Je zult vergeefs zoeken naar bronvermeldingen. Iedere zin is ‘naar mijn voorlopige mening’ en elke stelling poneer ik ‘volgens mijn huidige inzichten’. Ik neem de volle verantwoordelijkheid voor elk citaat op me, in de context van het moment. Misschien is wat ik schrijf zowel waar als niet waar, of noch waar, noch niet waar, want dat kan ook. Openheid is de bron van wijsheid, en elk ‘zeker weten’ is een rotsblok waarmee je die bron afsluit. Neem niets zomaar van anderen aan, ook niet van mij. Toets het zelf. Doe dat vooral grondig.
Na yama en niyama komen we eindelijk bij het derde aspect van Raja yoga: asana. Een beoefenaar van Raja yoga is minder met lichaamshoudingen (asana’s) bezig dan een beoefenaar van Hatha yoga. Hij begrijpt evenwel het belang van het gezond en in goede conditie houden van zijn lijf, en neemt ook de mogelijkheid om éénheid te ervaren middels oefenen van zijn lijf wel serieus. Voor dat doel volstaat het om slechts een aantal asana’s in het programma op te nemen, en dan niet de meest acrobatische. Voor de Raja yogi zijn op de juiste manier staan, zitten en liggen belangrijker dan bijvoorbeeld ardha-matsyendrasana (halve houding van de vissenkoning), hoewel zij die houding waarschijnlijk wél in hun oefenschema opnemen (omdat het gewoon een prima oefening is). Ik prefereer de “op een juiste manier staan afwassen” boven de zonnegroet, en “rechtop zitten in het openbaar vervoer” boven de lotushouding. Het begrip ‘asana’ heeft in Raja yoga gewoon een andere lading dan in Hatha yoga. Het heeft meer met levenshouding te maken dan met sport.
Pranayama is de vierde van acht geledingen in Raja yoga. Het doelt op beheersing van de adem en beheersing van de (vitale) energie. Over beheersing van de adem valt meer te zeggen dan in het hoofdstuk over Hatha yoga is beschreven. Daar ging het vooral over faciliteren van de adem. Een goede yogaleraar kan jou de belangrijkste ademoefeningen perfect uitleggen en voordoen. Een paar namen van bekende oefeningen: kapalabhati, ujayi; bhastrika en bandha’s. Bekend is ook de oefening waarbij je afwisselend door het ene neusgat in en door het andere neusgat weer uitademt.
Prana staat voor levenskracht. Het is de levensenergie die met de adem het lichaam binnenkomt en door de hartslag en het bloedvatenstelsel wordt getransporteerd naar alle lichaamscellen. Het is méér dan alleen zuurstof! Het Hindoeïsme relateert prana aan Vayu (de god van de wind).
Prana is ook de generieke naam voor alle vijf vitale energiestromen, te weten:
- Prana – levensenergie;
- Apana – zorgt voor de afscheiding van afvalstoffen uit het lichaam.
- Udana – (opgaande) energie die spreken, zingen, lachen en huilen mogelijk
maakt.
- Samana – verantwoordelijk voor de spijsvertering; aanmaak en herstel van cellen en de aura.
- Vyana – belangrijk voor de spierwerking.
Het idee achter deze indeling van energieën is opgekomen in een tijd dat de mensheid nog maar weinig wist van anatomie en fysiologie. Je mag er dus best wat vraagtekens bij zetten. Aan de andere kant mag je ook vraagtekens zetten bij de huidige “zekerheid” dat alles over het menselijk lichaam zo onderhand wel bekend is. Vroeger had niemand het over elektriciteit. Ondertussen kunnen wij tegenwoordig wel degelijk vaststellen dat het menselijk lichaam niet alleen zelf elektriciteit opwekt, maar zelfs elektriciteit nodig heeft om te kunnen functioneren. Vroeger had men geen benul van enzymen, hormonen, signaalstoffen en wat al niet meer. Tegenwoordig hebben we nog weinig begrip voor subtiele immateriële inwerkingen op – en uitwerkingen van – het menselijk lichaam. Daarom: pranayama is nog steeds een prima stap in Raja yoga.
Pranayama gaat verder dan alleen ademoefeningen! Het gaat ook over beheersen van de afscheiding (urineren, poepen, transpireren); beheersen van de expressie (spreken, zingen, lachen, huilen etc.); beheersen van de spijsvertering en over het beheersen van de spieren (bewegen, spannen / ontspannen). Daar lees je weinig over in yogaboeken en ook menig yogaleraar besteedt daar weinig aandacht aan. Terwijl het allemaal over behoorlijk veel energie gaat!
Beheersen van de afscheiding (urineren, poepen, transpireren); begint met faciliteren dat het allemaal ongehinderd kan plaatsvinden. Dat vraagt – behalve aandacht – vooral discipline. Het lichaam heeft voor het afvoeren van afvalstoffen water nodig. Water! Geen coca cola, geen bier, geen wijn of koffie … nee, water. Natuurlijk zit er ook (veel) water in cola, bier, wijn en koffie, en zelfs in aardappelen, pasta en pinda’s, maar het maakt voor het lichaam wel degelijk verschil of je water drinkt of cola en of je watermeloen eet of pinda’s. Het lichaam heeft per dag minimaal 2 liter water nodig om goed te kunnen functioneren. Beheersing van afscheiding begin met verstandig spreiden van die hoeveelheid over de dag. Niet alles in één keer, en ook niet vlak voor het slapen gaan (niet handig, dan moet je er ‘s nachts waarschijnlijk uit). Daarnaast vraagt beheersing van afscheiding(energie) dat je ook zorgt voor regelmaat in jouw toiletgang. Niet wachten tot je op barsten staat, om maar wat te noemen. Met faciliteren kom je al een heel eind, met luisteren naar signalen uit je lichaam kom je verder en door te letten op wat je eet en drinkt en op je lijf smeert (je zweetklieren niet blokkeren!) ben je feitelijk wel waar je wezen moet.
Beheersen van de expressie (spreken, zingen, lachen, huilen etc.) vraagt ook discipline. Het gaat er niet alleen om wat je zegt, maar vooral om het niet verspillen van energie aan loos gebabbel of aan het praten om te praten (zodat het maar niet stil wordt). Overdreven bekken trekken – vooral niet achter iemands rug – is in strijd met pranayama, omdat je de energie die dat allemaal kost ongetwijfeld beter kunt gebruiken. Een beoefenaar van Raja yoga verspilt géén energie aan theatraal en dramatisch gedrag.
Beheersing van de spijsvertering komt opnieuw vooral neer op faciliteren, maar ook hier gaat het verder dan dat. Zorg voor een evenwichtig voedingspatroon, met voldoende maar nooit een teveel van alles: eiwitten, koolhydraten, vetten, vezels, vitaminen, mineralen en sporenelementen. Eenzijdige of kapot geraffineerde voeding vol geur-, kleur-, smaak- en conserveringsstoffen is géén pranayama. Let daar dus op.
Tenslotte is er nog het beheersen van de spieren. Hier gaat het om zorgen voor een voldoende, gevarieerd bewegen en een goede balans tussen inspannen en ontspannen. Als je ieder jaar op 1 januari een blokje om loopt, is dat regelmatig, maar te weinig. Een goede balans op gebied van vyana vereist dat je dagelijks aandacht besteedt aan zowel je rust als aan je inspanningspatroon. De balans zal voor iedereen anders zijn, omdat niet iedereen hetzelfde werk heeft en dezelfde dingen doet. Een onbalans zal zich evenmin direct wreken, dat komt pas na een tijdje. Een burn-out wijst op doorslaan naar de ene kant, bij ‘overtraind zijn’ slaat de balans te veel door naar de andere kant. En er zijn meer mogelijkheden om uit balans te raken. Door altijd maar op een bank te hangen, raak je niet gauw overtraind en ook de kans op een burn-out is dan misschien niet zo groot, maar je wordt wel slap en wellicht ook obees. Een goede balans leidt tot een puike lichamelijke conditie. Heb je die niet? Ga dan eens na waar dat aan ligt.