mededogen (karuna).
Er is ook geen specifiek platform waar (zen)boeddhistische visies worden voorbereid, zoals een periodieke vergadering van Rinzai-abten. ‘We ontmoeten elkaar nooit, behalve zo nu en dan in ceremonieel verband. Dat is altijd erg formeel.’ Hij vindt dat bij nader inzien eigenlijk ook wel raar. En aan die erkenning koppelt hij meteen een onthullende toevoeging: ‘Ik zeg dat nu hier, maar in Japan kan ik pas zeggen wat ik wil als ik zeventig ben’. Omdat deze beperking te maken heeft met het ancienniteitsbeginsel dat in Japan sterk opgeld doet, haast hij zich te verzekeren dat hij zijn oudere collega’s immer het respect betoont waar ze recht op hebben.
Wandelende Boeddha
Als houder van de spiegel die hij zijn leerlingen tijdens dokusan aanbiedt, blijkt Sokun-san voor menigeen non-conformistisch, eenvoudig, aardig, en streng. Met zijn ongeclausuleerde maar tegelijk liberale instelling op bijna elk terrein van het zenleven is Sokun-san een duidelijk eigentijdse zenmeester. Een vraag in die richting ontlokt een verrassend open antwoord: ‘Nou ja, ik ben abt en toch heb ik nog geen kensho (verlichting) bereikt. Ik heb natuurlijk wel, net als anderen, bijzondere ervaringen gehad. Maar was dat kensho? Ik noem het zo niet en in elk geval ben ik niet tevreden met mijn eigen vorderingen. Ik moet nog veel meer trainen. Die verhalen over plotselinge verlichting neem ik met een korreltje zout. Ik geloof daar niet zo in. Als het goed is denk ik dat een zenmeester steeds net een stuk voor z’n studenten uitloopt. Dat is alles’.
Maar als een deelnemer hem vraagt naar de bedoeling van het tiende plaatje van de Os (Met helpende handen naar de markt) antwoordt Sokun zonder enige aarzeling: ‘Dat ik nu hier ben, dat is de betekenis van het tiende plaatje van de os.’ En ook de sociaal actieve monnik, de onderlinge menselijke hulp bij grote rampen zoals in Kobe en Bosnië passen in de laatste os-afbeelding. ‘Zen doet niets, maar mensen die aan zazen doen, kunnen iets doen.’
Toen Sokun-san abt werd van Buttsu-ji zeiden de mensen tegen hem dat hij dan zeker wel net als zijn voorganger aanspraak zou maken op de bijnaam ‘Wandelende boeddha’. Aanvankelijk ontkende Tsushimoto dat, maar later zei hij: Ja jullie hebben gelijk, maar jullie kunnen die aanspraak ook maken; jullie zijn zelf ook wandelende boeddha’s.
Aan het eind van de zonovergoten sesshin maakte een van de deelnemers op het herinneringsblad voor Sokun en Eshin deze haiku’s:
Meeting Sokun-san
the sun is high; all things are
breathing in and out
(Sokun ontmoeten:
de zon staat hoog en alles
ademt in en uit)
Meeting Eshin-san
the full moon is shining and
the stick is singing
(Eshin ontmoeten:
terwijl de volle maan schijnt
zingt de stok lustig)
En bij een soort schriftelijke evaluatie dichtte een heel andere zitgenoot zonder die eerste twee haiku’s te kennen:
Eb volgt de vloed op
de maan lost de zon af
morgen weer een dag
Zo’n sesshin was het dus.
Dick Verstegen, 1996
Ron Sinnige zegt
Mooi en rijk artikel, dankjewel Dick. Ik kende het nog niet. Prachtige achtergronden. Puur genieten.
Helaas (nagenietend van de schoonheid van het artikel) toch ook een paar noodzakelijke opmerkingen over de intro boven het artikel:
Ritskes wordt niet neergezet als ‘leugenaar’, maar beticht van een ernstige leugen. Het één zou op de persoon zijn, het ander betreft gedrag/uitspraken.
Ook het ‘ordinair gewin’ is te sterk gesteld. Tsushimoto constateert alleen dat Ritskes (exorbitant) veel geld vraagt voor zijn cursussen en trainingen. En dat een echte zenleraar of zenmeester dat niet zou doen.
De uitspraak ‘Merkwaardig genoeg volgt Ritskes alleen maar het al zeventien jaar geleden gegeven advies van de Japanse zenmeester en inmiddels ex-vriend Sokun Tsushimoto Roshi op’, is feitelijk onjuist.
Nergens in het artikel staat namelijk dat Tsushimoto aan Ritskes het advies geeft om titelfraude te plegen. Nergens staat de raad aan Ritskes om te claimen dat hij is geautoriseerd door iemand die dat niet heeft gedaan en er bovendien geen weet van heeft. Nergens staat ook dat Tsushimoto Ritskes aanraadt om iemands goede naam te misbruiken voor het aannemen van een valse status. En nergens staat ook dat Tsushimoto Ritskes aanraadt om uit eigen beweging de titel van zenmeester of Roshi aan te nemen.
Tsushimoto’s advies ‘Onderwerp je ook niet aan de autoriteit van de Japanse traditie’ is van een heel andere orde. Op een integere manier een zengroep leiden is één ding, een jarenlang volgehouden leugen over een autorisatie tot zenmeester is iets heel anders. En om dat laatste gaat het in dit geval. Enkel en alleen daarom. Zoals ze het op keepertraining zeggen: ogen op de bal.
Edel Maex zegt
Wat mij frappeert in deze discussie is dat iedereen heel naïef schijnt aan te nemen dat het transmissiesysteem altijd eenduidig en doorzichtig is. De realiteit is dat discussies als deze even oud zijn als het bestaan van het systeem zelf.
Transmissie is in zen ingevoerd in de Song-periode. Tot dan was de hiërarchie in de kloosters op anciënniteit, zoals in de vinaya. De notie van scheiding van kerk en staat was de Chinezen vreemd. Om meer controle te krijgen op het boeddhisme kwamen er staatskloosters. Transmissie was als een staatsexamen en diende om een pool van kandidaat-abten aan te leggen die als staatsambtenaren (mandarijnen) konden uitgezonden worden om een staatsklooster te leiden.
De transmissielijn en de transmissieverhalen zijn een constructie uit die periode. Het Indische deel is volkomen fictief, te beginnen al met het verhaal van Kasyapa en de bloem. Van Bodhidharma is het maar de vraag of hij ooit bestaan heeft. Huike heeft nooit zijn arm afgehakt, hij was waarschijnlijk een ex-militair die op het slagveld verwond was.
Het prototypische verhaal is wel dat van de ongeletterde keukenhulp Huineng die ’s nachts in het geheim transmissie krijgt en dan hals over kop moet vluchten en jarenlang ondergedoken leeft.
En wat te denken van de ‘bootmonnik’ Decheng? Hij leefde in een afgelegen gebied als veerman. Wanneer Jiashan hemt komt opzoeken mept hij hem in het midden van de rivier het water in om hem vervolgens ter plekke transmissie te geven. Daarna springt Decheng zelf in het water en er wordt nooit meer iets van hem gehoord. Wie de zentraditie kent weet dat zen altijd al een gezond gevoel voor humor en zelfrelativering gehad heeft. Keer op keer blijkt ze dat ook weer te vergeten.
In de geschiedenis van het boeddhisme in China en Japan vind je regelmatig verhalen over betwiste transmissies, transmissiecertificaten die al of niet echt bevonden worden, rivalen die elkaars legitimiteit aanvechten, overleden leraars die niet meer kunnen bevestigen of ontkennen. Niets nieuws onder de zon. Meestal staan er bij dergelijke discussies heel andere zaken op het spel.
Pikant detail: het transmissiecertificaat van Dogen dat in het Tokyo National Museum tentoongesteld wordt, is volgens experts zeker vals. Moeten we nu ineens de hele Japanse Soto-lijn wegvagen?
Dus volledig los van persoon en inhoud, degenen die aan deze discussie deelnemen moeten beseffen dat ze participeren aan een partijtje vechten en modder gooien dat al eeuwen aan de gang is. Welcome to the game.
Ron Sinnige zegt
Kom op Edel, leuke verhalen en relativering, maar dit is simpel: iemand flest de boel met een valse claim, voor eigen status en gewin. Dat is inderdaad van alle tijden. Maar wil je zeggen dat we het daarom niet aan de orde moeten stellen? Lijkt me een beetje defaitistisch.
Joop Romeijn zegt
Helder beschreven, Edel; het moest eens gezegd
Ik heb een keer in mijn blog over de ‘Rules of Zen studies ‘ geschreven van John McRae die precies de mythes van de lineages is nagegaan.
Wat ik me daarbij wel afvraag is hoe jij de morele kant ziet van dit ‘partijtje vechten en modder gooien dat al eeuwen aan de gang is‘ ? Wellicht zijn Westerse/Nederlandse boeddhisten te gevoelig en is een beetje bakkeleien niet zo erg.
Mijn probleem met Zen.Nl heeft eerlijk gezegd nooit het transmissie-thema gezeten.
Ik vind de commerciële kant ervan: hoge prijzen en onduidelijke geldstromen, veel bedenkelijker.
En vooral heb ik bedenkingen bij de Dharma zoals die in publicaties van Rients Ritskes gepropageerd lijkt te worden. Eigenlijk is dat voor mij (maar goed, ik ben geen Zen-boeddhist maar van een iets andere school) helemaal geen Dharma maar een vorm van positief denken.
Daarbij is er m.i. een verband tussen dit commercieel zijn en dit licht verteerbaar zijn van deze invulling van Zen.
PS richting Ron: volgens mij relativeert Edel helemaal niet, hij plaatst het proces van nu in perspectief.
Pjotr Bos zegt
Ja ik had/heb ook zo bedenkingen bij de Dharma in Zen.nl.
Ook had/heb ik bedenkingen bij de commercie van Zen.nl
Ook had/heb ik bedenkingen bij Ritskes’ autorisatie als meester officieel onofficieel of zelf benoemd.
Ook had/heb ik mijn bedenkingen bij de competentie van de zogenaamde zenleraren van Zen.nl.
Ook had/heb ik zo mijn bedenkingen bij de transparantie van Zen.nl
Ook had/heb ik mijn bedenkingen bij de leugens van Ritskes, of dit nu van alle tijden is of niet, daarmee heb ik ook mijn bedenkingen bij de integriteit van Zen.nl de zuiverheid van hun leer de dharma-transmissie van Ritskes of het recht op de transmissie zoals Ritskes meent te hebben. Al had hij wel transmissie dan zou hij die nu vanwege al de punten hierboven ‘in mogen leveren’ wat mij betreft. Wat hij doet is geen Zen! Bij lange na niet. Verkoop het dan ook niet als zen. En houd op met liegen.
Edel Maex plaatst het verder in een prima perspectief. Maar dat neemt inderdaad niet weg dat deze discussie/strijd niet gevoerd hoeft te worden.
(Het had/heb in mij reactie slaat op het feit dat ik die meningen al had voordat al dit nieuws uitkwam ze worden nu slechts bevestigd)
Pjotr Bos zegt
kortom gaat het mij om zuiverheid en eerlijkheid in de beoefening. Ik word heel boos omdat ik onder andere ook bij zen.nl zat ook in de opleiding. Ik zag daar al van alles gebeuren en vermoedde al zo het een en ander. vlak na het stoppen met de opleiding kwam dit nieuws over Ritskes uit en zag veel van mijn bovengenoemde ‘klachten’ bevestigd worden. Bedrog is van alle tijden.En verdient ook in alle tijden de nodige aandacht.
Wat ik met deze discussie en soms zelfs strijd probeer(geschreven aan een vriend die mijn drijfveren wil leren begrijpen):
“Ik wil mensen behoeden voor een persoon die 1+1=3 verkoopt alsof het 2 is.
Mensen denken bij hem te leren 1+1=2 maar eigenlijk zonder dat ze het weten leren ze 1+1=3.
Deze studenten worden zo opgeleid. En geven de ‘rekenfout’ weer door aan anderen zonder dat ze het door hebben. Dat kan een hele hoop misverstanden en ongelukken gaan opleveren en levert die waarschijnlijk al op!
(Zen.nl docenten die werkelijk geloven dat ze iets voorstellen in zen-land vanwege Rients goedkeuring bijvoorbeeld! Het is niet pluis van Rients om mensen zo een vals gevoel van eigenwaarde/status te geven vroeg of laat maken ze brokken of lopen ontzettend pijnlijk tegen de lamp)
Hierin voel ik ook persoonlijk een noodzaak de leer zuiver te houden.
En bijvoorbeeld ook 1+1= (werkelijk) 2 te gaan ‘doceren’ in mijn bescheiden zendo.
En dit bedoel ik heel praktisch allemaal, hier zouden we ook een hele filosofische discussie over los kunnen laten barsten en is wellicht leuk als tijdverdrijf, die discussie ‘doesn’t fit the case’ op dit moment.
nou een beetje dan:
Is 3 misschien niet gewoon beter of anders? Dat zou kunnen. Maar verkoop dan niet jou 3 alsof het 2 is!
Ik en vele anderen zijn 2-ers. Rients is een 3-er dan moet hij daar voor gaan staan en niet de schijn ophouden een 2-er te zijn. En al helemaal niet de traditie van de ‘heilige 2’ slim gebruiken om stiekem je 3 te verkopen. Wij van de ‘1+1=2 orde’ willen graag dat Rients eerlijk uitkomt voor zijn 1+1=3 leer en zich niet valselijk voordoet als iemand van de ‘1+1=2 orde’ en zo de heilige rekensom corrumpeert.
Hij mag gerust van mij zijn ‘1+1=3 orde’ starten als hij het ook gewoon zo noemt. Zodat mensen die meer zien in 3 naar hem gaan en mensen die meer zien in 2 naar bijvoorbeeld een zenmeester gaan. Dan blijft het helder zuiver en duidelijk voor iedereen. Dan heb je gewoon ‘2 meesters’ en ‘3 meesters’. en niet een ‘3 meester’ die zich voordoet als ‘2 meester’ zoals Rients.
Veel duidelijker kan ik nu niet zijn. “
Annemiek Deerenberg zegt
Zen heeft niets met zo’n soort schijnbare duidelijkheid te maken Je kunt de vorderingen van een zenstudent onmogelijk koppelen aan van te voren vastsgestelde schema’s en data’.
Dit had ook de kop van dit artikel kunnen zijn…
Het is een mooi artikel, maar geeft over de ontstane situatie geen echt nieuwe inzichten.
Tom zegt
Wat mij als beginneling nog het meest verbaast in de discussie is het (ver)oordelen in goed en slecht.
Is het ons niet gegeven om waar te nemen en te begrijpen zonder waardeoordeel? “Laat je niet op sleeptouw nemen daar de mystiek van het oosten, zegt Sokun-san. Onderwerp je ook niet aan de autoriteit van de Japanse traditie. Zie zazen met je gezonde verstand. Ik denk dat echte religie het gezonde verstand nooit verraadt maar evenmin wijkt voor verstandelijke kritiek.” Waar was het “gezonde verstand” van alle deelnemers/leerlingen van Ritskes?? Verdoofd door de mystiek van het Oosten? Wat ik hiermee wil zeggen dat er alleen daders zijn als er ook slachtoffers zijn. Er kunnen alleen winnaars zijn als er ook verliezers zijn. Er kan alleen en meester zijn als er ook leerlingen zijn. Het een bestaat niet zonder het ander. Als de slachtoffers ophouden slachtoffer te zijn is de dader geen dader meer. Iedereen, Ritskes, Sokun, Ron, Dick en alle anderen inclusief ikzelf, wij allemaal hebben waargenomen wat er is gebeurd. Laat het een wijze les zijn, voor allen. We hebben geleerd hoe het niet moet, we zijn een ervaring rijker en illusie armer. We hebben geleerd……
Pauline zegt
Heel vreemd wat er hier gebeurd. Tom zegt een beginneling te zijn. Ik kan mij het meeste vinden in zijn woorden. Er is veel op mijn pad gekomen waardoor mijn interesse voor het Boeddhisme gewekt is. Heb mij vandaag aangemeld. Dit is het eerste nummer van Het Boeddhistisch Dagblad dat ik ontvang. In het logo staat Boeddhistisch Dagblad ontwart & ontwikkelt… Dat woord ontwart is zeker in dit artikel niet het geval. Heb hard aan mezelf gewerkt. Alles wat mij boos maakt of irriteert, wat zegt dat over mij? Heb mezelf leren kennen en heb op dit moment geen excuus meer om boos te worden. Gebeurt dit wel (en ik ga vast nog wel eens de fout in) dan moet ik met mezelf aan de slag. Ook anderen veroordelen wil ik achter me laten.
Wat betreft de verkeerde leerstof (1+1=3):
De Boeddha heeft ooit gezegd:
”Geloof niet in iets alleen omdat het gezegd is.
Ook niet in tradities omdat ze uit de oudheid aan ons zijn overgeleverd.
Ook niet in fantasieën die misschien veronderstellen geestelijke inspiratie te moeten voorstellen.
Ook niet in gevolgtrekkingen afgeleid uit de een of andere toevallige veronderstelling.
Ook niet in gezag van onze leraren of meesters.
Geloof alleen wanneer het geschrift, leerstelling of het gezegde door uw eigen verstand en door uw eigen bewustzijn wordt bevestigd.
Daarom leer ik u om niet zomaar te geloven omdat u hebt gehoord, maar om – als u instemt met het geloof van uw eigen bewustzijn – in overeenstemming daarnaar te handelen.
Zo is het, zo is het en zo zal het zijn, Namasté.”
Mooi wat je zegt Tom: “Waar was het gezonde verstand van deelnemers/leerlingen?”
Pjotr Bos zegt
Ja goed advies van de Boeddha. Dit heb ik nu wel aan de levende lijve mogen ervaren.Dat bevragen gaat overigens ook op voor 1+1=2 ;-) Voor die leer kies ik persoonlijk dan weer graag… Dan is het wel fijn als de leraar koosjer is en ook werkelijk die leer verkondigd.Waar je helaas niet blindelings op kunt vertrouwen. En je eigen intuïties, vragen en twijfels blijkbaar heel serieus mag nemen!Dus niet een meester of leraar welke of wie dan ook het voordeel van de twijfel geven omdat die persoon ‘de meester is’.
“Geloof alleen wanneer het geschrift, leerstelling of het gezegde door uw eigen verstand en door uw eigen bewustzijn wordt bevestigd.” -de Boeddha- en dank daarvoor!
Pauline zegt
Beste Pjotr,
Nadat ik mijn reactie geplaatst had dacht ik “Oei, veroordeel ik die deelnemers nu niet?” Dit is niet mijn intentie. Mogelijk is wel gezond verstand gebruikt door de leerlingen, mogelijk was de lesstof zinvol en verrijkend. Ik was er niet bij (en al was ik er wel bij) ik wil niet, kan niet of mag niet (ver)oordelen. Niet over de leerlingen, maar ook niet over de leraar. Ik wil me graag in het Boeddhisme verdiepen en verwachtte een andere inhoud van Het Boeddhistisch Dagblad. Er staan zoveel artikelen over dit onderwerp. Geen kritiek, prima doe wat u goeddunkt. Alleen verrassend voor mij.
Pjotr Bos zegt
Beste Pauline,
Nou je oordeelt heus niet te erg.
Hier een link naar een artikel op deze site van iemand die ook afstand van de zaak wilde en niet wilde oordelen. Maar wel van alles erbij voelde.
https://boeddhistischdagblad.nl/noblesse-oblige/
Pjotr Bos zegt
p.s Pauline weet jij waar die tekst staat. In welke soetra?
Tom zegt
Kijk Pauline, dit vind ik nou mooi in/op het BD. Wij kunnen onze gevoelens, ideeën en inzichten met elkaar delen. En daar leren we dan weer iets van. Verplaats je eens in de situatie van Pjotr die zijn vertrouwen heeft gegeven en daar enorm in is teleurgesteld door Ritskes. Dát brengt de gemoederen in beweging. Hoe met een dergelijk gevoel om te gaan. Jij mag het zeggen. Tegelijkertijd gaan mijn gedachten ook uit naar Ritskes. Kennelijk ontbrak het hem in de basis aan iets waardoor hij deed wat hij heeft gedaan. Dat hij daarmee mensen hard zou treffen heeft hem er niet van weerhouden. Zo erg was er iets mis. Niemand, ook Ritskes niet, wordt er wijzer van als hij in een hoek wordt getrapt. Hem bij de les halen, inzicht geven in wat hij heeft aangericht en ruimte voor verbetering is waar iedereen iets heeft. Ritskes ook. Hoe moeilijk dat ook voor sommigen zal zijn…..
Pauline zegt
Beste Tom,
Was teleurgesteld over deze discussie. Nu denk ik wat een wijze les. Wij (jij en ik als beginners) kunnen met een frisse blik, op afstand, toezien. Of het de juiste blik is? Ik weet het niet. Het zou mooi zijn wanneer wij niet alleen leren van elkaar (wat ik ook erg leuk vind, het is mooi om te delen), maar ook van een Zenmeester of een onafhankelijke expert. Laat hij/zij eens zijn licht over dit laatste artikel schijnen. Strookt zo’n tekst, zo’n artikel met de leer die verkondigd wordt? Is het een goed voorbeeld? Ik ben benieuwd.
Pauline zegt
En ja, ik kan me verplaatsen in Pjotr of Ritskes. Heb alle begrip. Van een Zenmeester verwacht je totale controle. Maar mogelijk is het terecht dat hij zich zo druk maakt.
Tom zegt
Misschien zit daar wel onze les Pauline; zomaar ergens op af gaan, aan mee doen. Zonder verwachtingen. Bedenk dat wanneer je een emotie ervaart, ongeacht welke, het de jouwe is. Het zegt iets over hoe je dingen ervaart. Daar hoef je niets van te vinden, het mag er zijn zoals het is……