Het Witte de With Centrum voor Hedendaagse Kunst in Rotterdam krijgt een nieuwe naam. Directe aanleiding is het onlangs bekladden van de gevel van het gebouw, met handafdrukken in rode verf gedoopt, al wordt volgens het bestuur van de kunstinstelling al bijna drie jaar over een naamswijziging gesproken. Het gebouw werd met rode verf bespoten door de actiegroep ‘Helden van Nooit’. Leden van de actiegroep zeggen in een verklaring dat ze “onterechte helden in de juiste context willen plaatsen”.
Witte Corneliszoon de With (1599-1658) was een vlootvoogd en werkte onder meer bij Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en wordt in verband gebracht met koloniaal verleden, slavenhandel en racisme.
In het vroege voorjaar van 2013 vond er een boeddhistische zuiveringsactie in en van het gebouw plaats, zo zou je met enige relativiteitszin kunnen zeggen. In het Witte de With Center for Contemporary Art was tot en met zondag 5 mei het project Tulkus 1880 to 2018, van de Italiaanse beeldend kunstenaar Paola Pivi te beleven. Half april werd in de grote zaal van het centrum een Tibetaans sacraal concert van Tashi Norbu uitgevoerd en kregen belangstellenden de gelegenheid te mediteren in het centrum.
De verzameling liet een groot scala aan foto’s zien, van hoogwaardig geproduceerde kleurenprints tot goedkope gefotokopieerde reproducties. De omvang varieerde van zakformaat tot immens grote afdrukken. De getoonde portretten zijn gelijk aan de afbeeldingen die gewoonlijk in kloosters, huishoudens of winkels hangen, ter verering. Ook worden ze vaak bewaard door gelovigen, voor wie de afbeeldingen een heilige betekenis hebben.
Het project kwam voort uit een grootschalig, internationaal onderzoek dat tot 2018 continu in ontwikkeling is. Het doel van het project was de totstandkoming van een complete collectie van portretten en basisgegevens van alle Tulkus–in het Tibetaans boeddhisme erkende reïncarnaties van eerdere boeddhistische meesters. De verzamelde portretten gaan terug naar het ontstaan van de fotografie en omvatten afbeeldingen van Tulkus van alle scholen van het Tibetaans boeddhisme en de bon-religie, afkomstig uit alle windstreken waar het Tibetaans boeddhisme wordt gepraktiseerd. Tot op heden bracht het onderzoek meer dan 1100 fotoportretten bij elkaar.
Een tulku is binnen het Tibetaans boeddhisme een erkende reïncarnatie van een eerdere boeddhistische meester (een vergevorderde leraar of lama, bijvoorbeeld de Dalai Lama of de Karmapa), welke in staat is invloed uit te oefenen op zijn of haar reïncarnatie en bovendien aan de hand van cryptische aanwijzingen vaak kan onthullen waar zijn of haar volgende geboorte zal plaatsvinden. Tulkus staan binnen het Tibetaans boeddhisme in hoog aanzien omdat zij mondeling de wijsheden van de Boeddha voortzetten, al vele generaties lang. Vaak worden zij rinpoche, ofwel ’dierbare’, genoemd.
Pivi’s onderzoek en verzameling, dat is uitgevoerd in samenwerking met honderden Tulkus, particulieren en internationale instellingen, werd op verschillende locaties voortgezet en tentoongesteld tot 2018, waarna de uiteindelijke verzameling portretten zal worden geschonken aan de Tibetaanse gemeenschap. Het project stond onder toezicht van de Tibetaanse historicus Tashi Tsering, directeur van het Amnye instituut van het Tibetan Centre for Advanced Studies in Dharamsala, India. Het gehele project en kunstwerk Tulkus 1880 to 2018 is non-profit.
Tulkus 1880 to 2018 toont vereringsobjecten in de context van een kunstinstituut van seculiere aard, dat niet bekendstaat om het presenteren van zogenaamde heilige objecten. Daarnaast is Witte de With een plek die zelf verankerd is in een lange traditie van esthetisch discours waarmee het een ‘visuele neutraliteit’ tracht neer te zetten. Defne Ayas, directeur van de Witte de With, noemt de tentoonstelling ‘een gigantische onderneming van onschatbare historische waarde’ en voegt daaraan toe: ‘Witte de With is er enorm trots op om partner te zijn in dit belangrijke project, waarvoor Paola Pivi alles in het werk heeft gesteld en samenwerkt met spirituele leiders, academici, onderzoekers, fotografen en archieven. Het zien van deze tentoonstelling is een bijzondere belevenis.’
Paola Pivi (geboren in 1971, Italië) is beeldend kunstenaar en leeft en werkt in Anchorage, Alaska, USA. Met haar eerste tentoonstellingen veroverde ze de internationale kunstwereld dankzij het maken van werk dat een grote impact had. Ze ontving een Gouden Leeuw tijdens de Biënnale van Venetië in 1999 voor de beste nationale bijdrage (Padiglione Italia) samen met Monica Bonvicini, Bruna Esposito, Luisa Lambri en Grazia Toderi. En won ook andere internationale prijzen.
Sacraal Tibetaans concert
De in Bhutan geboren beeldend kunstenaar Tashi Norbu gaf op zondagavond 21 april 2013 met een gezelschap van drie muzikanten en drie Tibetaanse monniken, voorafgaand aan een stille meditatie in het Centrum voor Hedendaagse Kunst Witte de With in Rotterdam, een Tibetaans geïnspireerd sacraal concert. Het gezelschap trad op onder de naam 9Pillars.
Tashi Norbu werd geboren in Bhutan nadat zijn ouders vluchtten uit Tibet. Hij groeide op in de kloosters van de Dalai Lama in Dharamsala, India. Hier werd zijn schildertalent ontdekt en kreeg hij een opleiding in de traditionele Tibetaanse kunst van de beste leraren, zoals de gewaardeerde Sangey Yeshi. Hij werkte enkele jaren voor de office van de Dalai Lama als thangkaschilder. In België bekwaamde hij zich in de westerse kunst. Hij hoopt met zijn werk de Tibetaanse cultuur te laten doordringen in de hele wereld.
De bijzondere en eenmalige meditatie werd in samenwerking met Witte de With georganiseerd door het magazine voor spirituele ontwikkeling Onkruid (www.onkruid.nl) en het Boeddhistisch Dagblad. Stel je eens voor, de indrukwekkende havenstad Rotterdam, waar mensen met 178 nationaliteiten wonen. Veelal oude wijken, honderdduizenden mensen met hun wensen en verlangens, de dag-en nacht bruisende Witte de Withstraat met zijn eetgelegenheden, winkels, galeries, met op een steenworp afstand museum Boymans van Beuningen.
Deze bijzondere meditatie was vanwege de kwetsbaarheid en de waarde van de afbeeldingen maar voor maximaal tweehonderd deelnemers toegankelijk. Zelf nam ik ook deel aan de meditatie, in een hoekje van een ruimte.
Om mani padme hum, om mani padme hum. De door Tashi Norbu en zijn gezelschap gereciteerde mantra neemt toe en zwakt weer af in volume. Ik vouw mijn handen en chant mee: om mani padme hum. Energie bereikt mijn hart, stilte. De hectiek met en over het Boeddhistisch Dagblad, de berichten over vermeende lerarenfraude, de ellende van zelfverbrandingen in Tibet, moordpartijen in zogenoemde boeddhistische landen, het ebt weg. Ik ben er, leeg en compleet.
Mannen en vrouwen, de meesten jong, zitten zondagavond om mij heen in een zaal van het Centrum voor Hedendaagse Kunst Witte de With in Rotterdam. Meditatie tussen tulku’s. Tibetaanse trommen dreunen, bekkens flirten met elkaar, een belletje klingelt en het droeve geluid van een schelp wekt weemoed op. De deelnemers aan deze meditatie zitten verspreid over de zalen van het kunstcentrum. Er zijn er die bij de afbeelding van ‘hun’ tulku zijn gaan zitten. Ze zeggen de liefde van deze meester te ervaren.
Aan de wanden hangen ze, de afbeeldingen van zeker duizend tulku’s, reïncarnaties van Tibetaans boeddhistische leraren. Oude wijze mannen, maar ook tulku’s die net de luier zijn ontgroeid. Ze leefden, zijn gestorven. En zijn er nog. Ik denk: Het moet geen pretje zijn om een tulku te zijn. Enorme verwachtingen van anderen moeten worden waargemaakt. Het verblijf in de zalen is als een hypnose. Ik kijk naar de afbeeldingen en zak weg. In een toestand van warmte, energie, liefde. Ik kan het leven met al zijn onverwachte wendingen weer aan.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.