Op dinsdag 26 november 2019 is Emil van Zuylen na een lange en moedige strijd tegen ziekte overleden. Emil stond als filmmaker aan de wieg van Bodhi en werkte jarenlang voor de Boeddhistische Omroep.
Met zijn werk als filmmaker en beeld -en geluidstechnicus heeft Emil een waardevolle bijdrage geleverd aan de boeddhistische media in Nederland. Emil was jarenlang verbonden aan de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS), tot aan de opheffing van de BOS, in december 2015. Met zijn achtergrond in video en audio, stond Emil van Zuylen samen met een groep jongeren, en onder leiding van Anne Kleisen, in 2007 aan de wieg van Bodhi, een platform voor jonge boeddhisten en de voorloper van het huidige Bodhi.
Vanaf ongeveer 2012 ging Emil ook werken voor de tv-programma’s van de BOS. Hij verzorgde de montage van een aantal BOS-documentaires. Daarnaast regisseerde hij een tweetal eigen films. In The Future We Want (2012), gaat hij met lokale filmmakers van over de hele wereld op pad, om gewone mensen en activisten te laten zien die vertellen over hun persoonlijke motivatie en de obstakels die ze tegenkomen. Zijn film Boeddha in de Linie (2014) is een portret van vier door het boeddhisme geïnspireerde kunstenaars – Leen Kaldenberg, Airco Caravan, Raoul Deleo en Mark Schalken, die zich elk twee weken terugtrekken in een fort aan de Lek. De film onderzoekt de vraag: Wat is de invloed van de omgeving op de mens en op de kunstenaar?
Naast zijn werk voor de media beoefende Emil van Zuylen binnen het Nichiren boeddhisme en was hij als landelijk jeugdleider verbonden aan de boeddhistische gemeenschap Soka Gakai International.
Boeddha in de linie
Mark Schalken over Boeddha in de linie en het overlijden van Emil: ‘Ik herinner me hoe ik er tegenop zag: werken in de stilte van het Fort, en dan een cameraploeg op je dak krijgen. Maar Emil was zo innemend en enthousiast, luisterend. En toch regisserend, want het moest wel goed worden. En het werd goed. Naderhand dacht ik: met Emil zou ik vaker willen samenwerken. Dat kwam er niet van, en nu is hij dood. Voor mij plotsklaps, maar na een lange ziekte begrijp ik.’
Redacteur Joop Hoek van het Boeddhistisch Dagblad sprak in september 2014- een week voordat de film Boeddha in de Linie op NPO2 werd uitgezonden, met Emil van Zuylen. Het was, voor zover bekend, nog niet eerder in de boeddhistische wereld vertoond. Haal vier boeddhistische beeldende kunstenaars uit hun habitat en zet ze ieder twee weken in een rauwe, natuurlijke omgeving. Geef ze een koan van Edel Maex mee en volg wat eenzaamheid, het geïsoleerd zijn, het gevaar van overstroming, de donkere nachten met die kunstenaar doet. En dan gaat het niet primair om het kunstzinnig resultaat dat de kunstenaar na die veertien dagen laat zien, al zullen de kunstenaars daar zelf anders over denken, maar hoe hun geest beïnvloed wordt en welke handvatten de kunstenaars uit hun boeddhistisch beoefening halen om met angst en natuurlijk ook plezier om te kunnen gaan. Wordt het Alcatraz of het nirvana? Maant de koan tot rust of wordt het een gifbeker? Is er tijdens het project verwarring, verstilling, agressie, wijsheid te bemerken bij de kunstenaars.
Dat was in september 2013 het plan. Boeddha in de Linie, zou het vriendelijke, door Elisabeth ter Borg bedachte en samen met radiomaker Agnes Sommer en Joop Hoek uitgevoerde experiment gaan heten. Het project zou in maart en april 2014 plaatsvinden in een atelier en bomvrije ruimte van Werk aan het Spoel, een kunstfort gelegen tussen Culemborg en Everdingen, langs de uiterwaarden van de Lek, deel uitmakend van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
De deelnemende kunstenaars Leen Kaldenberg, Airco Caravan, Raoul Deleo en Mark Schalken zijn in dat plan niet van de buitenwereld afgesloten. Overdag zoeken wandelaars de ruige omgeving op. Maar de nachten zijn donker en stil, met ratten en kruipend spul. Het is geen plek voor bangeriken. De kunstenaars werken in een atelier en slapen in een bomvrije bunker, met net dat beetje comfort dat ze heel erg naar hun eigen bed doet verlangen. Maar waar ze eventueel met mooi weer ook in kunnen werken. Dat was het plan. De werkelijkheid bleek ietwat anders. De winter was mals, er klotste geen hoog water tegen de dijken, sneeuw en hagel geselden het landschap niet. De eenzaamheid was relatief, Werk aan het Spoel bleek een heuse toeristische attractie. De overdracht van de door Edel Maex aangedragen koan bleek aan betekenis in te boeten. Toch is Boeddha in de Linie niet mislukt. Dankzij de inventiviteit en karakters van de kunstenaars die in een vreemde- soms zelfs drukke omgeving, hun eigen eenzaamheid en stilte moesten creëren. Maar er ook waren, in het nu.
Het resultaat van de filmische impressie van Emil van Zuylen zagen de kijkers op zondag 14 september 2014 toen de boeddhistische omroep de film uitzond. Van Zuylen bracht met zijn cameraman Martijn Kalkhoven en –soms- geluidsman Willem de Wijs vele uren door bij de kunstenaars en in het gebied. Hij probeerde onder hun huid te kruipen, de essentie van het experiment volgend. Alcatraz of nirvana. Het Boeddhistisch Dagblad sprak met Van Zuylen op de vooravond van de vertoning van zijn film over zijn ervaringen in de polder.
Joop Hoek: ‘Als project is Boeddha in de Linie uniek. Het is weliswaar gecreëerd, maar de uitkomst was niet belangrijk. Vier gedreven kunstenaars, zonder enige opdracht of sturing, en een eigenzinnige filmmaker. Wat leverde dat op?
Emil van Zuylen: ‘Bedoel je, bestaat er zoiets als een boeddhistische film? Zit ‘m dat in het onderwerp of meer in de benadering? Ik vermoed dat het om dat laatste gaat. Als boeddhist probeer ik geen verschil te maken tussen mijn beoefening en het dagelijks leven. Het maakproces zou ik omschrijven als een streven naar oprechtheid, in het proces en in het resultaat. En om te streven naar iets menselijks, iets van schoonheid. Nog een aspect, omdat dit project een opdracht was, het project ‘Boeddha in de Linie’ bestond immers al, is om jezelf opzij te zetten, om de beoogde film te dienen.’
Hoe is het mogelijk om een documentaire te maken over een kunstenaar die in afzondering een confrontatie met zichzelf aangaat?
‘Als filmmaker stelde de aard van het project, zoals die uit de doeken gedaan werd, me voor een probleem. Hoe is het mogelijk om een documentaire te maken over een kunstenaar die in afzondering een confrontatie met zichzelf aangaat? Waarbij de associatie met de vele reality-tv shows waarin in afzondering levende personen worden gefilmd, of beter gezegd begluurd, me niet vrolijk stemde. Bij de research bleek al gauw dat de locatie, ‘Werk aan het Spoel’ niet zo afgelegen leek als voorgesteld en de vier kunstenaars wel bekend (in een of andere vorm) met afzondering, retraite. Ik maakte me zorgen over hoe het idee van het project binnen deze arena en met deze spelers tot zijn recht zou kunnen komen. Voor mezelf kon ik moeilijk een antwoord formuleren op de vraag wat Boeddha in de Linie dan zo uniek maakte. Wel intrigeerde het project. En genoot ik al van het gelegde contact met Leen, Airco, Raoul en Mark.’
Betekende jouw research een wijziging in het filmplan? Was het teleurstellend?
‘Na een tijdje hierover gebroed te hebben besloot ik tot een andere benadering. Niet zozeer de nadruk leggen op de feitelijke aspecten van het project, zoals de overdracht van de koan van kunstenaar op kunstenaar op die en die datum, maar meer op zoek gaan naar het innerlijk proces van de kunstenaars en het verband met de omgeving waar ze zich in bevinden. Een hopelijk meer poëtische benadering, bouwend op verbindingen en associaties. Waarbij de leidraad gevormd werd door de vragen, wat is de relatie tussen het zelf en de omgeving? De kunstenaar en het landschap? Waarom zou je je terugtrekken? Wat voor rol speelt de boeddhistische beoefening daarbij?
Aanvankelijk dacht ik om alleen maar te gaan observeren met de camera. Al gauw echter, misschien beïnvloedt door de Lek die zo prominent langs het fort stroomt en de ontmoetingen met de kunstenaars, vond ik dat de camera wel meer mocht doen dan enkel toekijken. Ik herinner me dat ik voor het eerst bij Leen zijn schilderijen bekeek. Het viel me op dat het werk dat hij maakt me uitnodigde om langer, ‘dieper’ en van dichterbij te kijken. Het landschap dat hij schilderde zag ik als een innerlijk landschap. Om dichterbij het proces van de kunstenaar te kunnen komen zouden close ups van de wereld in hun werk helpen. Ook zag ik in de lang uitgestrekte vorm van één van Leen’s schilderijen, dat terug te zien is in de film, een transitie, om close over het oppervlak van het schilderij te zwenken en van daaruit uit te komen in het fort. Zo’n soort transitie leek me veel gepaster om de overgang van de kunstenaar naar de arena te maken dan een shot van de kunstenaar onderweg in de auto. Die zwenkende camera, als de rivier die stroomt, kon zo ook een element van onthulling, spanning, verrassing gaan worden.’
Ik vermoed dat hieruit de aanpak ontstond van een camera die zowel observeert, stroomt als close ups maakt. Van de kunstenaar en het landschap. Het effect wat ik hoopte te gaan bereiken noemde ik voor mezelf accumulatie: Het meebeleven van hoe we de elementen in de arena en van de kunstenaars leren kennen, hoe ze terugkeren, veranderen en ontwikkelen. Het leek me spannend dat je je als kijker, bewust en of onbewust, realiseert dat je bijvoorbeeld aanvankelijk dacht dat de kunstenaar alleen in zijn atelier werk maakt, maar dat dat gegeven niet zo vast blijkt te staan. Of dat hoe een kunstenaar met de rivier omgaat je terug doet denken hoe een andere dat eerder heeft gedaan, en je laat anticiperen op wat er komen gaat. Wat ik opschreef in die tijd:
Het contrast van hun concentratie op het canvas. De wereld die zich verdicht tot een streep of een kleur. De rivier die doorstroomt. Het open landschap om hen heen.’
De organisatoren van Boeddha in de Linie hadden bij het bedenken van het project hun eigen idee over opzet en organisatorisch verloop. Zij zetten de bakens uit zonder zich druk te maken over het uiteindelijke resultaat, omdat dat niet van belang was voor de organisatie. Maar mogelijk wel voor de kunstenaars voor wie de impact behoorlijk kon zijn. Voelde je je nog wel vrij om binnen die context je eigen keuzes te maken?
‘Er was een nadrukkelijke voorwaarde om deze film te laten slagen. Dat was natuurlijk om een band van vertrouwen met de vier kunstenaars op te bouwen. Waardoor de crew, – regie, camera, geluid -, zoveel mogelijk onderdeel zou zijn van het geheel. Om dicht bij hen te komen, om elkaar te laten wennen aan elkaars aanwezigheid. Oorspronkelijk was het plan van de organisatie dat de kunstenaar tenminste de eerste week niet door de betrokken media, Boeddhistisch Dagblad, radio, tv, in zijn proces gestoord zou worden. Maar om enkel in de tweede week langs te komen zou eerder het effect van een storende factor opleveren dan een aanwezigheid waaraan de kunstenaar had kunnen wennen. Verder leek het me moeilijk om het proces te volgen als we alleen in de tweede week langs zouden komen. Daarom wilde ik graag mijn bezoek aan de kunstenaars in het fort in overleg met hen plannen, ook in de eerste week. Hoewel het wat frictie met de organisatie veroorzaakte, bleek het het contact met de kunstenaars ten goede te komen.’
Boeddha in de Linie is opgezet als een verstild project. Eenzaamheid, geen contact met thuis, een wat merkwaardige retraite. Dan kom jij met je crew en een nieuwsgierige camera en interviewtechniek. Botste dat niet?
‘De keuze voor de camera- en geluidsman werden voor mij ook bepaald, naast artistieke vaardigheden, door de vraag met wie ik graag dit proces zou willen aangaan. Al met al was dit en is volgens mij een plan dat recht zou doen aan de integriteit van het project.
Het plan was vooral een benadering, een manier van kijken en luisteren. Het draaien was nog steeds een zoektocht omdat behalve de dagen dat we zouden komen draaien, niet zoveel meer was afgesproken dan op welke dag en dat we dan mee zouden gaan in wat de kunstenaar ook maar van plan was te doen die dag. Ik had van de natuur me veel dingen voorgesteld die niet gerealiseerd werden. Het leek me geweldig om hoogwater te laten zien, om de rivier zo zijn invloed uit te zien oefenen. Helaas is er in de twee maanden, in de bezoeken die we aflegden geen hoogwater geweest, waarschijnlijk door een weinig strenge winter in de Alpen. Het weer was in die maanden vaak beter dan in de zomermaanden die erop volgden. Dus geen scenes van slagregen of sneeuw helaas.’
Hoe verliepen de contacten met de kunstenaars. Jullie waren zo goed als vreemden voor elkaar.
‘De fijne kennismaking met Leen, Airco, Raoul en Mark voor het project zette zich voort in een harmonieus en warme samenwerking in het fort. Het was spannend om zo van vlakbij hun maakproces mee te maken. Van de eerste streken op een doek tot een atelier dat volhangt met de afspiegeling van hun tijd daar. Hoe ze elk het boeddhisme op hun eigen manier beleven. In een gesprek met Mark van tevoren vroeg hij zich af in hoeverre ik als maker me zou gaan bemoeien. Of ik, opperde hij, bijvoorbeeld me zou vragen op die speciale plek te gaan mediteren om net dat speciale licht op te vangen. Ik antwoordde toen dat ik de meditatie daar zou filmen waar die daadwerkelijk plaatsvond. Het was daarom een cadeau om de kunstenaars op veel verschillende plekken te zien mediteren.
Het was ook fijn om te ontdekken dat de vier elk op hun eigen manier de twee weken invulden. Dat er sprake zou zijn van ontwikkeling in de film, en niet teveel van herhaling. Ik kijk met genoegen terug op de draaiperiode, de open manier van draaien leverde wel een berg materiaal op voor de montage. Hoewel ik na het draaien de contour van de film wel voor me zag, kostte het tijd om daar te komen en het specifieke karakter van de reis van elke kunstenaar bloot te leggen.’
Zondag komt met de uitzending van jouw film voor mijn gevoel echt een eind aan dit unieke project. Het is best wel vreemd om een idee van ongeveer een jaar terug uitgewerkt te zien in een film. Dat zoiets is vastgelegd, terwijl in het boeddhisme vroeger niet echt bestaat. Of je zou dit kunnen zien als oorzaak en gevolg.
‘Naar de uiteindelijke film kijkend is het nu nog te vroeg om het resultaat voor mezelf te beoordelen. Ik sta er te dicht bovenop, heb het materiaal te vaak gezien in de afgelopen weken om daar veel zinnigs over te kunnen zeggen. Gevoelsmatig ben ik tevreden, hoe dat over een tijdje, met meer afstand zal zijn, wie weet. Er zijn niet per se één op één antwoorden te vinden in de film op de vragen waarmee ik begon, die zijn ingebed in de film zelf. Ik ben benieuwd wat voor indruk of gevoel ‘Boeddha in de Linie’ bij de kijker op gaat roepen. Van het proces, het bedenken, het contact met de kunstenaars en de crew, heb ik genoten.’